IPCC-rapport over opwarming van 1.5°C
De temperatuurstijging wereldwijd onder de anderhalve graad houden: het heeft veel voordelen en het kan nog, maar dan moeten we snel en daadkrachtig optreden. Dat concludeert het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) in haar laatste rapport, dat in oktober 2018 verscheen. De landen die eind 2015 in het Parijsakkoord hebben afgesproken klimaatverandering ruim onder de 2°C te houden, en ernaar te streven het onder de 1.5°C te houden, hebben om het rapport gevraagd.
De snelheid van de temperatuurstijging
Sinds het industriële tijdperk is de aarde gemiddeld met een graad opgewarmd. De huidige temperatuurstijging heeft het afgelopen decennium wereldwijd geleid tot een recordaantal aan stormen, natuurbranden, perioden van droogte, hittegolven en overstromingen. Als de opwarming met dit tempo wordt voortgezet, zal de wereldwijde temperatuurstijging van 1.5°C tussen 2030 en 2052 worden bereikt.
De gevolgen van 1.5°C en 2°C opwarming
Het nieuwe IPCC-rapport laat zien dat risico’s bij 1.5°C en 2°C opwarming groter zijn dan in eerdere rapporten werd ingeschat. De gemiddelde zeespiegel zal, wanneer de aarde met 1.5°C opwarmt, aan het eind van deze eeuw 40 centimeter hoger zijn. Dit is 10 centimeter lager dan wanneer de aarde met 2°C opwarmt. Hoewel de gevolgen van 1.5°C verwarming waarschijnlijk een minder grote impact hebben dan die van 2°C verwarming, zal het aantal hittegolven, perioden van droogte en hevige neerslag toenemen. Ook kunnen onomkeerbare effecten al optreden rond 1.5°C opwarming, zoals het versneld afsmelten van ijskappen en onherstelbare schade aan ecosystemen.
Carbon Brief brengt de effecten van een wereldwijde temperatuurstijging samen in een interactieve visualisatie.