KNMI werkt aan alarmeringssysteem extreem weer

Gepubliceerd 4 december 2017

Hagels zo groot als sinaasappels, ondergelopen tunnels en droogte- en hittegolven. Het KNMI werkt aan een zogeheten ‘early warning system’ om dit soort extreem weer vroeg te kunnen aankondigen. Daarover is het weerinstituut in gesprek met onder meer het ministerie van Economische Zaken en andere belanghebbenden.

‘We kunnen nu al wetenschappelijk aantonen dat er een droogte of een hittegolf aankomt, dan kunnen mensen zich voorbereiden’, vertelt KNMI-directeur Gerard van der Steenhoven bij Hemmen. ‘Of dat er een droogte aankomt, dan kun je meer wateropslag toestaan zodat er geen tekort in de zoetwatervoorziening komt. Of dat er een zware storm aankomt over zee, dan kunnen de waterschappen voorbereidingen nemen en in het extreme geval kunnen de veiligheidsregio’s evacuaties voorbereiden.’

Preciezer voorspellen

Dat er zo precies voorspeld kan worden is een ontwikkeling van de laatste jaren, vertelt Van der Steenhoven, waarvoor het KNMI samenwerkt met Europese partners zoals het Weather Center in Reading, vlakbij Londen. ‘Dat is het meest vooraanstaande instituut op het gebied van weersverwachtingen. Daar komen deze resultaten nu beschikbaar, die willen we operationaliseren om de samenleving beter te kunnen waarschuwen voor dit soort weerextremen.’

Het KNMI hoopt binnen Europa een leidende rol te spelen in de voorbereiding op de gevolgen van klimaatverandering. Om het signaleringssysteem te bekostigen moeten er ‘enkele tientallen miljoenen euro’s over een aantal jaar’ voor uitgetrokken worden, zegt Van der Steenhoven.

Voorbereiden

De komende tien jaar moeten we volgens Van der Steenhoven rekening houden met extreem weer zoals hagelbuien of droogte of hittegolven, waarschuwt hij. ‘Het effect van de broeikasgassen in de atmosfeer die al deze opwarming veroorzaken blijft doorgaan omdat de CO2-gassen die we nu de lucht insturen blijft er gemiddeld 100 jaar zitten. Dus zelfs als we nu stoppen met die uitstoot, zal dat effect nog lang na-ijlen.’

Bron: BNR.nl