Het weer in perspectief van klimaatverandering: de eerste helft van 2018

Gepubliceerd 7 juli 2018

Het afgelopen halfjaar werd Nederland volop geconfronteerd met extreem weer. Het hele land werd ontregeld door een storm, in het zuiden en oosten leidde extreme regen tot wateroverlast en schade, de maand mei was zeer warm en juni zeer droog. Hoe staan deze extremen in verhouding tot klimaatverandering?

Ontregeling door storm

Op 18 Januari werd Nederland ontregeld door een zeer zware storm, hiervoor gaf het KNMI code rood af. Lokaal werd windkracht 10 tot 11 gehaald, met windstoten tot 125 km/uur. Hiermee hoort de storm thuis in het rijtje van de 10 zwaarste stormen sinds 1970. De storm was zeer sterk, maar ook klein in omvang. Volgens de huidige klimaatmodellen zullen deze stormen niet per se vaker voorkomen door klimaatverandering, al is het wel moeilijk om deze stormen te stimuleren zegt het KNMI.

Schaatsen op natuurijs: vorst- en ijsdagen

In februari was het koud en droog. Er werden in De Bilt 23 vorstdagen geregistreerd (tegen 13 normaal) en 1 ijsdag (tegen 7 ijsdagen normaal). Er kon geschaatst worden op natuurijs. Ook maart begon winters: in de Bilt werden er nog eens 2 ijsdagen geteld. Door temperatuurstijging zal het aantal vorst- en ijsdagen in het toekomstige klimaat afnemen:

  • Gemiddeld heeft de Bilt nu 58 vorstdagen per jaar, in 2050 zijn dit er 18 tot 38.
  • Gemiddeld heeft de Bilt nu 8 ijsdagen per jaar, in 2050 zijn dit er 1 tot 4.

De kans op een Elfstedentocht wordt hiermee steeds kleiner. Momenteel is de kans op een Elfstedentocht 15 procent per jaar. In 2050 is de kans nog maar 0,2 tot 2 procent.

Een warme lente: record na record

2018 begon al zacht. Januari had een gemiddelde temperatuur van 5,6 °C, en behoort hiermee zelfs tot de top tien van zachtste januarimaanden in ruim een eeuw. Ook de lente (maart, april, mei) was zeer zacht. Sinds 1901 was dit de op drie na zachtste lente. Bovendien werden er records gebroken voor het aantal warme dagen en zomerse dagen sinds 1901:

  • De lente telde 30 warme dagen (max temp ≥ 20°C) tegen 14 normaal.
  • De lente telde 16 zomerse dagen (max temp ≥ 25°C) tegen 4 normaal.

De maand mei was gemiddeld zelfs extreem warm: de gemiddelde temperatuur lag op 16,4°C. Hiermee was het de warmste meimaand sinds 300 jaar. Soms werd het ‘s nachts niet koeler dan 18°C . Plaatselijk werden temperaturen van 30°C of hoger bereikt; dit noemen we een topische dag. Zo zorgde de hitte ervoor dat een ophaalbrug in Friesland urenlang klem zat. De  eikenprocessierups profiteerde eveneens van de warmte. Ook in juni bleef het warm: de maand eindigde op de zesde plek in de top 10 van warmste junimaanden.

Door klimaatverandering zullen dit soort warmterecords vaker voorkomen.

  • Gemiddeld telt de Bilt nu 85 warme dagen per jaar, in 2050 zijn dit er 100 tot 119.
  • Gemiddeld telt de Bilt nu 26 zomerse dagen per jaar, in 2050 zijn dit er 33 tot 47.

Regenval, wateroverlast en schade

In de lente kreeg het land te maken met extreme (onweersbuien). In de maand mei viel er landelijk 47 mm neerslag tegen 61 mm normaal. Hoewel dit vrij droog was, waren de regionale verschillen zeer groot. Zo vielen er op 13 mei buien van 50-70 mm, die leidden tot wateroverlast in het noordoosten van het land. Ook in de laatste week van mei viel er veel neerslag tijdens zware onweersbuien: zo ontstond er overlast bij wegen in het zuiden van het land, in Limburg richtte modderstromen schade aan terreinen aan en in het noordoosten stonden automobilisten tot hun knieën in het water en  konden auto’s niet meer starten. In totaal werd er drie keer code oranje afgegeven voor onweersbuien. Op 29 mei was er opnieuw op veel plaatsen in Nederland sprake van wateroverlast en schade, er viel lokaal 50-70 mm in korte tijd. Hierdoor werd de avondvierdaagse op veel plekken afgelast.

Het aantal dagen met zware neerslag (> 50 mm/dag) is sinds 1951 toegenomen met 68 procent. Onderstaande grafiek van het PBL laat dit zien.

Afbeelding dagen met zware neerslag

Door klimaatverandering zullen dit soort extremen nog vaker voor gaan komen: de intensiteit en frequentie van extreme neerslag zal toenemen. Een bui waarin 63 mm of meer valt op een locatie in een uur, komt in het huidige klimaat gemiddeld eens per 250 jaar voor. In het klimaat in 2050 neemt de intensiteit van buien met een herhalingstijd van 250 jaar toe tot 74 mm per uur of meer op één locatie.

Droge start van de zomer

In juni was het niet alleen warm, maar ook zeer droog: zo droog dat deze maand thuishoort in de top 10 droogste maanden sinds 1906. Gemiddeld viel er 29 mm, tegen 68 mm normaal. Begin juni vielen in het oosten en noordoosten van Nederland nog flinke buien, maar daarna zorgde de uitblijvende neerslag voor problemen in het hele land. In de hoge gebieden, zoals in het zuiden en oosten van Nederland en Zeeuws-Vlaanderen, probeerden de waterschappen het water zoveel mogelijk vast te houden dat via de Rijn en de Maas wordt aangevoerd. Op sommige plekken, zoals in Brabant, werd een onttrekkingsverbod van kracht om te voorkomen dat de ecosystemen van de beken uitdrogen. Ook werd er al gewaarschuwd voor het risico op blauwalg. In Friesland begon het Waterschap met het controleren van de veendijken. Bovendien ging voor diverse provincies de hoogste alarmfase voor natuurbranden gelden, waardoor men extra alert is. Zo wordt er bijvoorbeeld met vliegtuigjes boven de Veluwe gesurveilleerd.

Een maat voor droogte is het neerslagtekort. Het neerslagtekort volgt uit het verschil tussen verdamping en neerslag tijdens de periode april tot en met september. Het totale neerslagtekort t/m 1 juli 2018 ligt rond de 150 mm, gemiddeld voor het hele land.

Afbeelding neerslagtekort in Nederland in 2018

Twee van de vier klimaatscenario’s laten zien dat droge perioden vaker voor kunnen gaan komen. Een droog jaar, dat gemiddeld eens per 10 jaar voor komt, heeft – in het huidige klimaat – in De Bilt een neerslagtekort van 225 mm over dat hele jaar. Door klimaatverandering kan dit tekort oplopen tot 301 mm in 2050 en 331 mm in 2085. Vorige week publiceerde het KNMI een bericht over een nieuwe verkennende studie, die  zelfs nog meer uitdroging liet zien.