“Elf Tiny Forests hebben samen zo’n 8 miljoen liter water opgeslagen”

Gepubliceerd 24 oktober 2022

Vorige maand verscheen er een onderzoek naar ‘Tiny Forests’ in de stad. Hieruit bleekt onder meer dat het in deze minibosjes ’s zomers wel twintig graden koeler kan zijn dan op straat. Ook kunnen ze bij extreme buien veel regen opvangen. En ze leveren een belangrijke bijdrage aan de biodiversiteit. We spraken erover met Fabrice Ottburg, onderzoeker aan de WUR en verbonden aan team Dierecologie. De afgelopen jaren monitorde hij samen met IVN Natuureducatie elf Tiny Forests in Nederland.

Wat is een Tiny Forest?

“Een Tiny Forest is een dichtbegroeid minibos van ongeveer 250 m2 in stedelijk gebied. Bij de aanleg plant je maximaal 600 bomen die bestaan uit hooguit veertig verschillende inheemse soorten. Het doel is vooral om de biodiversiteit in steden te vergroten en om bewoners in contact te brengen met de natuur, zodat ze zich er bewust van worden hoe belangrijk biodiversiteit is.”

Wie heeft het idee bedacht?

“Het Tiny Forest is bedacht door de Indiase ingenieur Shubhendu Sharma. In 2011 richtte hij het bedrijf Afforestt op om op zoveel mogelijk plekken inheemse bossen terug te laten keren. Sharma baseerde zich hierbij op de bosbouwmethode van de Japanse bomenexpert Akira Miyawaki die in de jaren zeventig een methode ontwikkelde om natuurlijke, inheemse bossen te herstellen. Daan Bleichrodt van IVN is in 2014 door het idee van het Tiny Forest geïnspireerd geraakt. Een jaar later is het eerste Tiny Forest aangelegd in Zaanstad.”

En hoe kwam jij met dit idee in aanraking?

“Bij dit Tiny Forest in Zaanstad was ik ook betrokken. Het IVN heeft de samenwerking met de WUR opgezocht en ik heb toen de ontwikkeling van de biodiversiteit in dit eerste Tiny Forest een jaar lang onderzocht. Daarvoor ging ik één keer in de maand dit bos in om opnames te maken. Opnames zijn beschrijvingen die je maakt van de planten en dieren die je op een bepaalde plek ziet. Ook vrijwilligers hielpen mee om minimaal één keer per maand opnames te maken. Inmiddels zijn er 170 Tiny Forests in Nederland, mede dankzij een subsidie van 1,8 miljoen euro van de Nationale Postcode Loterij. Een klein deel daarvan was bestemd voor vervolgonderzoek. Ons laatste rapport dat nu verschenen is, maakt daar deel van uit.”

Wat is de belangrijkste doelgroep?

“Het IVN probeert met de Tiny Forests vooral kinderen te bereiken, omdat veel van hen maar weinig in het bos komen. Vroeger hadden kinderen een actieradius van soms wel twee kilometer rondom hun huis. Tegenwoordig is dat nog maar zo’n driehonderd meter. Ik sprak hier ooit over met een beheerder uit de buurt van Nijmegen, een stad met veel groen dichtbij. Hij merkte dat zelfs kinderen in Nijmegen niet vaak meer in het bos kwamen. Daarom stimuleert IVN om veel Tiny Forests aan te leggen op schoolpleinen.”

“Het IVN probeert met de Tiny Forests vooral kinderen te bereiken, omdat veel van hen maar weinig in het bos komen.”

Hoe lang duurt het voor je een echt minibos hebt?

“Als je begint, zijn de boompjes zo dun als twijgen. De eerste twee jaar gebeurt er vooral veel onder de grond. Pas daarna zie je resultaten boven de grond. Maar de biodiversiteit profiteert meteen enorm. Als een Tiny Forest ouder wordt verdwijnen de kruiden, wat jammer is omdat daar veel diersoorten van profiteren. Het helpt daarom om kruidenrijk grasland om een Tiny Forest heen te leggen. Daarmee boots je de bosrand na van een echt bos.”

Wat kost het om een Tiny Forest aan te leggen?

“Een Tiny Forest kost in totaal ongeveer 22.000 euro. Dat is inclusief de kosten voor het bodemonderzoek, het aanplanten van het Tiny Forest, het lespakket en de begeleiding van iemand van IVN. IVN kan je ook helpen om de financiering rond te krijgen. Omdat gemeenten vaak samenwerken met basisscholen kunnen ze de kosten delen. Op de website van IVN staat precies uitgelegd wat de kosten zijn, wat je krijgt en wat je zelf moet doen als je een Tiny Forest wilt aanleggen.”

Hoe draagt een Tiny Forest bij aan de biodiversiteit?

“Een Tiny Forest levert een algemene bijdrage aan de biodiversiteit. Met ‘algemene bijdrage’ bedoel ik dat het er niet wemelt van de zeldzame soorten. Voor biodiversiteit heb je veel gewone diertjes nodig, zoals spinnetjes en rupsen. Die worden bijvoorbeeld opgegeten door pimpelmeesjes. Het laatste wat je wilt is dat je in de toekomst een speciaal beschermingsplan moet opstellen voor een soort die nu nog veel voorkomt, zoals pimpelmeesjes. Daarvoor heb je veel van de kleinere, gewone diertjes nodig, oftewel: veel massa. Dat noemen we ook wel biomassaliteit. Zonder biomassaliteit kun je ook geen biodiversiteit hebben.”

“Zonder biomassaliteit kun je ook geen biodiversiteit hebben.”

Naast biodiversiteit levert een Tiny Forest ook andere voordelen op. Je kunt ze ook inzetten om je gebied klimaatbestendiger te maken. Hoe dan?

“Zeker. Tiny Forests zijn goed tegen hittestress en ze kunnen heel veel regenwater opvangen. We hebben gegevens opgevraagd bij de dichtstbijzijnde weerstations van het KNMI over hoeveel neerslag er tijdens het onderzoek is gevallen in de buurt van de elf Tiny Forests. Daaruit hebben we afgeleid dat ze samen ongeveer 8 miljoen liter water hebben opgeslagen. Dat water is dus niet de riolering in gestroomd en hoefde niet gezuiverd te worden.”

En op welke manier werken Tiny Forests goed tegen hittestress?

“Tiny Forests hebben een verkoelend effect. Wat we hebben gemeten, is de bodemtemperatuur van het gras in het plantsoen naast de Tiny Forests. Die temperatuur hebben we vergeleken met de bodemtemperatuur van de Tiny Forests. Daaruit bleek dat het verschil in de zomer kon oplopen tot wel 20 °C. Door het hele jaar heen is het verschil gemiddeld zo’n 7 °C. Dat betekent dat een Tiny Forest tijdens een hete zomer zeker verkoeling kan bieden. En als je een eigen tuin hebt, kan het ook op kleinere schaal. Zo heeft het IVN ook het ‘Tuiny Forest’ bedacht. Dat is een pakket met inheemse planten om 6 m2 in je eigen tuin te vergroenen. Als bijvoorbeeld alle bewoners van een wijk in hun tuin een Tuiny Forest aanleggen, zal dat zeker een verkoelend effect hebben in de wijk.”

“Het verschil tussen de bodemtemperatuur buiten en binnen een Tiny Forest kan in de zomer oplopen tot wel 20 °C.”

Je ziet tegenwoordig ook steeds meer Tiny Food Forests. Wat is het verschil met de Tiny Forests? Hebben ze dezelfde voordelen?

“Het grootste verschil is dat Tiny Food Forests kleine voedselbossen zijn en dat je er vruchten, noten en kruiden van kunt vinden. De bomen en struiken staan minder dicht op elkaar en niet alle soorten zijn inheems. Wat dat bijvoorbeeld betekent voor de biodiversiteit, wordt de komende jaren onderzocht door Wageningen Environmental Research.”

Over Fabrice Ottburg

Fabrice Ottburg is vanaf 2002 werkzaam bij Alterra Wageningen UR als wetenschappelijk onderzoeker. Hij houdt zich bezig met toegepaste wetenschap en doet fundamenteel ecologisch onderzoek in het veld van de ecologie, biodiversiteit en habitatversnippering. Fabrice heeft specialistische ervaring op het gebied van ecologische effectstudies in combinatie met onder andere mitigatie en monitoring voor grootschalig opgezette projecten. Ook is hij gekwalificeerd in verschillende natuurontwikkelingsprojecten in relatie tot de natuurbeschermingswet. Zijn specialisme ligt op het gebied van vissen, amfibieën, reptielen en zoogdieren. De laatste jaren hield hij zich bezig met de monitoring van Tiny Forests.