Uitvoering klimaatadaptatie richt zich op urgente klimaatrisico’s
Omgaan met hittestress, het aanpassen van de huidige infrastructuur, oplossingen zoeken voor onverzekerde landbouwschade en mogelijk onderzoek naar het verzuren van de zee. Het zijn slechts enkele speerpunten uit het Uitvoeringsprogramma Klimaatadaptatie ‘Uitvoeren met Ambitie’ dat minister Van Nieuwenhuizen van Infrastructuur en Waterstaat op 4 april naar de Tweede Kamer stuurde.
In 2016 is de nationale klimaatadaptatiestrategie opgesteld. Deze strategie moet het bewustzijn en het bevorderen van bewust handelen vergroten. Dat is een proces van lange adem. Voor 2018 en 2019 presenteert de minister een uitvoeringsprogramma waarin urgente klimaatrisico’s worden benoemd en het beheersbaar maken van die risico’s centraal staat.
Verantwoordelijkheden
Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat wil heldere afspraken maken met alle betrokken partijen. Het gaat dan met name over rollen, taken, verantwoordelijkheden, instrumenten en acties. Zo zijn de activiteiten die vanuit de Nationale Adaptatie Strategie (NAS) gecoördineerd worden aanvullend op het Deltaprogramma. Waar onderwerpen of netwerken elkaar raken, gaan de programmateams van de NAS en het Deltaprogramma samen optrekken.
Hittestress
In 2020 moet voor de urgente klimaatrisico’s duidelijk zijn wie waarvoor verantwoordelijk is. Het uitvoeringprogramma benoemt voor de periode 2018-2019 een aantal speerpunten. Het gaat bijvoorbeeld om het opstellen van lokale hitteplannen om hittestress tegen te gaan. Op 25 juni 2018 vindt het eerste Congres Hittestress plaats, met als ondertitel: ‘hoe Nederland omgaat met een warmer klimaat’.
Natuur en klimaat
In de sector ‘infrastructuur’ wordt onderzocht welke aanvullende maatregelen nodig zijn om extreme weersituaties het hoofd te kunnen bieden Tijdens de klimaatadaptatiedialoog ‘Landbouw, waterbeheer en verzekeren’, die in 2017 is gestart, is er aandacht voor schade die op dit moment niet verzekerbaar is. Ook in de klimaatadaptatiedialoog ‘Natuur en klimaatverandering’, die eveneens in 2017 is gestart, komen oplossingen die natuur kan bieden voor klimaateffecten aan bod. Daarnaast wordt in 2018 onderzocht of – vanuit het oogpunt natuur – een vijfde klimaattrend onderscheiden moet worden: hogere CO2-gehalten, met als mogelijk effect een verzuring van de zee.
Gebouwde omgeving
In 2018 start een klimaatadaptatiedialoog ‘Gebouwde omgeving’. Doel van deze dialoog is het vergroten van het bewustzijn van de gevolgen van klimaatverandering voor de gebouwde omgeving. Ook vindt een inventarisatie plaats van mogelijke maatregelen, kansen en belemmeringen of onduidelijkheden in wet- en regelgeving, richtlijnen en/of kaders en eventuele andere benodigde instrumenten. Hierbij speelt ‘meekoppelen’ een rol: het verbinden van klimaatadaptatie met de energietransitie en circulair bouwen.
Regionale samenwerking
De verbinding tussen het gedachtegoed van de NAS en het formuleren van provinciale en regionale strategieën en visies wordt in 2018 uitgediept. Tijdens overleggen en bijeenkomsten kunnen de partijen die met deze strategieën bezig zijn, kennis en ervaring uitwisselen over het inbedden van klimaatadaptatie in beleid en praktijkvoorbeelden.
Bron: Waterforum.net