Impactproject Risicodialoog voor een klimaatbestendige zakkende historische stad
De binnenstad Gouda daalt al meer dan 750 jaar. Een oplossing zou zijn om het waterpeil te verlagen. Maar uit angst voor funderingsproblemen voor panden op houten palen is dat al 50 jaar niet gedaan. Bewoners krijgen daardoor steeds meer te maken met vochtproblemen en overstromingen bij harde regenbuien. Om tot een oplossing te komen, werken gemeente en waterschap aan het Kaderplan Bodemdaling Binnenstad (KBB). Bij dit plan betrekken ze alle belanghebbenden, door risicodialogen met hen te voeren.
Fotograaf: inwoner binnenstad Gouda
Wie nemen deel aan de risicodialogen?
De gemeente en het waterschap hebben de risicodialogen gevoerd met twee gescheiden groepen:
- Met eigenaar-bewoners
- Met ondernemers, makelaars, woningcorporaties en andere belangenorganisaties in de binnenstad, bijvoorbeeld op het gebied van cultuur, erfgoed en wonen.
Wat is het doel van de dialogen?
Het doel van de dialogen is om antwoord te vinden op de volgende vragen:
- Het waterpeil moet weer omlaag, maar hoe ver is goed genoeg? Wanneer is overlast acceptabel?
- Wat kan de historische stad aan?
- Hoe gaan we om met de problemen die ontstaan bij houten palen? Wie betaalt?
- Welke oplossing is klimaatbestendig?
Wat waren de dilemma’s?
Met deze vragen stuitte Gouda op twee dilemma’s:
1. Hoe vraag je deelnemers wanneer zij overlast acceptabel vinden?
Gekozen oplossing:
- Organiseer een dialoog in meerdere stappen en krijg zo samen gevoel voor het probleem van overlast.
- Benader de deelnemers op zo’n manier dat de onderwerpen aansluiten bij hun beleving en belangen.
2. Hoe bereik je eigenaar-bewoners op een manier die zinvol is voor de risicodialoog? Hoe voorkom je dat de gesprekken te abstract blijven, als gevolg van theoretische materie? Gekozen oplossing:
- Focus het gesprek op verbetering in het hier en nu (tactisch niveau) en daarna op de centrale beleidsvragen (strategisch niveau).
- Focus op een klein gebied, zodat je ‘echt’ met elkaar in gesprek kunt komen.
Hoe werd de dialoog met eigenaar-bewoners gevoerd?
Eerst organiseerde de gemeente 12 huiskamergesprekken met eigenaar-bewoners. In totaal was 50 procent van de adressen vertegenwoordigd. De uitkomsten hiervan toetste de gemeente later op andere plekken in de stad. Het doel van de risicodialoog met eigenaar-bewoners was vooral om antwoord te vinden op de centrale beleidsvraag ‘Wat is de beste aanpak van overlast op de lange termijn?’ Maar in plaats van deze vraag te stellen, begon de gemeente bij het perspectief van de bewoners. In een apart project zocht ze samen met bewoners van één straat naar een aanpak van de overlast daar op de korte termijn. Het gesprek werd op deze manier heel concreet en kreeg diepgang. Op deze manier is het ook gelukt om bij de bewoners gevoel te creëren bij de centrale beleidsvraag en de positie van andere belanghebbenden.
Wat waren de resultaten?
De dialogen leverden resultaten op voor de aanpak van overlast op de korte en lange termijn. Voor de korte termijn leidde het tot een concrete aanpak, waarvan de uitvoering en evaluatie met bewoners plaatsvindt in de periode tot september 2020:
- Start proef ‘aanspreekpunt woningverbetering’: bewoners kunnen bij één persoon terecht met vragen over het verbeteren van hun woning.
- Bewoners krijgen regelmatig voorlichting over hoe ze hun woning kunnen verbeteren.
- Start project verbetering riolering privéterrein: bewoners onderzoeken hoe zij met elkaar de riolering en hemelwaterafvoer duurzaam kunnen verbeteren.
En dit waren de resultaten voor de aanpak van overlast op de lange termijn:
- Bevestiging: overlast komt overal voor in het probleemgebied.
- Bewoners zien overlast als ‘fact of life’: hun woongenot lijdt er niet erg onder.
- Bewoners vinden incidentele overlast door regen erger dan permanente grondwateroverlast. Er is weinig oog voor gezondheidsaspecten van vocht in huis.
- Er is draagvlak om het waterpeil te verlagen. Maar hoe ver, daarover hebben bewoners geen specifiek standpunt.
- Veel bewoners lijken bereid te zijn om een financiële bijdrage te leveren aan eigenaren die funderingsproblemen krijgen door peilverlaging.
Hoe werd de dialoog met belangenorganisaties gevoerd?
De gemeente organiseerde zeven thematische denktankbijeenkomsten voor belangenorganisaties, waarvan één op speciaal verzoek van de deelnemers. Met hen kon de gemeente wel meteen in gesprek over de centrale beleidsvragen. Om de dialogen goed te kunnen voeren, was het noodzakelijk om eerst de kennisachterstand van de gesprekspartners te overbruggen. Dat gebeurde door ze mee te laten kijken naar de variantenstudie, waarin verschillende technische oplossingen zijn onderzocht om het waterpeil te verlagen. Ruim 50 vertegenwoordigers van belangenorganisaties en keken mee, samen met een aantal andere geïnteresseerden.
Wat waren de resultaten?
De dialoog met belangenorganisaties leverde de volgende resultaten op:
- Vooral belangenorganisaties op het gebied van erfgoed, cultuur, waterrecreatie en makelaars vinden de mogelijke oplossingen voor de wateroverlast interessant. Het thema leeft veel minder bij ondernemers van winkels en horeca.
- Er bestaan veel misverstanden over funderingen: de kwaliteit van bepaalde types, de mogelijkheden om panden op palen te zetten, hoe het openen van grachten kan bijdragen aan een klimaatbestendige stad.
- Veel belangenorganisaties onderschatten de bestaande overlast.
- Er is veel aandacht voor waterrecreatie in de stad.
- Veel belangenorganisaties willen dat eerder gedempte grachten weer opengaan.
- Belangenorganisaties verwachten dat de overheid veel doet om problemen op te lossen en dat ze veel verbeteringen financiert.
De risicodialoog met belangenorganisaties over de centrale beleidsvragen gaat hierna de formele fase in. Het Kaderplan Bodemdaling Binnenstad wordt ter visie gelegd. De gemeenteraad van Gouda en de Verenigde Vergadering van Rijnland stellen het plan vast.
Ik, overlast?
De dialoog met eigenaar-bewoners startte met een serie huiskamergesprekken. We kregen op die manier inzicht in de mate en beleving van overlast. Tijdens deze gesprekken werd duidelijk dat mensen blind kunnen worden voor overlast. Een bewoner gaf aan dat ze geen overlast had, waarop de gespreksleider naar een schimmel twee meter boven de vloer wees: “En dat dan?”. Bewoner: “Oh ja, optrekkend vocht, dat is waar ook.”
Bijzonderheden
Alle betrokkenen in Gouda hebben er belang bij dat het grondwaterpeil verlaagd wordt. Maar er zijn ook mensen die in de problemen komen bij die oplossing: de eigenaren van huizen met een houten paalfundering. Uit de discussie over kostenverdeling bleek dat veel betrokkenen bereid zijn om dat probleem samen op te lossen. Een bewoner pleitte zelfs voor de oprichting van een VVE voor de binnenstad, en zo de kosten voor funderingsproblemen onderling te verdelen.
Leerpunten
-
De ‘indirecte’ aanpak bij eigenaar-bewoners werkte goed. Daardoor kreeg de gemeente uiteindelijk ook een goed beeld van hoe de eigenaar–bewoners dachten over de centrale beleidsvraag.
-
De wereld van belangenorganisaties is totaal anders dan die van eigenaar-bewoners. Daarom was het goed om voor beide groepen een apart traject op te starten.
-
Focussen op één straat creëert diepgang, maar daarmee loop je ook risico op gebrek aan representativiteit. Een toets-ronde op andere plekken in de stad bleek een goede oplossing.
-
Een serie gesprekken waarin je elkaar kan leren verstaan, helpt enorm voor de diepgang.
-
De aanpak is zeer arbeidsintensief en de moeite waard.
-
In de eerste twee maanden maakten maar 2 van de 130 adressen gebruik van het aanspreekpunt woningverbetering. Bewoners hadden in de dialoog aangegeven dat ze zo’n aanspreekpunt een goede oplossing vonden. Maar het is nog iets anders om er ook zelf gebruik van te maken.
Contactpersoon
Luuk Jacobs
Luuk Jacobs Communicatieadvies
luuk@luukjacobs.nl