De droogte van 2018 - Een analyse op basis van het potentiële neerslagtekort
Zomers waarin het zo droog was als die van dit jaar, komen eens in de dertig jaar voor. Dat blijkt uit onderzoek van het KNMI. Sinds 1906, het begin van de metingen, was het slechts in vier zomers droger. In een rapport blikt het KNMI terug op de zomer van 2018. Ook hebben we een interactieve kaart gemaakt die op iedere plek in Nederland het neerslagtekort toont.
Het was deze zomer niet alleen droog, maar ook uitzonderlijk warm en de zon scheen uitbundig en vaak. Daardoor werd het nog droger dan het al was. De zomer werd veelvuldig vergeleken met die van 1976. Dit droogste jaar ooit komt eens in de negentig jaar voor. Over de afgelopen eeuw hebben de toename in regen in de zomer en de verdamping door warmere en zonniger zomers elkaar gecompenseerd en is er geen trend in droogte te zien.
De kans op een droge zomer zoals die van 2018 is tot nu toe niet veranderd door het versterkte broeikaseffect en we kunnen de droogte er niet (gedeeltelijk) aan toeschrijven. Uit klimaatonderzoek komt naar voren dat het zuiden van Europa droger wordt en het noorden natter. Nederland zit daar precies tussenin en dat betekent dat het nog beide kanten op kan gaan. Wel blijkt uit recent onderzoek dat de kans op droogte toeneemt in de toekomst.
Hoe wordt droogte berekend?
Van droogte is sprake als het een lange tijd minder regent dan normaal in combinatie met een grote verdamping. Internationaal zijn er allerlei methoden in gebruik om te berekenen hoe droog het is. Het KNMI werkt met het ‘potentieel neerslagtekort’ om droogte in kaart te brengen. Het potentieel neerslagtekort is het verschil tussen hoeveel regen er valt en hoeveel water er verdampt. Bij de berekening wordt uitgegaan van een gemiddelde voor heel Nederland. Omdat Nederland verschillende landschappen heeft (verschillende grondsoorten en begroeiing), wordt als uitgangspunt een kort geknipt grasveld genomen dat optimaal voorzien is van vocht om zo de verdamping vast te kunnen stellen.
Neerslagtekort lokaler
Het potentieel neerslagtekort kijkt naar een gemiddelde van Nederland. Via een grafiek toont het KNMI dat gemiddelde in vergelijking met 1976 en de vijf procent droogste jaren. Deze zomer bleek de vraag naar meer lokale gegevens groot. Om die reden is een nieuwe interactieve kaart ontwikkeld. Uitgangspunt voor de kaart vormen beelden van de KNMI-neerslagradars die met ruim 300 KNMI-neerslagstations zijn gekalibreerd. Deze neerslagkaarten met een resolutie van 1 bij 1 kilometer zijn gecombineerd met verdampingskaarten om het neerslagtekort op hoge resolutie te berekenen. Voor ieder punt in de kaart wordt het verloop van het neerslagtekort gedurende het seizoen getoond in de vorm van een grafiek.
Bron: KNMI