Kwetsbare mensen beschermen tegen hitte

Gepubliceerd 14 juni 2021

In juli 2019 en augustus 2020 vonden er in Nederland extreme hittegolven plaats. In 2019 kwamen hier naar schatting 400 en in 2020 500 extra mensen door te overlijden. Hiermee is hitte een groot klimaatrisico voor de gezondheid. Samen Klimaatbestendig spreekt met Werner Hagens (coördinator Nationaal Hitteplan RIVM) en Moniek Zuurbier (voorzitter GGD werkgroep Klimaat en Gezondheid) over hitte-adaptatie in relatie tot gezondheid. Wat wordt er al gedaan om kwetsbare mensen te beschermen tegen hitte en welke stappen zijn er nog te maken?

Foto: iStock

We spreken over kwetsbare mensen. Wie zijn dat?

Werner: “We hebben het over ouderen vanaf grofweg 75 jaar. Zij hebben een kwetsbare gezondheid en zijn hierdoor gevoeliger voor hitte. Maar ook hele jonge kinderen zijn kwetsbaar, omdat ze nog niet goed kunnen aangeven dat ze dorst hebben. Daarnaast gaat het om mensen met een chronische ziekte en mensen met extreem overgewicht. En de dak- en thuislozen, omdat ze niet continu toegang hebben tot schoon drinkwater.”

Moniek: “Daarnaast zijn mensen die actief zijn in de hitte kwetsbaar, denk aan mensen die buiten werken en sporters.”

Wat houdt het Nationaal Hitteplan in?

Werner: “Het Nationaal Hitteplan is eigenlijk één groot communicatieplan vanuit het RIVM. Op het moment dat het KNMI ziet aankomen dat het heel warm gaat worden, nemen ze contact met ons op. Wij geven dit vervolgens door aan onze hittepartners. Denk hierbij aan het Rode Kruis, de GGD en verschillende organisaties die zich bezighouden met de zorg in Nederland. We communiceren de verwachtingen en reiken maatregelen aan waarmee ze de gevolgen van de aanhoudende hitte kunnen beperken. Die partijen kunnen dan interne of lokale hittestrategieën uitzetten. Ook plaatsen we een nieuwsbericht op de site van het RIVM. Dit bericht wordt in de regel door de media overgenomen. Hiermee wordt ook de grote groep (informele) mantelzorgers bereikt. Wij hopen dat onze berichtgeving tot ver in Nederland doorkomt en dat alle zorginstellingen het te weten komen. Daarna geven we vooral updates over het verloop van het weerbeeld.”

Moniek: “Zodra GGD’en een seintje krijgen dat het heet wordt, sturen ze de hittewaarschuwing door naar contacten in de zorg.”

Wat gebeurt er verder als het Nationaal Hitteplan van kracht is?

Moniek: “Als één van de hittepartners, krijgt de GGD de waarschuwingen door van het RIVM. Zodra GGD’en een seintje krijgen dat het heet wordt, sturen ze de hittewaarschuwing door naar contacten in de zorg. Een aantal GGD’en werkt met een lokaal hitteplan. Met een lokaal hitteplan proberen we er nog meer voor te zorgen dat de boodschap ook echt in de praktijk landt. Zo maken we bijvoorbeeld afspraken met lokale zorgverleners, die bij kwetsbare mensen thuiskomen (zoals de thuiszorg). We vragen hen of ze een extra oogje in het zeil houden. Ook maken we extra communicatiematerialen, zodat de zorgverleners het top of mind hebben en weten wat ze moeten doen. Daarnaast kunnen instellingen of scholen de GGD benaderen voor specifieke vragen. Bijvoorbeeld over bijzondere situaties in een gebouw of een activiteit tijdens de hitte. In de meeste regio’s maakt de gemeente de lokale hitteplannen samen met de GGD. De gemeenten zijn hiervoor aan zet.”

Kun je wat meer vertellen over de rol van de GGD?

Moniek: “Het onderwerp hitte krijgt gelukkig steeds meer aandacht bij de GGD. Wel is het wéér een thema dat erbij komt, terwijl we beperkte fte hebben op het gebied van leefomgeving en gezondheid. Maar steeds meer GGD’en zijn aan de slag met lokale hitteplannen en geven voorlichting en informatie. En best veel GGD’en zijn aangesloten bij een RAS (regionale adaptatiestrategie) of een uitvoeringsagenda klimaatadaptatie van de regio of gemeente. GGD’en proberen er onder meer voor te zorgen dat lokale hitteplannen daarin worden opgenomen.”

Werner: “Het bereik van het Nationale Hitteplan is erg groot. We zien dat de bewustwording voor de risico's van hitte groter is geworden de afgelopen jaren.”

Jullie hadden het eerder over maatregelen en voorlichting. Wat zijn de adviezen en worden ze goed overgenomen?

Moniek: “De adviezen zijn eigenlijk hele makkelijke dingen om te doen, zoals extra water drinken, de zonwering ’s ochtends naar beneden doen en ’s avonds de ramen openzetten. Maar mensen moeten zich daar wel bewust van zijn en het even doen. Er zijn namelijk nog steeds veel mensen die niet weten wanneer je de ramen open en dicht moet doen. Ze laten overdag hun raam openstaan en kunnen dan ’s nachts niet slapen, omdat het huis te warm is. Wat ik het ergste vind, is dat ze dan een airco kopen. Zo komen we van de regen in de drup. Er komt hierdoor veel CO2 vrij en het maakt zoveel herrie dat de buren 's nachts de ramen niet meer open kunnen zetten. In sommige situaties en vooral bij ouderen is een airco soms echt nodig voor de gezondheid. Maar doe dit dan nadat al die andere aanpassingen al gedaan zijn.”

Moniek: “We bereiken nu inderdaad heel veel mensen en toch is het de vraag of het tot genoeg mensen doordringt dat hitte echt gevaarlijk kan zijn.”

Weten jullie of de hitteplannen werken?

Werner: “Het bereik van het Nationaal Hitteplan is erg groot. We zien dat de bewustwording voor de risico's van hitte groter is geworden de afgelopen jaren. Waar het 10 jaar geleden af en toe in het nieuws kwam, is dat nu constant tijdens een hitte-periode. Andere partijen communiceren nu ook, zoals het Nederlandse Rode Kruis. En ProRail en Rijkswaterstaat activeren vaak hun eigen hitteprotocol. In 2019 deed de Volkskrant een onderzoek op basis van sterftestatistieken en daaruit concludeerde de krant dat het hitteplan veel levens heeft uitgespaard.”

Moniek: “We bereiken nu inderdaad heel veel mensen en toch is het de vraag of het tot genoeg mensen doordringt dat hitte echt gevaarlijk kan zijn. Ik heb zelf verschillende onderzoeken en metingen gedaan bij ouderen in woningen. Bij de vraag of ze last hebben van de hitte zeggen 80- en 90-jarigen: ‘Vroeger was het ook wel eens heet. Waarom kom je dan nu bij mij?’ Ze hebben niet door dat ze een gevoelige groep zijn geworden.”

Meer inzetten op bewustwording dus. Zijn er nog andere aandachtspunten?

Werner: “Hitte is altijd in de zomerperiode wanneer veel mensen op vakantie zijn. Ouderen krijgen hierdoor soms te maken met invallers van de thuiszorg en familie komt minder langs. Hierdoor kunnen ze vereenzamen. En door de hitte kunnen ouderen hun zelfredzaamheid kwijtraken. De overheid wil graag dat mensen langer en zelfstandig thuis wonen. Maar dan moet er wel een soort van vangnet zijn tijdens de zomer.

Verder zitten mensen het merendeel van de tijd binnen. We activeren het Hitteplan op de buitentemperatuur, maar uiteindelijk moet het binnen niet te warm worden. In Nederland wordt goede isolatie zoveel mogelijk meegenomen in de bouw, om in de winter warmte binnen te houden. Maar heel veel van die maatregelen kunnen er ook voor zorgen dat woningen tijdens hitte te veel opwarmen. Gelukkig is er nu een bouwnorm voor nieuwbouwhuizen, waarin staat hoe warm het in een binnenmilieu mag worden.
Ik denk ook dat woningbouwverenigingen hele goede partijen zijn om mee samen te werken, omdat zij een groot deel van de woningen in Nederland bezitten. Bij het verduurzamen van woningen kunnen ze meenemen dat huizen niet te veel opwarmen tijdens perioden van hitte.”

Moniek: “Ik kom gemeenten tegen die zeggen: ‘We zijn geen stad, geen stedelijk hitte-eiland, dus met de hitte valt het wel mee.’ Maar als in het buitengebied een woning staat met een plat dak zonder zonwering waar overdag de ramen openstaan, dan is het daarbinnen veel warmer dan een woning in een stedelijk hitte-eiland waarbij maatregelen zijn getroffen. De buitentemperatuur beïnvloedt de temperatuur binnen, maar de binnentemperatuur wordt ontzettend bepaald door het gebouw en het gedrag van mensen. Dat moet nog meer tussen de oren komen.”

Moniek: “Bij hitte gaat het ook over de zorg, het aanpassen van gedrag en het koel houden van gebouwen. Dit vraagt om andere oplossingen dan bij wateroverlast, droogte en overstroming.”

De aandacht ligt dus vaak op de buitentemperatuur. Zien jullie dat ook op andere manieren terugkomen?

Moniek: “Heel veel partijen pakken hitte en klimaatadaptatie op vanuit ruimtelijke adaptatie. De buitenwereld groener maken. Stenen eruit, zodat het regenwater beter kan weglopen en het koeler wordt. Hartstikke goed en belangrijk. Maar voor hitte is dit niet genoeg. Het gaat namelijk ook over de zorg, het aanpassen van gedrag en het koel houden van gebouwen. Dit vraagt om andere oplossingen dan bij wateroverlast, droogte en overstroming. Dat is ook onze boodschap die wij als GGD richting onze gemeenten uitdragen. Het ruimtelijke domein moet het hitteprobleem oppakken mét het sociale domein!”

Over Werner

Werner werkt sinds 2006 bij het RIVM. Sinds 2010 is hij betrokken bij het Nationaal Hitteplan. De laatste jaren als coördinator van het Nationaal Hitteplan. Daarnaast werkt hij als adviseur gezondheid en milieu. Ook is hij coördinator van het UV-team.

Over Moniek

Moniek werkt sinds 2003 bij de GGD. Sinds 2011 werkt zij in het Bovenregionale Team Gezonde Leefomgeving voor de GGD’en in Gelderland en Overijssel. Dit betekent dat ze ook regio-overstijgend en landelijk werkt. Ze houdt zich veel bezig met de thema’s klimaat en luchtverontreiniging. Ook werkt ze aan Europese onderzoeksprojecten over hitte. Daarnaast is ze voorzitter van de GGD-werkgroep Klimaat en Gezondheid.


Werner Hagens

Moniek Zuurbier

Dit verhaal maakt onderdeel uit van een reeks klimaatverhalen van Samen Klimaatbestendig. Bekijk andere verhalen.