‘Er moet een tandje bij’

Gepubliceerd 15 maart 2017

Twee jaar na het vaststellen van de Deltabeslissing Ruimtelijke Adaptatie (DBRA) moeten we constateren dat er een tandje bij moet, willen we de doelstellingen uit het programma Ruimtelijke Adaptatie halen. Dat bleek uit de Evaluatie, die eind januari verscheen en die de vraag beantwoordt of we op koers liggen.

De stuurgroep Ruimtelijke Adaptatie onderschrijft de conclusies van het evaluatieve onderzoek. “Men heeft ruimtelijke adaptatie op de agenda staan. Veel gemeenten hebben inmiddels onderzocht waar hun kwetsbaarheden liggen en wat ze daaraan kunnen doen.” Aan het woord is Andries Heidema, burgemeester van de gemeente Deventer en lid van de stuurgroep. “Tegelijkertijd moeten we constateren dat de snelheid waarmee het klimaat verandert, hoger ligt dan verwacht. Dus is het tijdspad dat we hebben uitgezet eerder te krap dan te ruim. Misschien is meekoppelen van maatregelen bij herinrichting van het openbaar gebied niet voldoende. Dat is de vraag waar we voor staan met het Deltaplan Ruimtelijke adaptatie.”

Inspirerende voorbeelden

Heidema: “Met de koplopers gaat het goed. We hebben veel inspirerende voorbeelden en daar is veel aandacht voor. Een project als Rainproof in Amsterdam krijgt enorm veel bezoekers en ook in mijn eigen stad komen groepen langs die willen weten wat we doen op het gebied van ruimtelijke adaptatie. Om maar twee voorbeelden te noemen. Die verhalen moeten we blijven vertellen, zodat anderen niet opnieuw het wiel uit hoeven te vinden. Het moet nu echt gemeengoed gaan worden.”

Hitte

Heidema stelt wel dat met name water aandacht krijgt. “Dat is het meest zichtbaar en voelbaar. Hitte is een priller beleidsterrein. Dat staat minder op de agenda. Maar we krijgen de komende decennia grotere kans op extreme zomers zonder regen en zonder een zuchtje wind met alle volksgezondheidsrisico’s van dien. Gemeenten moeten nog een gevoel krijgen bij wat dat precies betekent. Terwijl er al veel instrumenten zijn ontwikkeld. Zo heeft Tauw hele mooie tools waarmee je kunt zien wat er in een buurt gebeurt bij een bepaalde temperatuur. Steenovens zijn voor pizza’s en niet voor mensen. Er zijn allerlei maatregelen te nemen die de gevolgen van hitte verminderen: gebouwen isoleren en water, groen en lucht tussen gebouwen hebben een positief effect.”

Grensoverschrijdend

Een ander belangrijk punt in de evaluatie is de noodzaak tot grensoverschrijdend denken. Heidema: “Sommige problemen spelen lokaal, andere regionaal. Het is belangrijk goed te bekijken welk probleem je op welke plek het beste aan kunt pakken en daarbij gebruik te maken van bestaande samenwerkingsverbanden. Als je een stedelijk probleem het beste op kunt lossen in het landelijk gebied, is het niet onlogisch dat de gemeente een deel van de kosten compenseert. Bij dit soort zaken gaat het altijd over maatwerk. We willen vanuit het Deltaprogramma nadrukkelijk niet met een soort blauwdruk komen voor nieuwe gremia, maar juist op zoek gaan naar de bestaande verbindingen waar de energie in zit. Om zo te komen tot een land dekkende aanpak van ruimtelijke adaptatie. Zo werken we schouder aan schouder aan klimaatbestendig, waterrobuust Nederland.”


Heidema-12

Burgemeester en stuurgroeplid Andries Heidema