De steeg biedt kansen voor klimaatadaptatie

Gepubliceerd 16 november 2019

Landschapsarchitect Marc Nolden kreeg via LinkedIn verrassend veel reacties op zijn bijzondere onderzoek: hij heeft 250 stegen, gangen en poorten in de Utrechtse binnenstad gefotografeerd, in kaart gebracht en beschreven in een catalogus. Daarin heeft hij de stegen gecategoriseerd en gekoppeld aan kansen voor onder andere klimaatadaptatie, stedelijke verdichting en biodiversiteit.

Stegen

Waarom heb je deze catalogus gemaakt?

‘In de vijftien jaar dat ik in Utrecht woon, ben ik gefascineerd geraakt door de tussenruimtes. Mensen verplaatsen zich in de stad vooral langs de hoofdwegen. Naast de zijstraten, vielen mij de stegen op. Ik vond het spannende ruimtes, die kieren en kloven in de stad. De ene keer dacht ik: ‘Wat een onvriendelijke ruimte, daar ga ik niet in’. Maar als de zon erdoorheen scheen, wilde ik er juist doorheen lopen. De straat is overduidelijk openbare ruimte: daar wonen mensen, er zijn winkels. Bij die stegen is dat onduidelijker. Juist dat niet duidelijk zijn van openbaar of privé vind ik fascinerend. Daarnaast vind ik de steeg een bijzondere typologische ruimte, waar we weinig mee doen en met een onterecht negatief imago. Tijdens het fotograferen kreeg ik inzicht in het enorme aantal stegen in de binnenstad. Op een gegeven moment zag ik niet meer anders. Toen dacht ik: hier zit iets, dit is zo’n groot netwerk. Hier kunnen we iets mee.’

Hoe groot is het netwerk van Utrechtse stegen?

‘Daar kwam ik achter nadat ik het projectplan had geschreven en geld had gekregen van het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie. Ik vroeg me af: hoe kom ik er nu achter hoeveel stegen er zijn, en waar ze zitten? Ik ben het archief ingedoken en kwam een rapport tegen uit 1988. Het bleek de laatste inventarisatie die de gemeente zelf heeft gedaan. Toen ik de bijbehorende kaart openvouwde, dacht ik: wauw, nu heb ik iets te pakken. De opsteller van de kaart, Jaap Oosterhoff, heb ik opgezocht, en hij vertelde me dat dit netwerk waarschijnlijk één van de grootste netwerken is van Nederland en België. Als dat werkelijk zo is, dan is dit een geschenk. En het luidt ook een opdracht in: je moet het netwerk niet alleen koesteren en goed onderhouden, maar ook heruitvinden. Je moet het van betekenis houden en maken, voor nu en voor de toekomst. Dit is je identiteit, dit is je DNA.’

En betekent het ook dat er veel meer ruimte in Utrecht is dan er nu gebruikt wordt?

‘Klopt. Ik ben tijdens het veldwerk als een soort ruimtelijk antropoloog door de stegen gegaan. Ik heb ze ook allemaal opgemeten. Alle 250. Samen zijn ze zo’n 8 km lang! Dat is van de Domtoren tot de Uithof, en weer terug. De stegen tellen samen zo'n 2,5 hectare aan verhard oppervlak, dat is vier keer het Vredenburgplein. Dat was een enorme openbaring. Zoveel onbenutte ruimte. Stel dat je dat zou kunnen ontharden?’

Dus je zag in de stegen mogelijkheden voor de toekomst van Utrecht?

‘Ja, de opgaves voor de stad zijn groot: er ligt een grote druk op de openbare ruimte, op het klimaat en de biodiversiteit. Er komt een omgevingsvisie, maar daarin wordt vooralsnog op hoofdlijnen gekeken, naar de inzet van grote structuren, zoals de hergraven singel en de jaarbeurs vergroenen. Dat zijn kostbare investeringen. Maar ik denk dat we vooral het denken op het allerlaagste schaalniveau missen, zoals het slimmer benutten van dit netwerk van stegen. In de catalogus doe ik daar suggesties voor, al zijn die nog niet uitgewerkt. De catalogus bevat vooral data over de locaties van de stegen en hun toestand. Daarnaast heb ik een typologische verdeling gemaakt van de stegen, op basis van hun breedtes, ligging, hoogtes, functie, gebruik. Welk beeld spreekt uit die inventarisatie? Wat zijn de feiten en cijfers? Wat voor kansen en opgaves liggen er? Dat deel is vooral agenderend. En een bewijs dat de stegen ertoe doen. In een vervolgfase wil ik een visie of een kansenboek maken voor de stegen.’

mogelijke toekomsten stegen

Welke kansen zie je voor klimaatadaptatie?

‘Het netwerk van stegen is zo groot en fijnmazig, het ligt als een tapijt onder de stad. De stegen zijn overal. Hierdoor kun je anticiperen op vrijwel alle actuele opgaven, waaronder stedelijke verdichting, verblijfskwaliteit, mobiliteit, biodiversiteit en klimaatadaptatie. Voor klimaatadaptatie zie ik vooral kansen op het gebied van hitte en wateroverlast. Alle stegen zijn nu verhard. Als je ze vergroent en het regenwater in de bodem laat infiltreren, laat je de stad meer werken als een spons. Gevelgroen bijvoorbeeld, dat kun je in veel stegen tegen de blinde gevels of op koppen van de straten laten groeien. Dat zorgt voor een enorme impuls in de groenbeleving. Sommige stegen lenen zich goed voor vochtminnende soorten en daar kun je prachtige varenmuren krijgen. Andere stegen lenen zich weer voor drogere soorten.

Met het fijnvertakte stegennetwerk kun je een enorme groene structuur creëren. Door de stegen te vergroenen, maak je ze ook koeler en zo kun je hittestress in de zomer verminderen. Op hete dagen kun je dan door een serie aaneengeschakelde koele groene ruimten lopen. Hiermee kun je de koelte die er al is, bestendiger en robuuster maken. Met verschillende soorten kun je bovendien de seizoenen veel bewuster beleven. Niet alleen door wat je ziet, maar ook door wat je ruikt, hoort en voelt. Dat lijkt me fantastisch.’

ontwerpblad groen

Dus meteen doen, Utrecht?

‘Ja, het zou een mooie kans zijn voor Utrecht. Door de enorme schaal van het netwerk en de relatief makkelijke stap om het te vergroenen, kun je heel veel doen in korte tijd. Ik zou voor de gemeente een gids kunnen maken waarin ik alle klimaatadaptatiemogelijkheden in een waaier ontwerp. Zodat ze een soort kookboek hebben, waarmee ze vervolgens zelf kunnen koken. Maar Utrecht heeft nog niet gezegd: ‘Goed plan, we make it happen.’ Die houding heeft mede te maken met hun behoedzaamheid ten aanzien van veranderingen aan de historische, monumentale binnenstad. Begrijpelijk, maar ook jammer. Als je de opgaven van je stad serieus neemt, dan moet je niet alleen faciliteren, maar ook zelf acteren en interveniëren. Dat betekent ook: kennis van professionals omarmen, goed opdrachtgever zijn en durven innoveren.’

En andere steden?

‘Deze catalogus bevat ook meer algemene noties over de kwaliteit en inzetbaarheid van stegen en die kunnen zeker ook relevant zijn voor andere steden. Een stedenbouwkundige zei laatst tegen me: ‘Als we een stukje nieuwe stad ontwerpen, denken we helemaal niet meer aan de steeg als ruimtelijke bouwsteen in het stedenbouwkundig plan.’ Maar de steeg heeft, zo leert mijn onderzoek, bijzondere kwaliteiten, en ook toekomstwaarde. Misschien bestaat er wel een ideale steeg: de steeg van de toekomst. Ik vind de catalogus daarom zeker ook waardevol voor andere steden. Er hebben zich inmiddels al andere steden gemeld, waaronder Heerenveen.’

Is de catalogus voor iedereen toegankelijk?

‘Een paar weken geleden, voordat ik het bericht op LinkedIn zette, dacht ik: ik zet de catalogus vrij op mijn website, zodat iedereen hem kan downloaden. Maar ik begin steeds meer te beseffen dat de catalogus een waarde vertegenwoordigt, er zit veel tijd en kennis in. Mensen zijn niet voor niets enthousiast, ik had 18.000 kliks op LinkedIn. De vraag die ik me als ondernemend ontwerper moet stellen, is in hoeverre ik deze waardevolle schat aan informatie en inzichten gratis beschikbaar moet stellen. Dit is mijn brood. Wel wil ik een publieksversie maken, misschien in de vorm van een flyer of een wandelkaart waarop ook de stegen staan die er niet meer zijn. Of een app waarmee je de steeg waar je doorheen loopt, met een filter kunt vergroenen of er een verblijfsplaats van kunt maken. De verbeelding van de mogelijke toekomst van de steeg voelbaar maken. Dat lijkt me heel leuk.’

20191025 Robert Oosterbroek - Marc Nolden 001

Fotograaf: Robert Oosterbroek

Marc Nolden is zelfstandig landschapsarchitect. Hij heeft sinds 15 jaar een advies- en ontwerpbureau in landschapsarchitectuur en stedenbouw. Marc houdt zich bezig met brede ruimtelijke opgaves van stad tot land. Hij maakt toolboxen, atlassen en gidsen voor gemeenten, ontwikkelaars en andere gebruikersgroepen. Hij heeft bijvoorbeeld voor de provincie Utrecht een toolbox gemaakt voor de stadsranden in de provincie, een soort inspiratiegids. Daarin vergelijkt hij de stadsranden met bijkeukens. Door zo’n metafoor gaan mensen de opgaven en oplossingen beter voor zich zien.