De waterbestendige stad, meerlaagsveiligheidsbenadering toegepast op de regio Amsterdam


Hoe kan Amsterdam, gegeven de klimaatverandering en de ruimtelijke ontwikkelingen, zijn waterbestendigheid behouden en vergroten? Dat was de centrale vraag in een gebiedspilot waarin onderzoek is gedaan naar algemeen bruikbare strategieën voor de toepassing van meerlaagsveiligheid in stedelijke gebieden. Onderzocht is:

  • wat de huidige veiligheidsrisico’s zijn in de regio Amsterdam
  • wat de mogelijke consequenties zijn van klimaatveranderingen en van een verscherping van de normen voor de waterveiligheid
  • wat mogelijke oplossingsrichtingen en keuzes zijn voor het vergroten van de waterveiligheid in verschillende deelgebieden in de stad

Resultaten

De Waterbestendige Stad is een van de zes gebiedspilots in het Deelprogramma Veiligheid van het Deltaprogramma, waarin de noodzaak en de consequenties van nieuwe waterveiligheidsnormen en de toepasbaarheid van de zogenaamde meerlaagsveiligheidsbenadering zijn onderzocht. Deze benadering houdt in dat door een combinatie van maatregelen in verschillende lagen het gewenste waterveiligheidsniveau (beperking van schade en slachtofferrisico) wordt bereikt. De maatregelen vallen uiteen in drie categorieën: het versterken van waterkeringen (laag 1), een duurzame ruimtelijke inrichting (laag 2) en crisisbeheersing (laag 3). De gezamenlijke bevindingen van de gebiedspilots zijn gerapporteerd in een syntheserapport.

In de regio Amsterdam is de veiligheidsopgave complex. Het betreft een dichtbevolkt stedelijk gebied vlakbij een industrieel havengebied, dat is gelegen binnen drie dijkringen met verschillende beschermingsniveaus. Er zijn overstromingsdreigingen vanuit verschillende bronnen (Noordzee, Lek, Markermeer en het regionale watersysteem) en verder lopen twee primaire keringen dwars door de stad en zijn volledig bebouwd. De stad kent zowel opgehoogde delen als diepe polders en een grote ruimtelijke dynamiek (zoals langs de Noordelijke IJ-oever). Vanwege de ruimtelijke ontwikkelingen is er op korte termijn behoefte aan heldere richtlijnen over de bescherming tegen overstromingen.

Uit de pilot volgt dat laag 1 (preventie m.b.v. dijken) verreweg de beste en meest kosteneffectieve garantie biedt op een goede bescherming tegen overstromingen. Aanbevolen wordt het beschermingsniveau van de Lekdijk te verhogen. Daarnaast bieden maatregelen in laag 2 (ruimtelijke inrichting) en laag 3 (calamiteitenbeheersing) mogelijkheden de risico’s verder te beperken. Bij nieuwbouw en herstructurering liggen er kansen om maatregelen kosteneffectief te koppelen aan vitale infrastructuur. De Veiligheidsregio’s blijken niet te zijn toegerust voor operationele acties en leiding tijdens grootschalige overstromingen. Het handelingsperspectief van de inwoners en bedrijven is beperkt.

Voor een succesvolle toepassing van de meerlaagsveiligheidsbenadering is op een aantal gebieden visievorming van het rijk nodig, omdat het bovenregionale afwegingen vraagt:

  • Aanbevolen wordt een landelijke visie op evacuatieroutes te ontwikkelen, zodat bij verbreding van snelwegen of uitbreiding van railinfrastructuur een afweging plaatsvindt of verdiepte aanleg of de aanleg van tunnels vanuit het perspectief van overstromingsrisico’s en evacuatiestrategieën wenselijk is.
  • Door nutsvoorzieningen dusdanig aan te leggen dat compartimentering per polder of deelgebied mogelijk is kunnen bij overstromingen keteneffecten op naburige regio’s worden beperkt. Dit vraagt om sturing vanuit het Rijk.
  • Een visie op nut en noodzaak van vergroting van het handelingsperspectief van de crisisbeheersing bij grootschalige overstromingen.
  • Vorm één Randstaddijkring waar Amsterdam en Utrecht in zijn geheel in liggen. Het achterliggende idee is dat dit de mogelijkheid biedt in de toekomst het beschermingsniveau van deze regio verder te verhogen wanneer inwoneraantal en economische waarde verder toenemen. Bovendien is de verwachting dat overstroming van de Randstad steeds minder acceptabel wordt geacht gezien de grote economische impact, maatschappelijke ontwrichting, etc.

De status van de primaire categorie c-keringen staat nog wel eens ter discussie in het waterveiligheidsbeleid, terwijl ze voor een aantal regio’s cruciaal zijn. In het nieuwe veiligheidsbeleid de status dient dit duidelijk te worden omschrijven, met name wanneer het veiligheidsniveau van voorliggende primaire a-keringen wordt aangepast of dijkringen worden samengevoegd.


Resultaten verschenen op
Projectsoort
Onderzoek
Deelnemer
Gemeente Amsterdam
Schaal
Regio
Thema
Overstroming