Klimaatstresstest voor natuur- en landbouwgebieden boven het Noordzeekanaal
Klimaatverandering heeft gevolgen voor natuur en landbouw. Zo zal de beschikbaarheid van zoetwater de komende jaren een probleem worden en wordt het risico op slechte oogsten groter. De provincie Noord-Holland heeft daarom een klimaatstresstest laten uitvoeren naar de landbouw en natuur die het meest voorkomt boven het Noordzeekanaal. Dit is een eerste stap om de invloed van klimaatverandering in dit gebied te verkennen. De resultaten zal de provincie gebruiken om een risicodialoog met belanghebbenden te voeren.
Wat is er onderzocht?
Deze klimaatstresstest geeft voor zes deelgebieden inzicht in de grootste risico’s en kansen: Texel, Noordelijk zandgebied, Wieringermeer, West-Friesland, Noord-Kennemerland-binnenduinrand en Laag Holland. Sweco en Wageningen University and Research (WUR) hebben de stresstest samen uitgevoerd. Voor de landbouw is invloed van klimaatverandering onderzocht door te kijken naar een aantal kenmerkende gewassen. De aanname is dat andere gewassen binnen hetzelfde type teelt last hebben van vergelijkbare klimaateffecten. Voor de natuur is de invloed van klimaatverandering op beheertypen in beeld gebracht. Beheertypen zijn gedefinieerde soorten natuur die bestaan uit een groot aantal soorten dieren en planten. Er zijn 60 beheertypen in Noord-Holland. Voorbeelden hiervan zijn open akkerland, graslanden en weidevogelgrasland.
Wat zijn de grootste risico’s voor de landbouw?
Klimaatverandering leidt tot verlies in de opbrengst van gewassen. Hier zijn verschillende oorzaken voor:
- In Noord-Holland is er op verschillende plekken een risico op verzilting: de bodem wordt langzaam zouter. Nu is er nog genoeg zoet water om dat risico tegen te gaan. Maar doordat het steeds vaker en langer droog wordt, zal het steeds lastiger worden om verzilting te bestrijden. Dit geldt vooral voor het Noordelijk Zandgebied.
- Door meer extreem weer vormt wateroverlast een bedreiging voor de landbouw. Door hagel, harde buien en hittegolven kunnen oogsten verloren gaan.
- Doordat er minder vaak strenge vorst is in de winter, zullen er meer ziekten en plagen komen. Daarnaast heeft de afname van strenge vorst een negatief effect op de bodemstructuur.
- Bij warme en natte zomers komen er meer plagen en ziektes. Dat geeft vooral problemen in de aardappel, wortel- en tulpenteelt.
Wat zijn de grootste risico’s voor de natuur?
De grootste risico’s voor de natuur zijn droogte en verzilting. Wateroverlast van hevige buien is ook een risico maar minder, omdat hevige buien meestal kort duren. Hieronder lees je welke risico’s er zijn door droogte en verzilting:
- Droogte versterkt effecten van verzuring en vermesting waardoor schrale natuur wordt verdrongen.
- Droogte en hitte verhogen het risico op brand.
- Een risico voor droogte bestaat vooral voor de binnenduinrand, zoals de natte natuur in de duinen van Texel. Ook in het veenweidegebied van Laag Holland leidt droogte tot bodemdaling en daardoor tot onherstelbare schade aan natuur.
- In Noord-Holland is verzilting een minder risico voor natuur dan in andere Nederlandse gebieden. Zo hebben de veenmosrietlanden bijvoorbeeld juist baat bij verzilting. Toch vormt verzilting ook hier een risico. Vooral bomen zijn gevoelig voor zout.
- Als het te droog is of er risico is op verzilting, wordt er weleens water vanuit een ander gebied gebruikt. Maar gebiedsvreemd water is voor natuur vaak schadelijk.
Adviezen voor de risicodialoog
Naar aanleiding van de uitkomsten van de stresstest geven Sweco en de WUR een aantal adviezen voor de risicodialoog:
- Ga hierna verder met een bredere aanpak per deelgebied. Zo kun je samen met direct betrokkenen de klimaateffecten aanpakken en ze ook meekoppelen met andere belangrijke opgaven in het landelijk gebied.
- Benut kansen voor waterberging in natuurgebieden.
- Maak de landbouw klimaatbestendig met behulp van technologie en innovatie, door kennis over natuurlijke bestrijding van ziekten en plagen te versterken en te delen, door kringlooplandbouw uit te werken en door meer inzicht te krijgen in de nodige aanpassingen en financiële weerbaarheid.
- Werk toe naar een robuustere natuur, die zich makkelijker aan veranderende omstandigheden kan aanpassen.
- Monitor de effecten.
- Hou ook rekening met de landelijke en internationale keuzes en wetgeving.
Bijzonderheden
De stresstest heeft voor de provincie duidelijk gemaakt dat klimaatverandering ook grote gevolgen heeft voor het landelijk gebied. Het is daarom belangrijk om met de omgeving gebiedsgericht te bekijken hoe het landelijk gebied klimaatadaptief kan worden ingericht. Dat is maatwerk. De gevolgen van wateroverlast, hitte en droogte hebben verschillende effecten op de beheertypen en natuursoorten, maar ook op type ondergrond, gebruik, en biotische en abiotische factoren zoals waterkwaliteit. De transitieopgave van de landbouw en het vergroten van de biodiversiteit zijn verbonden met klimaatverandering. In dat kader moet bijvoorbeeld ook bekeken worden hoe we schadelijke exoten bestrijden en hoe we genoeg water beschikbaar houden om natte natuur te beschermen.
Leerpunten
Klimaatverandering zal resulteren in een ander Noord-Holland. De landbouwsector is innovatief en kan zich goed aanpassen. Maar natuur is gebonden aan Europese doelen (natura 2000). Die doelen zijn vooral gericht op herstel van huidige soorten en houden nog geen rekening met klimaatverandering. Hier valt nog veel winst te behalen.
Contactpersoon
Annebet van Duinen
Provincie Noord-Holland
klimaatadaptatie@noord-holland.nl