Wanneer komen er nieuwe klimaatscenario’s?

Gepubliceerd 23 december 2019

Het KNMI ontwikkelt sinds 1995 eens in de zoveel jaar klimaatscenario’s in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Deze KNMI-scenario’s zijn een vertaling van de mondiale klimaatprojecties naar Nederland. De laatste KNMI-scenario’s zijn gepubliceerd in 2014. Het KNMI zal de nieuwste kennis over de ontwikkeling van het klimaat in Nederland in twee delen publiceren: in 2021 het Klimaatsignaal’21 en in 2023 de nieuwe klimaatscenario’s.

Opeenvolging van KNMI-klimaatscenarios
Afbeelding: opeenvolging van KNMI-klimaatscenario's in 2006, 2014, 2021 en 2023

Waarom twee delen?

Oorspronkelijk stond de publicatie van zowel het klimaatsignaal als de klimaatscenario´s voor 2021 gepland. Maar de oplevering van de mondiale klimaatmodellen is vertraagd door CMIP6, een internationaal project. Daarom publiceert het KNMI de informatie in twee delen:

  • KNMI Klimaatsignaal’21. Deze publicatie verschijnt net als het zesde assessmentrapport (AR6) van het IPCC in 2021. Het Klimaatsignaal geeft een duiding van dit rapport voor het Nederlandse klimaat.
  • KNMI’23-klimaatscenario’s. De scenario´s geven plausibele klimaatveranderingen in Nederland aan met getallen, beschrijven tendensen en geven tijdreeksen.

Wat staat er in het Klimaatsignaal’21?

In 2021 publiceert het KNMI een eerste duiding van het zesde assessmentrapport van het IPCC voor Nederland: het Klimaatsignaal’21. Deze duiding presenteert de nieuwste inzichten van dit rapport in zeespiegelstijging, extreme neerslag, droogte, het stedelijk klimaat en de snelheid van veranderingen. Voor zeespiegelstijging geeft het Klimaatsignaal ’21 indicatieve getallen, die deels gebaseerd zijn op modelanalyses van CMIP5.

Wat staat er in de nieuwe KNMI’23-klimaatscenario’s?

De KNMI’23-klimaatscenario’s die in 2023 zullen verschijnen, zijn gebaseerd op de CMIP6-modellen. Daarmee baseren ze zich op de allerlaatste mondiale klimaatinzichten. De KNMI’23-klimaatscenario’s laten met getallen zien welke klimaatveranderingen in Nederland rond 2050 en 2100 plausibel zijn. Die getallen beschrijven onder andere temperatuur, neerslag, droogte, wind en zeespiegelstijging. Daarnaast beschrijven ze waargenomen tendensen, en geven ze 30-jarige reeksen voor het weer die bij het toekomstige klimaat passen. Met die reeksen kun je verschillende gevolgen van klimaatverandering doorrekenen. Je kunt bijvoorbeeld berekenen hoe vaak een index die relevant is voor je eigen sector, in de toekomst overschreden wordt. Zoals het aantal dagen met een temperatuur boven de 25 graden of de maximale neerslaghoeveelheid in 2 weken.

Waarom zijn er in 2021 nog geen nieuwe KNMI-klimaatscenario’s?

Het KNMI wacht met het ontwikkelen van de klimaatscenario’s tot de CMIP6-klimaatmodellen opgeleverd zijn. De reden daarvoor is dat ze verwacht dat deze modellen grote veranderingen laten zien, die relevant zijn voor de Nederlandse beleidsdossiers. Het zou zonde van de tijd en energie zijn om deze nieuwe inzichten niet mee te nemen in de nieuwe KNMI-klimaatscenario’s. Als de KNMI-klimaatscenario’s net als het IPCC-rapport in 2021 zouden verschijnen, zou Nederland langer achterlopen op het gebied van de nieuwste klimaatkennis.

Hoeveel tijd kost het om klimaatscenario’s te ontwikkelen?

Vanaf de oplevering van de nieuwe CMIP-klimaatmodellen heeft het KNMI nog 3 jaar nodig om nieuwe klimaatscenario’s te kunnen publiceren. Zo kost het al een jaar om de gigantische hoeveelheid modelruns uit te voeren. Verder is er tijd nodig om rekenmethodes en scripts te ontwikkelen, analyses te doen en de teksten en illustraties te maken, verzamelen en reviewen.

Waarom verschijnt het IPCC-rapport wel in 2021?

Het IPCC wacht niet op de oplevering van de CMIP6-klimaatmodellen, het zesde assessmentrapport (AR6) verschijnt zoals gepland in 2021. De reden daarvoor is dat het proces te omvangrijk is om van de planning af te wijken: het IPCC vertegenwoordigt 193 lidstaten van de Verenigde Naties, en aan de IPCC-rapporten schrijven honderden auteurs uit tientallen landen mee. Het nadeel van de publicatie in 2021 is dat een belangrijk deel van de nieuwe modellen niet in het zesde assessmentrapport wordt gebruikt. Het rapport is grotendeels nog gebaseerd op de modelanalyses van CMIP5, waarop ook het vijfde assessmentrapport (AR5) gebaseerd was. Daardoor toont het rapport voor een groot deel niet de allernieuwste inzichten.