Kabinet maakt water en bodem sturend bij ruimtelijke keuzes

Gepubliceerd 29 november 2022

Het kabinet wil water en bodem sturend laten zijn bij beslissingen over de inrichting van ons land. Dat heeft de ministerraad besloten, op voorstel van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. In een Kamerbrief beschrijven minister Mark Harbers en staatsecretaris Vivianne Heijnen van IenW waarom en hoe.

Grenzen aan water- en bodemsysteem

Lange tijd konden we in Nederland het water- en bodemsysteem aan onze wensen aanpassen. Maar nu lopen we steeds vaker tegen de grenzen aan van dit systeem. Zo zorgen bodemdaling en lage waterstanden voor veel schade aan funderingen, is genoeg goed drinkwater niet meer vanzelfsprekend en staat het voortbestaan van planten- en diersoorten onder druk. De kwaliteit en beschikbaarheid van water en bodem hebben ook grote invloed op onze scheepvaart, landbouw, energievoorziening, industrie en natuur. Bovendien zet het veranderende klimaat alles op scherp.

‘Deze brief gaat over ons water en onze bodem. Letterlijk de basis van ons bestaan, en daarmee van groot belang voor iedereen.’

Water en bodem sturend voor de ruimtelijke inrichting

Water en bodem sturend is daarom het nieuwe motto voor alles wat met de ruimtelijke inrichting te maken heeft. Het kabinet baseert het beleid hiervoor op zeven uitgangspunten, zo schrijven de minister en staatssecretaris in de brief:

  1. Niet afwentelen: niet op toekomstige generaties, andere gebieden of functies en ook niet afwentelen van privaat naar publiek.
  2. Meer rekening houden met extremen: extreme weersituaties die nog niet eerder zijn voorgekomen zijn door het veranderende klimaat veel vanzelfsprekender geworden. Daar moeten we ons nog beter op voorbereiden.
  3. In samenhang omgaan met wateroverlast, droogte en bodem: Nederland moet van een vergiet weer een spons worden. Niet meer zo snel mogelijk al het water afvoeren, maar het vasthouden en bergen. Dit biedt ook kansen voor de kwaliteit van water en bodem.
  4. Meerlaagsveiligheid: naast dijken en keringen aanleggen, wil het Rijk ook meer aandacht voor de ruimtelijke inrichting om gevolgen van een overstroming te beperken en voor crisisbeheersing en herstel van schade.
  5. Bodem minder afdekken, minder vergraven, niet verontreinigen: zo worden bodems beter bestand tegen verdroging, slaan ze CO2 beter op en helpen ze ook om stikstof vast te leggen.
  6. Integrale aanpak in de leefomgeving: de water- en bodemopgaven hangen samen met alle andere opgaven in de leefomgeving. Daarom is het heel belangrijk om deze opgaven integraal aan te pakken, waarbij het water- en bodemsysteem sturend is.
  7. Comply or explain: Als er van een structurerende keuze wordt afgeweken, moet dat expliciet uitlegbaar en toetsbaar zijn. En doelen moeten hierbij nog steeds wel gehaald worden.

Met deze uitgangspunten volgt het kabinet de adviezen van deltacommissaris Peter Glas en stikstofbemiddelaar Johan Remkes.

Kabinet maakt 33 structurerende keuzes

Om bij de inrichting van Nederland meer rekening te houden met water en bodem, heeft het kabinet 33 structurerende keuzes gemaakt. Veel van deze keuzes zijn randvoorwaarden waarmee provincies samen met alle betrokken partijen een gebiedsgerichte aanpak kunnen opstellen. Dit is maatwerk, want er zijn grote verschillen tussen de gebieden. Een aantal voorbeelden:

  • Er moeten meer zoetwatervoorraden komen, bijvoorbeeld door meer water op te slaan in het IJsselmeer en het Markermeer.
  • We willen niet meer bouwen op plaatsen die later nodig zijn voor het bergen en afvoeren van water, zoals in de diepste delen van diepe polders en in de uiterwaarden van rivieren.
  • Er komen afspraken om de bodem minder te bedekken. Denk bijvoorbeeld aan minder stenen in de stad. Minder bodemafdekking zorgt voor een gezondere bodem, minder hitte en minder wateroverlast.
  • Op verschillende plekken komt een hoger grondwaterpeil. Per gebied bekijken de betrokkenen in welk tempo welk doel kan worden bereikt.
  • Water moet van goede kwaliteit blijven en bedrijven en inwoners gaan 20% minder drinkwater gebruiken.

‘Het Rijk maakt structurerende keuzes die richting geven voor de komende decennia. Veel keuzes kunnen en moeten we nu al doorvoeren in maatregelen.’

Keuzes vragen om goede samenwerking

Deze 33 keuzes vragen om een goede samenwerking tussen veel verschillende partijen. Want ze vragen om een flinke omslag in ons denken en doen. Het Rijk werkt daarom nauw samen met de waterschappen, provincies en gemeenten. Bijvoorbeeld door met hen uitvoeringsagenda’s op te stellen, door samen met de waterschappen te werken aan een verbeterde en dwingender watertoets, en door samen met provincies en gemeenten de ondergrond in beeld te brengen.