Klimaatbestendige tuinen - Hoe stimuleer je burgers om hun tuin te vergroenen?

Gepubliceerd 23 januari 2017

Naar verwachting krijgt Nederland in de toekomst steeds vaker te maken met extreem weer. Dit houdt in dat er vaker hevige regenbuien zullen zijn, een toename is van droge perioden en er vaker zomerse en tropische dagen worden verwacht. De openbare ruimte, maar ook (private) tuinen zijn niet op deze klimaatverandering ingericht.

In 2016, heeft Deltares in samenwerking met RIVM, ECN en SCP een onderzoek gedaan met als hoofdvraag: “Hoe kunnen gemeenten bewoners beïnvloeden om hun tuinen en daken klimaatbestendiger in te richten?”. De opdrachtgever hiervoor was het Stimuleringsprogramma Ruimtelijke Adaptatie (SRA) en het Behavioural Insight Team (BIT) van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu (IenM). Het onderzoek bestond uit een sanity check en een gedragsanalyse.

Sanity check
Uit de sanity check blijkt dat er technische oplossingen voorhanden zijn om de gevolgen van extreme regenval, hitte en droogte tegen te gaan. Een voor de hand liggende oplossing is het vergroenen van de (publieke en) private ruimte in de stad. Meer groen in stedelijke tuinen zorgt bijvoorbeeld voor een betere verwerking van het regenwater en dus minder druk op de capaciteit van het riool. Ook zorgt meer groen in de stad voor een betere regulatie van temperatuur en luchtvochtigheid. Maar hoe zet je tuineigenaren aan tot het vergroenen van hun tuin, of tot ‘groen gedrag’ bij de (her)inrichting van hun tuin?

Gedragsanalyse
Het is niet waarschijnlijk dat één algemene interventie geschikt is voor alle huishoudens met een tuin. Daarom is in deze gedragsanalyse niet gericht op een specifieke groep tuineigenaren. Er is gekeken naar vijf verschillende gedragsbepalende factoren: persoonlijke omstandigheden, bekwaamheden, motieven, sociaal culturele omgeving en het menselijk keuzeproces.

Zo spelen bij persoonlijke omstandigheden zaken als gezinssamenstelling en de leeftijd van bewoners een rol. Bij bekwaamheden komen bijvoorbeeld vroege bekendheid en ervaring met tuinieren naar voren als gedragsbepalende factor.

Vervolg
Voor een volgende fase wordt aanbevolen om praktijkonderzoek te doen en zo een lerende aanpak te ontwikkelen. De interventies die daaruit naar voren komen, kunnen tegelijkertijd gebruikt worden om een aantal gedragsbepalende factoren te onderzoeken. Dit heeft onder andere vorm gekregen tijdens een sessie op de Netwerkdag Ruimtelijke Adaptatie, een bijeenkomst die door het Deltaprogramma is georganiseerd op 19 januari in de Utrechtse Jaarbeurs.