Regionale Adaptatiestrategie Zuidwest Utrecht


Om de regio Utrecht Zuidwest klimaatbestendig en waterrobuust te maken, is samenwerking binnen de regio heel belangrijk. Werkregio Utrecht Zuidwest heeft daarom op 1 januari 2020 met zeventien partners het netwerk Water en Klimaat opgericht. Dat netwerk heeft in hetzelfde jaar al een regionale adaptatiestrategie (RAS) opgesteld: een visie en ambitie om samen te werken aan klimaatadaptatie. Op 28 januari is deze RAS met enthousiasme vastgesteld door alle partners.

Hoe is de strategie tot stand gekomen?

Een werkgroep heeft de RAS opgesteld, in afstemming met de partners van het netwerk en een aantal externe partners, zoals het Rijk, bedrijven, maatschappelijke organisaties en bewoners. De werkgroep heeft zich bij het opstellen van de strategie gebaseerd op inzichten uit de regionale stresstest en een rapport van het KNMI over het huidige en verwachte klimaat van de regio. Beide documenten komen uit 2018 en geven inzicht in de kwetsbaarheden van de regio voor wateroverlast, hitte, droogte en overstromingen. Ook heeft het Netwerk Water en Klimaat in aanloop naar de RAS een aantal risicodialogen gevoerd met de zeventien partners en andere partijen: welke risico’s accepteren we en welke moeten we aanpakken?

Hoe kwetsbaar is de regio voor wateroverlast?

Volgens de RAS is de jaarlijkse hoeveelheid neerslag de afgelopen eeuw met 30% toegenomen en het aantal dagen met hoosbuien verdubbeld van 3 naar 6 dagen per jaar. Wateroverlast kan optreden aan de voet van de Utrechtse Heuvelrug door afstromend regenwater, in het veenweidegebied waar water niet weggepompt kan worden en in bebouwd gebied waar de problemen vooral veroorzaakt worden door het hoge percentage verharding.

Eén van de doelen van deze RAS is dat 70 mm in één uur niet tot wateroverlast leidt: dit is een ondergrens. Een aantal andere doelen voor 2050 zijn:

  • Een uitgebreid groenblauw netwerk in stedelijk gebied zorgt er bij extreme buien voor dat het water optimaal wordt vastgehouden en geborgen in het bodem- en watersysteem.
  • Vitale en kwetsbare functies zijn waterrobuust ingericht.
  • Door bewustwording houden ook inwoners en bedrijven zoveel mogelijk water vast op eigen terrein.

Hoe kwetsbaar is de regio voor hitte?

De gemiddelde temperatuur in deze regio is in de afgelopen eeuw gestegen met ongeveer 2°C en ook het aantal zomerse dagen is toegenomen. Dit kan leiden tot uitval van vitale en kwetsbare functies zoals elektriciteit en bruggen, en vergroot de kans op natuurbranden. Ook leidt hitte tot grotere kans op schade van gewassen. Hitte leidt vooral in stedelijk gebied tot meer hittestress en gezondheidsproblemen, omdat de gevoelstemperatuur daar sneller oploopt dan in landelijk gebied. Ook komt er door hitte meer blauwalg voor, waardoor de kwaliteit van zwemwater verslechtert.

Een aantal van de doelen voor 2050 om hitteproblemen tegen te gaan:

  • Het verschil van de gevoelstemperatuur (PET) tussen bebouwd en landelijk gebied is verkleind tot maximaal 5 graden.
  • Het oppervlaktewater blijft van voldoende kwaliteit voor gebruik ervan tijdens lange periodes van extreme hitte of droogte.
  • Inwoners en bedrijven hebben hun terreinen zo hittebestendig mogelijk ingericht.

Hoe kwetsbaar is de regio voor droogte?

De afgelopen jaren heeft de regio al veel problemen ervaren door droogte. De zandgronden op de Utrechtse Heuvelrug zijn extra gevoelig voor droogte, wat de kans op schade aan landbouw, natuur, biodiversiteit en ook de kans op natuurbranden vergroot. In het veenweidegebied kan tijdens een droge periode de bodem snel dalen. En in bebouwd gebied kan schade aan woningen en infrastructuur ontstaan doordat funderingen droog komen te staan en de bodem inklinkt. Droogte verhoogt het risico op watertekort voor groen in de stad, en voor de landbouw en fruitteelt. Ook verslechtert door droogte de waterkwaliteit voor de irrigatie van groen en gewassen. Daarnaast kan de scheepvaart te maken krijgen met te lage waterstanden.

Een greep uit de doelen die de RAS voor 2050 heeft opgesteld voor droogte:

  • Water wordt zoveel mogelijk lokaal vastgehouden door het te infiltreren in de bodem.
  • Langdurige droogte leidt niet tot verdroging of schade in landelijk gebied en aan de bebouwde omgeving.
  • De inrichting van de omgeving is afgestemd op de natuurlijke grondwaterstanden en de beschikbaarheid van zoetwater tijdens droogte.

Hoe kwetsbaar is de regio voor overstroming?

Door klimaatverandering moeten de rivieren meer en grotere pieken water afvoeren. Daarnaast kan de zeespiegelstijging in de toekomst voor hogere waterstanden op de rivieren zorgen. Daarmee nemen de overstromingsrisico’s in de regio toe. Het Netwerk Water en Klimaat werkt vanuit drie lagen aan de waterveiligheid:

  1. Preventie: overstromingen zoveel mogelijk voorkomen, met dijken en dammen.
  2. Gebieden zo inrichten dat ze veilig blijven als ze overstromen.
  3. Gebieden organisatorisch voorbereiden op de gevolgen van een overstroming, zoals met evacuatiemogelijkheden en vluchtplekken.

In de RAS staat dat de regio in 2050 de gevolgen van overstromingen heeft beperkt, de mogelijkheden voor evacuatie heeft geoptimaliseerd, en dat de veerkracht voor wederopbouw is vergroot. Ook zijn in 2050 de plannen om rampen te bestrijden op orde, en is de organisatie voor crisisbeheersing goed opgeleid, getraind en geoefend.

Integrale aanpak via zeven strategische sporen

De doelen uit de RAS worden via risicodialogen uitgewerkt tot concrete doelen in de uitvoeringsagenda. Daarnaast is het belangrijk om de vier thema’s wateroverlast, hitte, droogte en waterveiligheid integraal aan te pakken. Daarvoor volgt het Netwerk Water en Klimaat zeven strategische sporen:

  1. Klimaatadaptieve nieuwbouw en herstructurering: Ontwerp woningen op basis van de thema’s wateroverlast, hitte, droogte en waterveiligheid. Versterk waar mogelijk ook andere opgaven, zoals de energietransitie en biodiversiteit.
  2. De stad als spons: houd regenwater lokaal vast en berg het om het beter te kunnen benutten in droge periodes.
  3. Leefbaarheid bij hitte: zorg voor genoeg groene plekken in de stad met koelte en schaduw, en versterk de groenblauwe netwerken binnen de bebouwde omgeving. Verbindt die netwerken zoveel mogelijk aan regionale groenstructuren.
  4. Klimaatadaptieve landbouw- en natuurontwikkeling: bestaande natuur heeft het meeste baat bij het vasthouden van water, en nieuwe natuur moet vooral goed tegen droogte en natuurbranden kunnen. Behoud daarom de natte natuur en verbindt die met andere groenblauwe structuren die tot in het stedelijk gebied lopen. De landbouw zal zich moeten aanpassen aan klimaatverandering door voor bepaalde gewassen en systemen te kiezen.
  5. Gevolgbeperking klimaateffecten vitale en kwetsbare functies: als belangrijke functies zoals de ICT of elektriciteit uitvallen door bijvoorbeeld een overstroming, kan dat een bedreiging vormen voor de nationale veiligheid. Zorg er daarom voor dat deze functies nu en in de toekomst bestand zijn tegen de gevolgen van klimaatverandering.
  6. Versterken natuurlijk (water)systeem: door meer en hevigere piekbuien gecombineerd met meer periodes van extreme droogte wordt het steeds belangrijker om regenwater op te vangen en vast te houden. Versterk daarom het watersysteem en maak ook het bodemsysteem gezonder, waardoor de bodem meer water kan opnemen en vasthouden.
  7. Klimaatbewustzijn en handelingsperspectief bewoners en bedrijven: betrek bewoners, bedrijven en andere particulieren bij de opgave van klimaatadaptatie en vergroot hun klimaatbewustzijn. Richt je daarbij op de positieve boodschap: een groene omgeving vergroot de leefbaarheid en maakt onze regio mooier.

Hoe legt de RAS een link met lokale strategieën?

De RAS en het regionale uitvoeringsprogramma waarin de doelen concreter worden uitgewerkt, verbinden regionale klimaat- en wateropgaven aan elkaar. Daarmee bieden ze ook een basis voor lokaal, gemeentelijk beleid en voor lokale adaptatiestrategieën. Bij de RAS zijn veertien gemeenten betrokken: zij stemmen het lokale beleid en strategieën af op de RAS, maar blijven wel verantwoordelijk voor hun eigen klimaatbeleid. Bovendien is in de uitvoering maatwerk nodig. De RAS is daarmee een eerste stap, en geen blauwdruk voor de lokale adaptatiestrategieën. Binnen het Netwerk Water en Klimaat stimuleren de verschillende gemeenten, de provincie, de veiligheidsregio en het waterschap elkaar, en leren ze ook van elkaar.

Bijzonderheden

Het Netwerk Water en Klimaat heeft tijdens de Klimaattop op 28 januari 2021 de RAS feestelijk omarmd met de slogan: HoeRAS! We gaan aan de slag! Daarnaast is de werkgroep al begonnen aan een uitvoeringsprogramma, waarin afspraken staan over wie wat gaat doen, planning en financiering. Daarbij baseert ze zich niet alleen op de RAS, maar ook op de risicodialogen die het netwerk zal blijven voeren.

Leerpunten

De werkgroep heeft relatief lang nagedacht over hoe de RAS vorm moest krijgen. Door uiteindelijk gewoon te gaan schrijven, kreeg de RAS vanzelf vorm. Achteraf had de werkgroep dat misschien beter al eerder kunnen doen.

Contactpersoon

Koen te Velde
Netwerk Water en Klimaat
Koen.te.velde@hdsr.nl


Projectsoort
Adaptatieplan/strategie
Deelnemer
Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden, Provincie Utrecht, Veiligheidsregio Utrecht & betrokken gemeenten
Schaal
Regio
Thema
Droogte, Hitte, Overstroming, Wateroverlast