“De historische watersystemen zijn heel ingenieus”
Het Lankheet is een middeleeuws landgoed in Twente, vlak bij Haaksbergen. Het staat vooral bekend om zijn vloeiweiden: weiden die sinds de veertiende eeuw via geulen, kanaaltjes, opvangbekkens en verdeelpunten nat worden gehouden. In de middeleeuwen werden deze vochtige weiden gebruikt om hooi van te oogsten, ze heten daarom ook wel hooilanden. De afgelopen jaren zijn deze weiden en de veertiende-eeuwse watersystemen hersteld. Eric Brinckmann, mededirecteur van Het Lankheet en betrokken bij verschillende onderzoeksinstellingen, is verantwoordelijk voor de waterprojecten in het gebied. Hij vertelt over de maatregelen die vanuit het Deltaprogramma Zoetwater zijn gefinancierd.
Water beter verdelen
Waterberging en bevloeiing zijn oude watertechnieken die nu weer gebruikt worden om het water beter te verdelen. Eric Brinckmann: “Door het water in de bodem vast te houden als een soort spons kun je het tijdens droge periodes weer gebruiken. Door stromend water in de bodem te brengen, maken we de bodem weer actief. Stromend water zorgt namelijk voor extra zuurstof in de bodem en stimuleert bodemprocessen. Met de herstelde watersystemen experimenteren we om de hooilanden te bevloeien. We zetten bijvoorbeeld het land een aantal dagdelen onder water. Het is belangrijk dat het stromend water is, want alleen in stromend water zit zuurstof. Als het water stilstaat, krijg je juist wortelrot.”
Door stromend water in de bodem te brengen, maken we de bodem weer actief. Het is belangrijk dat het stromend water is, want alleen in stromend water zit zuurstof.
Doel is om het water net zo goed en precies te verdelen als de veertiende-eeuwse watersystemen dat deden. “Het zijn hele ingenieuze systemen, waar we ontzettend veel van kunnen leren,” vertelt Eric. “Daarom combineren we oude én nieuwe technieken. Zo maken we gebruik van oude vloeisystemen en moderne duikers met schuiven. Met een speciaal ontworpen stuw waar vissen doorheen kunnen, zorgen we voor meer zuurstof in het water en met behulp van kantelstuwen en vloeigoten kunnen we het water beter verdelen. Hoe historisch de vloeiweiden ook zijn, de techniek is overal toepasbaar waar partijen samenwerken om water vast te houden. Iedereen die wil weten hoe het werkt, kan een kijkje nemen op www.hetlankheet.nl.”
De veertiende-eeuwse watersystemen zijn hele ingenieuze systemen, waar we ontzettend veel van kunnen leren.
Meten van het bodemleven
Een belangrijk onderdeel van het project is het meten van de bodem. “Uit onze metingen bleek dat het organische stofgehalte op een topniveau zit. Maar dat zegt eigenlijk niks, want we weten niet of die organische stof door het bodemleven ook echt wordt omgezet in voedzame stoffen voor het gras“, stelt Eric. “In de periode voor de afgelopen droge jaren hebben we gemeten of de bodem anders reageert als we micro-organismen aan het vloeiwater toevoegen. Ondanks dat de percelen, seizoenen en temperatuur uiteenlopen, was er inderdaad een verschil meetbaar.” Om echt tot wetenschappelijke inzichten te komen over de vitaliteit van de bodem, is het nodig om over een periode van meerdere jaren met proefvakken te gaan meten. Eric Brinckmann: “Dat is nog niet zo makkelijk. Het is de vraag hoe we een methode kunnen ontwikkelen die voor boeren bruikbaar en betaalbaar is.”
Het landgoed werkt voor dit onderdeel van het project samen met onderzoekers van Datura, het Nutriënten Management Instituut (NMI), De Baaij Advies en het Overijssels Particulier Grondbezit (OPG) onder de noemer ‘Sensorisch landschap’. Eric Brinckmann: “Met hun methode om het environmental DNA (eDNA) te meten, kunnen zij het bodemleven in kaart brengen. En met sensoren meten ze bodemvocht en CO2. Op basis van deze scans en het vermogen van de bodem om noodzakelijk vocht vast te houden, bekijken we de bodemdiversiteit en wat je kunt doen om de vitaliteit te verbeteren.” De meetkastjes staan verspreid over het landgoed het Lankheet en de meetresultaten kun je vinden op www.sensorischlandschap.nl.
Waarde van klimaatdiensten meetbaar
Veel boeren waren enthousiast om mee te doen aan de scans. Eric Brinckmann: “In zeer korte tijd hadden we 133 percelen verzameld, vaak meerdere percelen van één boer. In totaal zijn er ongeveer 75 boeren bij ons onderzoek betrokken. Met hen hebben we al een paar sessies georganiseerd om hun reacties op de scans en metingen te horen. Deze reacties geven nu al een indicatie van hoe beter bodembeheer eruit kan zien. Je kunt bijvoorbeeld gerichter of minder mesten, voor wisselend grondwaterbeheer kiezen, de beekdalen bevloeien of anders ploegen.” Volgens Eric hebben de droge jaren en de ontwikkeling van de landbouw bijgedragen aan de grote belangstelling: “Boeren zien zelf ook dat de huidige situatie niet houdbaar is. Een aantal van hen zit gevangen in het systeem. Ze zijn meegegaan met de continue schaalvergrotingen en een steeds intensievere productie. Voor boeren die extensiever, meer natuurinclusief produceren, maken we met het project ‘Sensorisch landschap’ de waarde van klimaatdiensten die zij leveren meetbaar. Want als je het bodemleven verrijkt, stoot je een stuk minder zware broeikasgassen uit zoals methaan en lachgas. En tegelijkertijd leg je meer koolstof vast. Bovendien versterk je de biodiversiteit.”
In totaal zijn er ongeveer 75 boeren bij ons onderzoek betrokken. Met hen hebben we al een paar sessies georganiseerd om hun reacties op de scans en metingen te horen.
Eric is verrast door het grote aantal experimenten dat mensen uitvoeren: “Er zijn zo veel verschillende initiatieven en projecten. Zoals kroos met regenwater laten groeien om het als veevoer te gebruiken. Hoewel de initiatieven sterk van elkaar verschillen, zijn ze vanuit hetzelfde doel en bewustzijn opgepakt.”
Richting bodemkoffer en fundamenteel onderzoek
Voor de tweede fase van het Deltaprogramma Zoetwater zou Eric de scans graag verder ontwikkelen: “We willen de grove scans uitwerken tot een precisie-instrument. Dat moet leiden tot een goedkope bodemkoffer. Met een boor kan iemand dan monsters maken en met sensoren zelf het bodemvocht meten.” Daarnaast ziet hij mogelijkheden om dit te koppelen aan fundamenteel onderzoek van het Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-KNAW) en de WUR. “Waar de onderzoekers van dit project eindigen met indicatoren die een soort vitaliteitswaarde aan de bodem kunnen geven, daar begint het pas. De indicatoren die in het project ‘Sensorisch landschap’ worden ontwikkeld, moeten we toetsen aan lopend fundamenteel onderzoek, zodat we het allemaal met elkaar eens zijn. Daarnaast moeten we de indicatoren toetsen aan ervaringen uit de boerenpraktijk. Maar de tussentijdse uitkomsten zijn al heel concreet. Tegelijk is de noodzaak tot verandering van de landbouw groot. Daarom hoeft het niet lang te duren voordat het instrument breed beschikbaar komt.”
Over Eric Brinckmann
Eric Brinckmann (1961) studeerde rechten en filosofie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Hij werkte aan landschapsprojecten voor onder meer Wageningen University and Research (WUR)/Plant Research International. Op dit moment is hij mededirecteur van landgoed Het Lankheet in Overijssel. Hij schrijft regelmatig over landschapsfilosofie. Zijn boek Filosofische wandelingen (2015) werd genomineerd voor de Jan Wolkersprijs.