Groene Buren stimuleren andere Almeerders om hun tuin te vergroenen
Om als gemeente klimaatbestendig te worden en de biodiversiteit te versterken, is het belangrijk dat ook inwoners bijdragen. Maar hoe stimuleer je ze om dat te doen? In Almere hebben ze daar iets slims op bedacht. Almeerders die al ervaring hebben met vergroenen, kunnen ‘Groene Buur’ worden. Ze krijgen dan handvatten om buurtgenoten aan te moedigen hun tuin te vergroenen. Uit onderzoek blijkt dat er genoeg te doen is in Almere: maar liefst 79 procent van de tuinen is met tegels of stenen bedekt. Door tuinen groener te maken help je hittestress en wateroverlast tegen te gaan.
Hoe is het project ontstaan?
Opbouwwerker en sociaal ondernemer Sacha de Ruiter wilde grote thema’s zoals klimaatadaptatie, biodiversiteit en duurzaamheid concreet maken voor bewoners. Dat deed ze door deze grote thema’s te vertalen naar iets wat dichtbij ze staat: hun eigen tuin. De Ruiter is in mei 2020 met het project gestart. De gemeente hielp financieel mee en droeg bij door het project in de publiciteit te brengen. De Ruiter vond de eerste ‘Groene Buren’ in haar eigen netwerk in Almere. Ook hebben bewoners zich gemeld via het gemeenteprogramma Groen en Gezond Almere.
Wat doet een Groene Buur?
Iedereen kan een Groene Buur worden. Je kunt contact met de organisatie opnemen als je interesse hebt. Als je besluit om ook echt een Groene Buur te worden, krijg je een startpakket. Daarin zitten onder meer een jas met het logo van het project en een tuinpaal waarop staat: ‘Ik ben Groene Buur’. Daarmee zijn alle deelnemers zichtbaar voor de buurt. Daarnaast organiseert de projectleider bijeenkomsten voor de Groene Buren. Zo kunnen ze elkaar leren kennen en ook helpen, bijvoorbeeld door tips uit te wisselen of gereedschap uit te lenen.
Wat zijn de resultaten?
Binnen vijf maanden hebben 55 deelnemers zich aangesloten bij dit project. 40 daarvan zijn nu ook echt actief. Zij ondersteunen de anderen en krijgen daarbij hulp van projectleider Sacha de Ruiter. De reacties zijn positief. De deelnemers hebben veel contact met elkaar en wisselen kennis en ervaring uit. Het project zorgt bovendien weer voor andere initiatieven:
- Er is een werkgroep ‘Groene Daken Collectief’ opgericht.
- Deelnemers hebben een stekjesruildag georganiseerd, sommige hebben zelfs een plantenbibliotheek of stekjestafel aan huis ingericht.
- Eén deelnemer is ‘De Bezige Buur’ gestart: een spin-offproject om zwerfafval in de buurt tegen te gaan.
- Een grote groep deelnemers heeft meegedaan om honderden sneeuwbalstruiken uit te delen. Een kweker in Amstelveen kon deze struiken door corona niet verkopen. Met de uitdeelactie voorkwamen de deelnemers dat de struiken weggegooid werden.
- De Groene Buren kunnen voor vragen over openbaar groen en onderhoud terecht bij de wijkregisseurs. De wijkregisseurs weten hierdoor beter wat er in hun wijk speelt.
- Twee kinderen van 9 en 13 helpen ook mee. Zij pleiten nu voor een kindervariant van de Groene Buur, omdat zij ‘de grote mensen van later’ zijn.
Leerpunten
Uit het project komen de volgende leerpunten naar voren:
- Het werkt niet als je mensen duurzaamheid probeert op te leggen. Wat werkt is het goede voorbeeld geven en dat uitdragen.
- Als de projectleider enthousiast en bevlogen is, dan worden de deelnemers dat ook. En enthousiasme bij deelnemers is belangrijker dan kennis over groene tuinen.
- Door regelmatig bijeenkomsten te organiseren kunnen de deelnemers elkaar blijven inspireren. Deze bijeenkomsten vergroten ook het netwerk.
- Als je als gemeente een informatieavond voor bewoners organiseert over je bomenbeleid, dan zorg je voor meer begrip. Veel Groene Buren zijn nu ambassadeurs die het gemeentebeleid over openbaar groen aan anderen uitleggen. Daarvoor hoeven ze het niet per se eens te zijn met dit beleid.
Contactpersoon
Sacha de Ruiter
Sacha@duurzaamsociaal.nl