Warmste zomer in 3 eeuwen

Gepubliceerd 2 oktober 2018

De zomer van 2018 brak allerlei records. Volgens het KNMI was het de warmste zomer sinds 1706. De gemiddelde temperatuur in De Bilt was 18,9 °C, tegen normaal 17,0 °C. Er viel nauwelijks regen: gemiddeld 105 mm. Het langjarige gemiddelde bedraagt 225 mm. Het was dan ook een van de droogste zomers sinds 1906. Nog steeds is er sprake van een neerslagtekort, ondanks forse buien in de maand september. Die zorgden plaatselijk voor flinke wateroverlast.

De effecten van de warmte en de droogte waren in het hele land merkbaar. De Landelijke Coördinatiecommissie Waterverdeling (LCW) kondigde in juli code geel af: een dreigend watertekort voor het beschikbare oppervlaktewater uit het hoofdwatersysteem. Met name de rivierafvoer van de Rijn was laag. Boeren en tuinders kregen te maken met een beregeningsverbod, de lage waterstand leidde tot een beperkte scheepvaart en diverse waterbedrijven vroegen gebruikers om zuinig te zijn met water. Ook nu nog, begin oktober, is sprake van een aantal beperkingen voor boeren, tuinders en schippers. De oogst van onder meer aardappelen en mais valt tegen. Verzekeraars binnen de agrarische sector krijgen diverse meldingen van droogteschade.

Invloed op de natuur

De langdurige droogte heeft grote invloed op de natuur: gewassen zijn verzwakt en voor sommige dieren was niet voldoende voedsel beschikbaar. Zo kwamen de zwijnen op de Veluwe  in de problemen omdat de bosbessen die ze normaal eten nauwelijks te vinden waren. Door de lagere grondwaterstand konden ook dassen, mollen, egels en ooievaars moeilijker aan voedsel komen: de regenwormen zitten extra diep in de grond. Het uitzakken van de grondwaterstand zorgt er bovendien voor dat het kalkrijke water niet meer in de wortelzone van planten en bomen komt. Hierdoor kan verzuring van de bodem optreden. Veel planten kunnen slecht tegen verzuring.

In enkele steden lieten rioolratten zich zien: ze kwamen uit de opgedroogde straatkolken omhoog op zoek naar voedsel en water. De overlast van teken was door het droge weer een stuk minder dan normaal. Om uitdroging te voorkomen verstopten ze zich in het bovenste deel van de boom. Vissen hadden het moeilijk: door de warmte, de uitblijvende neerslag en het zakkende grondwater vielen sommige plekken de beken zelfs helemaal droog. Hierdoor vond lokaal massale vissterfte plaats.

Zoutwaterindringing

Niet alleen hoog Nederland kreeg last van de droogte, in laag Nederland werd het water zouter door de verminderde Rijnafvoer. Bij laag water krijgt het zoute water minder tegendruk en dringt steeds verder het land in. Door extra zoet water aan te voeren via het Amsterdam-Rijkanaal en de Lek, wordt verzilting tegengegaan. Dit gebeurt door de inzet van de Klimaatbestendige Wateraanvoervoorziening (KWA).

Een ander probleem deed zich voor door de hoge watertemperatuur in rivieren, plassen en meren. Zwemmers hadden te maken met blauwalgen, botulisme en vissterfte. Op veel plekken werd zwemmen afgeraden.

(Natuur)branden

Door de droogte ontstond een verhoogd risico op natuurbranden. Hulpdiensten en natuurbeheerders waren extra alert op het ontstaan ervan. Vuurwerkshows werden afgelast en in enkele bos- en heidegebieden gold een rookverbod. Campings legden open vuur aan banden. Toch ontstond brand op meerdere plekken in Nederland. Zo woedde een flinke brand in het Brabantse natuurpark De Loonse en Drunense Duinen en in het Groningse Wedde. Ook enkele graanvelden vlogen in brand tijdens het oogsten, zoals in Goeree-Overflakkee en Limburg.

Dijkinspecties

De waterschappen voerden dijkinspecties uit, om mogelijke scheurtjes en zwakke plekken in kades en (veen)dijken vroegtijdig te ontdekken. Uit voorzorg mochten op diverse plekken geen schapen en koeien meer grazen. Een gezonde grasmat is belangrijk voor bescherming bij hoogwater. Bij begrazing in tijden van droogte raken de wortels beschadigd en moet het grasdek hersteld worden.  Ook zijn op meerdere plaatsen de dijken besproeid om uitdroging en scheurvorming te voorkomen.

Meer informatie