De Nationale Omgevingsvisie: hoe richten we Nederland de komende dertig jaar in?

Gepubliceerd 17 september 2020

Op 11 september 2020 heeft het kabinet de Nationale Omgevingsvisie (NOVI) naar de Tweede Kamer gestuurd. Hiermee geeft het kabinet richting aan de grote opgaven waar onze fysieke leefomgeving voor staat. We staan voor de opgave om ons aan te passen aan het veranderende klimaat. Maar we moeten bijvoorbeeld ook 1 miljoen nieuwe woningen bouwen. Verder hebben we ruimte nodig om duurzame energie op te wekken, willen we een circulaire economie ontwikkelen en omschakelen naar kringlooplandbouw. En dat alles met zorg voor een gezonde bodem, schoon water, behoud van biodiversiteit en een aantrekkelijke leefomgeving.

Wat is de Nationale Omgevingsvisie?

Het Rijk geeft met de NOVI haar visie op de ruimtelijke inrichting en helpt zo om keuzes te maken. Dat is nodig, want de grote opgaven waar we voor staan vragen veel ruimte. Meer ruimte dan er beschikbaar is in Nederland. Daarom is het nodig dat het Rijk samenwerkt met de andere overheden, faciliteert waar het kan en sturend is waar het moet. De NOVI is een plan van aanpak voor de komende jaren én een instrument van de nieuwe Omgevingswet, die nog in werking moet treden. De prioriteiten in het plan zijn:

  • ruimte voor de klimaatverandering en energietransitie
  • duurzaam economisch groeipotentieel
  • sterke en gezonde steden en regio’s
  • toekomstbestendige ontwikkeling van het landelijk gebied.

Perspectief: klimaatbestendig in 2050

Volgens de visie hebben we onze gebouwde omgeving in 2050 klimaatbestendig en waterrobuust ingericht. Dat betekent dat het land over 30 jaar is beschermd tegen de gevolgen van klimaatverandering, zoals hitte, een hogere zeespiegel, nattere winters, hevige piekbuien en droge zomers. In de visie staat hier bijvoorbeeld het volgende over:

  • Er zijn in 2050 genoeg plekken met water en groen om hittestress tegen te gaan en wateroverlast te voorkomen. Ook onze vitale infrastructuur is dan bestendig tegen extreme weersomstandigheden.
  • We gebruiken water, bodem en ondergrond op een duurzame manier door rekening te houden met het functioneren van bodem en ondergrond als natuurlijk systeem.
  • Rivieren en beken hebben in 2050 meer ruimte gekregen. Er zijn maatregelen genomen tegen verzilting, daling van het grondwaterpeil en verontreiniging van wateren. Water wordt beter vastgehouden en drinkwaterbedrijven hoeven minder maatregelen te nemen om schoon water te leveren.
  • In de Noordzee is ruimte voor robuuste waterkeringen, in de vorm van sterke dijken en een verbrede kuststrook.

Van visie naar praktijk

Om uitwerking te geven aan de NOVI heeft het Rijk tegelijk ook een uitvoeringsagenda opgesteld. Daarin staat hoe het Rijk samen met overheden, kennisinstellingen, bedrijfsleven en burgers de plannen uit de NOVI gaat uitvoeren. De uitvoeringsagenda heeft de volgende uitgangspunten:

  • ‘We stellen de opgave centraal’: de beleidskeuzes uit de NOVI werkt het Rijk uit in bestaande en nieuwe instrumenten en programma’s.
  • ‘We werken gebiedsgericht’: De meeste keuzes worden gemaakt door decentrale overheden. Daarom is de aanpak gebiedsgericht en werkt het Rijk steeds samen met gemeenten, provincies, waterschappen en maatschappelijke partijen. Het Rijk heeft een aantal gebieden met grote, complexe opgaven aangewezen als NOVI-gebieden.
  • ‘We werken permanent en adaptief’: de NOVI en de uitvoeringsagenda worden regelmatig opnieuw beoordeeld. Er zal steeds dialoog blijven met en tussen alle betrokkenen over prioriteiten en aanpak van de uitvoering.
  • ‘We beschrijven hoe we werken als één overheid, samen met de samenleving’: de overheid werkt samen, faciliteert waar het kan en is sturend en kaderstellend als het moet.