Risicodialoog wateroverlast in Enschede


De gemeente Enschede begon de risicodialoog voor wateroverlast en grondwateroverlast al in 2014. Dat noemden ze toen nog niet de risicodialoog, maar ’risicogestuurd waterbeheer’. De waterbeheerders brachten in kaart welke risico’s er waren en hoe deze invloed hadden op de kernwaarden van de gemeente. Vervolgens zijn ze hierover in gesprek gegaan; welke risico’s vinden we acceptabel en hoeveel geld hebben we er voor over om deze risico's te verkleinen?

Aanleiding van de dialoog: goed waterbeheer tegen acceptabele kosten

De gemeente Enschede past risicogestuurd waterbeheer toe en geeft daarmee invulling aan de risicodialoog voor wateroverlast. Met deze systematiek is de gemeente in 2012 gestart om een sterke stijging van de rioolheffing te voorkomen, en om scherpe keuzes te kunnen maken in welke werkzaamheden prioriteit krijgen en waarom. Om met minder middelen wel aan de zorgplichten voor gemeentelijk waterbeheer te kunnen blijven voldoen, moest de gemeente op zoek naar een afwegingskader. Daarom is de gemeente destijds een proeftuin gestart met stichting RIONED, Stowa en waterschap Regge en Dinkel. De vraag die centraal stond was: “Hoe kunnen we de kostenstijging voor het stedelijk waterbeheer afvlakken, waarbij we voor bewoners en bedrijven transparante keuzes maken in de dingen die we wel en niet doen?” Het resultaat was een systematiek die de afweging van risico’s in het waterbeheer ondersteunt.

Het doel van de dialoog: “Op zoek naar evenwicht”

Het doel van risicogestuurd waterbeheer is om met elkaar in gesprek te gaan over kwetsbare locaties, welke effecten en risico’s daar kunnen ontstaan en of deze aangepakt moeten worden. Daarbij wordt ook onderzocht welke maatregelen kunnen worden uitgevoerd om de risico’s te verkleinen en wat deze maatregelen kosten. Vervolgens wordt een evenwicht gezocht tussen de acceptatie van de grootte van de risico’s (het risicoprofiel) en de kosten van de maatregelen. Vaak vindt men in eerste instantie weinig risico’s aanvaardbaar, totdat inzichtelijk is gemaakt welke maatregelen nodig zijn en wat deze kosten (en hoe dit vervolgens doorwerkt in de rioolheffing). Dan komt het gesprek op gang over de haalbaarheid en wenselijkheid van verschillende strategieën. Dit gesprek creëert bewustwording over de risico’s, de oplossingen die gemeente kan uitvoeren en de oplossingen die mogelijk zijn op particulier terrein.

Betrokkenen bij de dialoog: kennispartners en de gemeenteraad

Het risicogestuurd beheer begon bij de gemeentelijke waterbeheerders. Zij ontwikkelden de systematiek samen met andere gemeentelijke disciplines zoals wegen, groen en verkeer; en met kennispartners als RIONED, Stowa en de GDD. Door informatie en ervaringen met deze partijen uit te wisselen, kon een betere inschatting gemaakt worden van verschillende effecten. De GGD bracht bijvoorbeeld kennis in over de gezondheidseffecten van grondwateroverlast. Door partijen van buiten het waterdomein te betrekken, werden de gevolgen van (grond)wateroverlast in de breedte bestudeerd.

Samen met de gemeenteraad is vervolgens voor de hele gemeente bepaald welke risico’s ze accepteren en waar actie is vereist. In het gesprek met de raad is steeds gezocht naar een evenwicht tussen ‘een risico accepteren’ of ‘maatregelen nemen’, met als mogelijk gevolg dat extra kosten moeten worden gemaakt en de rioolheffing moet stijgen. Bewoners zijn nog niet rechtstreeks benaderd met de vraag welke risico’s wel of niet acceptabel zijn. Bewoners worden wel nauw betrokken bij het ontwerp van maatregelen om zo oplossingen te realiseren die aansluiten bij de lokale behoefte.

Vorm Risicodialoog: Systematiek risicogestuurd beheer

De systematiek van risicogestuurd beheer gaat uit van de definitie: risico = kans x effect. Om de besluitvorming te ondersteunen is een risicotabel ontwikkeld. In eerste instantie wordt het effect van een gebeurtenis op de kernwaarden van de gemeente bepaald. Dat zijn thema’s die de gemeente heel belangrijk vindt. De kernwaarden van de gemeente Enschede zijn: Veiligheid & gezondheid, Bereikbaarheid, Leefbaarheid Openbare Ruimte, Leefbaarheid particulier terrein, Financiën (zoals schades) en Imago. Het risico wordt bepaald door het grootste effect van een gebeurtenis te combineren met de kans dat een gebeurtenis optreedt. Onderstaande afbeelding geeft hiervan een impressie.

Afbeelding 1

Afbeelding: matrix voor de risicobepaling.

Een voorbeeld van zo’n gebeurtenis is het optreden van wateroverlast in een woonwijk. Deze gebeurtenis kan effect hebben op alle kernwaarden. Bijvoorbeeld: als mensen door wateroverlast gewond raken of ziek worden, heeft dit impact op de kernwaarde “Veiligheid en gezondheid”. Bereikbaarheid wordt beïnvloed als het niet meer mogelijk is door straten te rijden en wanneer bestemmingen onbereikbaar worden. Schade kan optreden als water in woningen komt. De ernst van een effectcategorie stijgt naarmate de omvang van gewonden of zieken toeneemt, de verkeersfunctie van een weg groter is, of de schade in woningen stijgt. De ernstcategorie van het effect zal in een woonstraat vaak kleiner zijn dan op een drukke invalsweg of in een winkelgebied.

Het grootste effect wordt meegenomen naar de risicomatrix (zie de rechterkant van bovenstaande afbeelding). In dit geval is de ernst van het effect “aanzienlijk”. De herhalingstijd van de bui waardoor de wateroverlast optreedt is in dit geval eens per 100 jaar. Dit effect en deze kans bepalen samen het risico. In dit voorbeeld is dit een ‘matig risico’. Of er maatregelen moeten worden getroffen hangt af van het (maximale) risico dat men accepteert. Wanneer het risico te groot is, moeten maatregelen worden getroffen. Om te kunnen bepalen welk type maatregel het meest voor de hand ligt, wordt de denklijn uit onderstaande afbeelding gevolgd:

Afbeelding 2

Afbeelding: matrix voor het bepalen van het type maatregel.

Naast deze benadering wordt nog gekeken of de maatregel kostenefficiënt is.

Om inzicht te krijgen in de effecten van wateroverlast heeft de gemeente sinds 1988 een rioolmodel. In 2014 is op grond van de risicogestuurde systematiek een stresstest voor het gehele stedelijk gebied uitgevoerd, voor zowel de huidige situatie als voor de situatie onder klimaatverandering. De uitkomst van deze stresstest, in combinatie met de risicodialoog die met de raad is gevoerd, heeft geleid tot een uitvoeringsprogramma. Dit programma is belegd in het Gemeentelijk Rioleringsplan. Ondertussen zijn diverse maatregelen uitgevoerd of in voorbereiding. Voorbeelden zijn de aanleg van de Stadsbeek en het aanpakken van wateroverlast in de Oldenzaalsestraat. Naast de inzet op het uitvoeringsprogramma wordt waterberging en waterrobuustheid bij elke gemeentelijke ontwerpopgave meegenomen en wordt bij nieuwbouw een verplichte waterberging in het bestemmingsplan vastgelegd.

Vervolg van de risicodialoog

Momenteel voert de gemeente de risicodialoog alleen uit voor het thema wateroverlast en grondwateroverlast. Bij de uitvoering van wateroverlastmaatregelen, wordt op basis van de landelijke klimaateffectatlas gekeken of er ook hitte- of droogteproblematiek speelt. Waar mogelijk worden daar maatregelen voor meegenomen. Dat geldt ook voor thema’s als leefbaarheid, biodiversiteit, verkeer en sociale vraagstukken. Voor hitte en droogte zullen in regionaal verband nog verdiepende stresstesten worden uitgevoerd. Op basis van deze stresstesten kunnen nog beter onderbouwde afwegingen worden gemaakt en kan ook voor deze thema’s de risicodialoog starten.

Wat betreft de systematiek van risicogestuurd waterbeheer, is het de bedoeling dat er steeds meer informatie beschikbaar komt over de mogelijke effecten van wateroverlast, de kans op voorkomen en over kosteneffectieve maatregelen. Hiermee kunnen steeds betere afwegingen worden gemaakt. Hiertoe heeft Stichting RIONED inmiddels een “Risicodatabank Stedelijk Waterbeheer” beschikbaar gesteld, deze databank zal de komende jaren worden aangevuld.

Leerpunten

  • Breng beleidsmakers en de gemeenteraad in vroeg stadium bij elkaar om het gesprek over risico’s aan te gaan. Risicogestuurd beheer vraagt om een andere manier van denken dan traditioneel waterbeheer: Niet uitgaan van normen maar kijken welke effecten kunnen optreden, hoe vaak die voorkomen en wat je daarin wel of niet acceptabel vindt. En dat wordt afgewogen tegen de kosten van maatregelen om de risico’s te verlagen. Het afwegen van risico’s en de besluitvorming vergt een proces met meerdere iteraties, waarbij betrokkenen gaandeweg inzicht krijgen in de risico’s en de kosten om het risicoprofiel te verlagen.
  • Zorg voor begrijpelijke taal om het gesprek over risico’s aan te gaan. Om met partijen van verschillende achtergronden tot een afwegingskader te komen, is het van belang om niet te vervallen in het vakjargon van het waterdomein. Ga in gesprek over onderwerpen die iedereen snapt, in Enschede is daarom gekozen om te werken met kernwaarden. Dan gaat het bijvoorbeeld over de acceptatie van zieken of gewonden, of schade en hoe vaak dat wel of niet mag voorkomen.
  • Risicogestuurd beheer kan in elke gemeente toegepast worden. De risicotabellen zijn specifiek opgesteld voor de kernwaarden van de Gemeente Enschede, maar de methodiek is generiek toepasbaar. Iedereen kan zijn of haar kernwaarden formuleren en aangeven welke gebeurtenis bij welke effectcategorie thuishoort. In het rapport “Proeftuin Enschede: risicogestuurd (afval)waterbeheer (pdf, 1.1 MB)” is meer te lezen over risicogestuurd waterbeheer.

Contactpersonen

Rik Meijer 
Gemeente EnschedeR.Meijer@enschede.nl

Hendrikjan TeekensGemeente Enschedehj.teekens@enschede.nl

Projectsoort
Risicodialoog
Deelnemer
Gemeente Enschede
Schaal
Gemeente
Thema
Wateroverlast