Nederland moet ruimtelijke keuzes maken voor een toekomstbestendige leefomgeving

Gepubliceerd 19 april 2021

Nederland staat de komende jaren voor grote ruimtelijke opgaven. Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) heeft een rapport geschreven over de vraag hoe Nederland toekomstbestendig kan worden. In het rapport Grote opgaven in een beperkte ruimte staat dat de nieuwe regering stevige besluiten moet nemen op het gebied van klimaat, biodiversiteit, wonen, waterbeheer en landbouw. Volgens het PBL is het nodig om aan de langetermijnvisie van Nationale Omgevingsvisie (NOVI) concrete uitvoeringsmaatregelen te verbinden.

Kwaliteit van de omgeving

Het PBL stelt dat je bij ruimtelijk beleid in de toekomst meer rekening moet houden met de kwaliteit van de omgeving. De ecologische waarde van de omgeving en de waarde van de omgeving voor de burger moeten voortaan even belangrijk zijn als de economische waarde. In het rapport staat dat deze verschillende waarden met elkaar in balans horen te zijn. Om deze balans te creëren moet de Rijksoverheid

het voortouw nemen en goed samenwerken met lokale overheden en maatschappelijke partijen. Daardoor wordt de Rijksoverheid ook meer verantwoordelijk voor de behaalde resultaten.

Bodem en water

Bij het omgevingsbeleid moet voortaan de samenhang tussen de bodem en het watersysteem centraal staan. De bodem en het watersysteem staan nu erg onder druk. Dit heeft volgens het PBL negatieve gevolgen op economisch, ecologisch en sociaal gebied. Voorbeelden hiervan zijn de stikstofproblematiek en de toenemende droogte. Om voorbereid te zijn op de negatieve effecten van klimaatverandering is het belangrijk om maatregelen te nemen die de bodemkwaliteit en de kwaliteit van het watersysteem bevorderen.

Betrek burgers bij je plannen

Het PBL roept het nieuwe kabinet ook op om burgers actiever te betrekken bij plannen om de leefomgeving te verbeteren. Burgers krijgen nu wel vaak inspraak, maar dat is niet genoeg. Wanneer je bijvoorbeeld een waterberging aanlegt in de openbare ruimte, kun je dit combineren met de aanleg van een park of een speeltuin. Dat maakt het interessant voor burgers om mee te denken en te helpen.

Klimaatbestendigheid integreren

De gemiddelde temperatuur is in de afgelopen honderd jaar met 2°C gestegen. Maar Nederland is volgens het PBL nog niet klimaatbestendig ingericht. Klimaatverandering heeft nu al negatieve effecten op de zoetwatervoorziening, de waterveiligheid, de gezondheid, het stedelijk gebied, landbouw en industrie, het toerisme, de natuur en vitale infrastructuur zoals elektriciteit en transport. Om te voorkomen dat de negatieve effecten van klimaatverandering fors toenemen moet de overheid klimaatbestendigheid integreren in transities op het gebied van stedelijke ontwikkeling, landbouw en natuur. De belangrijkste opgaven zijn de droogte in het landelijk gebied en klimaatadaptatie in het stedelijk gebied. Daar lees je hieronder meer over.

Droogte in het landelijk gebied

De hogere zandgronden in Nederland hebben veel last gehad van droge periodes. Veel natuur is daardoor verdroogd, wat in sommige gevallen tot onomkeerbare schade heeft geleid. Ook de veengebieden hebben last van droogte. De bodem daalt en dat leidt tot de uitstoot van broeikasgassen. Om bodemdaling tegen te gaan moet het waterpeil omhoog, wat grote gevolgen heeft voor de landbouw en het beheer van de veengebieden. Technische maatregelen helpen om het landelijk gebied minder kwetsbaar voor droogte te maken, maar om echt klimaatbestendig te worden moeten het watergebruik en het waterbeheer structureel veranderen. Een belangrijke oplossing kan zijn om minder water te gebruiken. Regenwater moet je daarnaast opvangen of laten infiltreren. En de landbouw moet efficiënter met water omgaan. Hierbij moet je altijd rekening houden met de kwaliteit van de bodem en het watersysteem.

Klimaatadaptatie in het stedelijk gebied

Steden moeten klimaatadaptatie verankeren in hun plannen voor stedelijke ontwikkeling. Het PBL geeft ook een overzicht van mogelijke maatregelen om de bebouwde omgeving op verschillende niveaus klimaatbestendig te maken. Om hitte, wateroverlast en droogte rondom gebouwen tegen te gaan helpt het om tuinen en gevels te vergroenen. En om wijken waterbestendig te maken kun je water bergen onder de straat. Of je kunt tijdens onderhoudswerkzaamheden meteen de riolering aanpassen. Ook kun je ervoor kiezen om meer parken en groen op straat aan te leggen. Om deze adaptatiemaatregelen effectief te laten zijn is het nodig dat alle betrokken partijen een goede planning maken en de verschillende werkzaamheden met elkaar afstemmen. De Rijksoverheid moet hierbij het voortouw nemen.