Schiphol Group test waterbergingssystemen op Schiphol


Luchthavenbedrijf Schiphol Group legt een grote vliegtuigparkeerplaats aan op de luchthaven Schiphol: het U-platform. Bij de bouw van deze parkeerplaats legt Schiphol Group een systeem aan van ondergrondse waterbergingen. Het systeem wordt nu getest in een pilot.

Wat was de aanleiding voor de pilot?

De Luchthaven Schiphol ligt in de Haarlemmermeerpolder. Als Schiphol verharding aanbrengt dan moet ze het oppervlak van de verharding compenseren door extra open water aan te leggen. Dit gebeurt volgens het beleid van het waterschap Hoogheemraadschap van Rijnland, waar de Haarlemmermeerpolder onder valt. In dit geval gaat het om de aanleg van drie vliegtuigparkeerplaatsen en een rijbaan. Hierdoor moet er ook veel open water aangelegd worden. Voor de Schiphol Group is dit veel kostbare ruimte. Het betekent dat Schiphol Group minder flexibel is om in het gebied andere toekomstige ontwikkelingen te realiseren. Daarom onderzoekt Schiphol in een pilot verschillende alternatieven voor open water. Voor die pilot heeft ze samen met het waterschap, ingenieursbureaus en de aannemer van de luchthaven een werkgroep samengesteld.

Waarom wil het waterschap open water naast verharding?

Extra verharding vergroot het risico op wateroverlast in de polder. Dit risico kun je verkleinen door open water aan te leggen. Daarmee creëer je capaciteit om regenwater van extreme buien op te vangen, voordat het water uit de polder wordt afgevoerd via de gemalen. Zo zorg je ervoor dat het waterpeil in de polder niet te hard stijgt. Het waterschap verplicht ontwikkelaars 15% van het aangebrachte oppervlak terug te brengen als open water. Bijvoorbeeld in de vorm van extra watergangen of vijvers.

Hoe heeft de werkgroep de pilot aangepakt?

De werkgroep van de pilot heeft verschillende waterbergingssystemen ontworpen die de waterhuishouding in de polder kunnen ontlasten. Eerst heeft ze geïnventariseerd wat er in de buurt van de vliegtuigparkeerplaatsen allemaal mogelijk is om regenwater tijdelijk te bergen. Daarna verzamelde ze praktijkervaringen en bedacht ze systeemoplossingen die aan de eisen van het waterschap moesten voldoen. Ook bedacht ze criteria om de verschillende alternatieven te evalueren: Hoeveel kost de oplossing? Hoeveel tijd kost het om deze te realiseren? Is de oplossing haalbaar? Kunnen we het ook op grotere schaal toepassen? Wat zijn bijkomende voor- nadelen?

Welke oplossingen zijn het meest kansrijk?

Van alle oplossingen die de werkgroep bedacht, voldeden er drie aan de eisen en criteria. De drie waterbergingssystemen kun je apart of samen toepassen. In de pilot zijn ze als volgt op elkaar aangesloten:

  • Over-gedimensioneerde goot: Het regenwater stroomt van de rijbanen en het platform naar een goot die veel groter is dan de norm voorschrijft. Deze goot ligt direct naast de rijbaan. Als de goot voor 70% vol is, stroomt het water door naar een waterbergende fundering of een krattensysteem. Beide systemen worden hieronder uitgelegd.
  • Waterbergende fundering: Het regenwater stroomt vanuit de goot naar een fundering die voor 40% uit holle ruimtes bestaat. Daar wordt het water tijdelijk opgeslagen. Deze fundering komt onder de buitenste randen van de rijbaan, die in principe niet gebruikt wordt door vliegtuigen. Hierdoor krijgt de fundering een extra functie: hij slaat ook water op.
  • Krattensysteem onder de grond: Het regenwater stroomt via de goot ook naar een krattensysteem dat onder de groenstrook naast de rijbaan is aangebracht. Het krattensysteem slaat tijdelijk water op. Zo ontstaat ook onder de groenstrook een extra functie.

De systemen zijn alle drie met een versmalde afvoer van ongeveer 30 mm aangesloten op de omliggende watergangen. Door de kleine afvoer ontstaat er een opstuwing in het systeem en vullen de systemen zich met water. Over een langere periode stroomt het water nu langzaam naar de watergangen waardoor het watersysteem in de polder wordt ontlast. Door de aanleg van de systemen onder en naast de rijbaan maakt Schiphol slim gebruik van de ruimte: grond wordt voor meerdere functies gebruikt en ze hoeft geen extra open water aan te leggen.

Bijzonder! Samen alternatieven zoeken voor beleid

Bijzonder aan dit project is dat het waterschap bereid was om mee te denken over oplossingen. In de werkgroep dachten alle belangrijke partijen die bij dit project betrokken waren, samen na over de alternatieven. Hierdoor waren de leden van de werkgroep enthousiast en gedreven. Binnen de wetgeving vond de werkgroep een alternatief voor de bestaande norm.

Hoe worden de systemen getest?

Om de echte werking van de waterbergingssystemen te kunnen beoordelen, koos de werkgroep een geschikte testlocatie. Daar heeft ze de drie waterbergingssystemen en een monitoringssysteem geplaatst. Dit monitoringssysteem bestaat uit sensoren die informatie verzamelen over de werking van het systeem. Zo kan de werkgroep de regenintensiteit, de bergingscapaciteit en de afvoersnelheid monitoren.

Hoe goed werken de systemen?

De gegevens uit het monitoringssysteem van de pilot moeten aantonen dat de waterbergingssystemen voldoen aan de doelstellingen van het waterschap en de verwachtingen van Schiphol. De waterbergingssystemen zijn getest en sinds een aantal maanden in gebruik. Zowel uit de testen als uit het gebruik in de eerste maanden blijkt dat de systemen goed werken.

Hoe gaat het nu verder?

In nieuwe projecten met veel verharding kan Schiphol Group nu afspraken maken met het waterschap over het percentage van de verharding dat ze moet compenseren met open water. Door de waterbergingssystemen aan te leggen, hoeft Schiphol Group minder open water aan te leggen. Schiphol Group onderzoekt ook andere locaties waar ze de waterbergingssystemen zou kunnen toepassen, zoals onder parkeerterreinen, fietspaden en groenstroken. Inmiddels heeft ze de systemen al in drie projecten toegepast.

Leerpunten

Schiphol Group heeft tot nu toe het volgende van de pilot geleerd:

  • Draagvlak voor andere oplossingen: Met de pilot wilde Schiphol laten zien dat de doelstellingen van het waterschap ook op een andere manier bereikt kunnen worden. Om daar draagvlak voor te creëren waren twee dingen belangrijk: de oplossingen goed onderbouwen en alle betrokken partijen enthousiasmeren.
  • Samenwerken met verschillende partijen: Door samen te werken met het waterschap, aannemers en ingenieurs, kwam Schiphol Group sneller tot innovatieve oplossingen.
  • Werkgroep met diverse kennis: In de werkgroep zaten mensen met alle noodzakelijke kennis. Daardoor was het makkelijk om de voor- en nadelen van verschillende ideeën snel met elkaar te delen.
  • Pilot afstemmen op intern beleid: De pilot past in het beleid van Schiphol: Schiphol zoekt naar en investeert in innovaties die minder belastend zijn voor het milieu.

Contactpersoon

R. Kooper
Schiphol groep
Kooper@schiphol.nl


Projectsoort
Uitgevoerde maatregel
Deelnemer
Schiphol Group, Hoogheemraadschap Rijnland & Heijmans
Schaal
Wijk / buurt
Thema
Wateroverlast