Rijkswaterstaat heeft een uitvoeringsagenda en klimaateffectatlas

Gepubliceerd 1 april 2022

Onze wegen, rivieren en kanalen zijn belangrijk voor onze samenleving, economie en leefomgeving. Welke invloed heeft klimaatverandering op deze netwerken? En wat is er nodig om ze klimaatbestendiger te maken? Rijkswaterstaat (RWS) heeft daar de afgelopen twee jaar onderzoek naar gedaan. De uitkomsten van het onderzoek staan in de eerste Uitvoeringsagenda Klimaatbestendige Netwerken en in de RWS Klimaateffectatlas.

Uitvoeringsagenda en Klimaateffectatlas RWS

RWS beheert namens IenW het hoofdvaarwegennet (HVWN), het hoofdwatersysteem (HWS) en het hoofdwegennetwerk (HWN). In haar uitvoeringagenda beschrijft RWS wat ze doet om de drie landelijke netwerken klimaatbestendiger te maken. Deze uitvoeringsagenda maakt deel uit van het Deltaplan Ruimtelijke adaptatie. In de Klimaateffectatlas RWS kun je de verschillende klimaateffecten zien op kaarten. Hier vind je ook een uitleg bij de belangrijkste effecten.

Extreem weer kan grote problemen veroorzaken voor infrastructuur

Extreme weersomstandigheden laten zien dat het hard nodig is om infrastructuur aan te passen aan het veranderende klimaat. Zo is droogte een groot probleem voor de scheepvaart. Beleidsadviseur hoofdvaarwegennet Nathaly Dasburg-Tromp: ‘Hoe omvangrijk het droogteprobleem kan zijn, wisten we voor 2018 nog niet. De effecten die de droogte van 2018 had op het vaarwegennet, heeft miljarden gekost aan maatschappelijke schade.’ Bodemerosie waar veel vaarwegen mee te maken hebben, kan het droogteprobleem vergroten. Nathaly: ‘Als er naast droogte ook bodemerosie plaatsvindt, slijt de bodem dieper uit en zakt de waterstand mee. Maar in de bodem liggen kabels, leidingen en vaste lagen die niet mee zakken. Hier ontstaan dan drempels waar zwaardere schepen niet doorheen kunnen varen.’

Risicodialoog biedt beter inzicht in problemen binnenvaart

Om ervoor te zorgen dat schepen ook in de toekomst over de Nederlandse rivieren kunnen varen, is een enorm pakket aan maatregelen nodig. Nathaly: ‘Het is een complex probleem. We moeten het aanpakken samen met andere partijen, zoals de binnenvaartsector. Daarom is een risicodialoog met die partijen zo belangrijk.’ Marleen Buitendijk is beleidsadviseur bij Koninklijke BLN-Schuttevaer, de brancheverenging voor de binnenvaart. Zij is blij met de risicodialoog die Rijkswaterstaat heeft gevoerd met vertegenwoordigers van de binnenvaartsector: ‘De sector ziet hoe urgent het droogteprobleem is. Wij krijgen steeds signalen van de schippers. Zo merkten we al dat de Waal bij laagwater niet meer de diepgang had die je zou verwachten. Met het onderzoek en de risicodialoog is nu veel beter gekeken naar de effecten van droogte op de rivieren. Je ziet nu precies waar de knelpunten zitten.’

Rijkswaterstaat kan het niet alleen

Rijkswaterstaat onderzoekt de mogelijkheden van verschillende typen maatregelen voor de binnenvaart, ook maatregelen vanuit de sector. Nathaly: ‘Alleen met ingrepen vanuit RWS redden we het niet.’ De binnenvaart vormt 30% van de totale goederentransport in Nederland. De sector heeft dus een groot belang om ook onder veranderende omstandigheden zoveel mogelijk te blijven vervoeren. Marleen: ‘De binnenvaartsector is na de risicodialoog meteen in actie gekomen. Er zijn speciale laagwaterschepen ontwikkeld en gebouwd, schepen hebben een andere schroef gekregen zodat ze de bodem niet raken. Ook in de transportketen zijn verschillende oplossingen bedacht om zelfs bij laagwater te kunnen leveren.’

Ook problemen voor water en natuur

De meren en getijdenwateren van het hoofdwatersysteem hebben met een ander probleem te maken: door klimaatverandering verslechtert de water- en natuurkwaliteit. In de RWS-regio Zee en Delta zien ze de problemen in het Veerse Meer, Volkerak-Zoommeer en Grevelingenmeer ieder jaar toenemen. Zo komt er sneller blauwalg in het water doordat het aantal zonuren toeneemt. En het water warmt meer op, wat uiteindelijk leidt tot vis- en plantensterfte. Verschillende gevolgen van klimaatverandering zorgen ervoor dat het steeds moeilijker wordt om genoeg vers water in te laten. Terwijl dat voor sommige watersystemen cruciaal is om gezond te blijven. Beleidsadviseur waterbeheer Stefan Nieuwenhuis: ‘Je ziet dat er sprake is van een verstoord ecologisch evenwicht en watersystemen die niet meer gezond zijn. Er moet dynamiek in het water zitten, het moet als een long in- en uit kunnen ademen, anders gaat alles dood.’

Nieuwe methode en regionale samenwerking

RWS ontwikkelt nu een methode die de problemen door klimaatverandering beter in beeld brengt en ook kijkt naar de effecten op natuur- en waterkwaliteit. Deze methode zal bij de volgende verwachte stresstest in 2024 en 2025 toegepast worden. Daarnaast is het belangrijk dat verschillende partijen samen in actie komen. ‘Regionale samenwerking is heel belangrijk’, zegt Stefan. ‘De provincie Zeeland werkt samen met het Waterschap Scheldestromen en de Zeeuwse gemeenten aan een provinciale klimaatadaptatiestrategie, net als veel andere provincies. De aanpak van klimaatproblemen bij RWS is landelijk, maar moet passen in een integrale regionale aanpak. De risicodialogen met gebiedspartners blijken daarbij heel waardevol. Provincies en waterschappen moeten weten waar wij tegenaan lopen, wat we willen aanpakken en waar we hen bij nodig hebben.’

Samenwerking met sectoren en beheerders

Voor het hoofdwegennetwerk is naast een gebiedsgerichte samenwerking ook een nauwe samenwerking nodig tussen verschillende beheerders. Problemen treden namelijk vooral daar op waar verschillende netwerken of functies elkaar raken. Een overstroming vanuit een rivier kan bijvoorbeeld wateroverlast veroorzaken op wegen. Ivonne van Pelt, adviseur klimaatadaptatie HWN: ‘Bekende knelpunten zijn bijvoorbeeld klemmende bruggen bij hitte. Als bruggen niet meer opengaan, veroorzaakt dat overlast voor de scheepvaart. Als ze niet meer dichtgaan, heeft het wegverkeer daar last van.’

Belangrijk om risico’s af te wegen

De risico’s door klimaatverandering leveren niet overal dezelfde problemen op. Het is daarom belangrijkom risico’s goed af te wegen. Ivonne: ‘Als er geen dreiging speelt, hoef je niet meteen iets te veranderen aan je beheer of onderhoud. Maar kijk bij de aanleg, vervanging en nieuwe onderhoudsplannen wel naar de laatste klimaatontwikkelingen. Wat zijn de hotspots en grootste knelpunten in het netwerk? En hoeveel overlast zijn we bereid te accepteren? Dat moet je prioriteren en vastleggen in kaders en richtlijnen. Dat geeft houvast voor de toekomst waar we samen aan werken.’

Urgentie wordt steeds meer gevoeld

In veel regio’s van Rijkswaterstaat zijn er al nieuwe risicodialogen gepland. De stresstesten en dialogen hebben het gevoel van urgentie bij veel collega’s en gebiedspartners vergroot. Stefan: ‘Op sommige plekken merk je de gevolgen van klimaatverandering al en je weet dat het erger wordt. We beginnen het totaalplaatje te zien en moeten nu beginnen. 2050 is niet ver weg en maatregelen kosten tijd. Dit is niet iets om op de lange baan te schuiven.’

Verschillende klimaateffectatlassen

Nederland kent verschillende klimaateffectatlassen. Wat zijn de verschillen en overeenkomsten hiertussen? Ze brengen allemaal in kaart wat de gevolgen van klimaatverandering kunnen zijn voor een gebied. De landelijke Klimaateffectatlas kun je beschouwen als de basis. Deze atlas is heel geschikt om te gebruiken als startpunt voor een klimaatstresstest. Hij is gebaseerd op landelijke gegevens en het gebruik ervan is gratis. Een regionale klimaateffectatlas brengt de gevolgen in kaart voor een bepaalde regio. Een voorbeeld is de Klimaateffectatlas Vallei en Veluwe. Het verschil met de landelijke Klimaateffectatlas is dat hij naast landelijke ook regionale gegevens gebruikt. Daarmee is een regionale klimaateffectatlas vaak meteen ook een klimaatstresstest. De Klimaateffectatlas van RWS brengt de informatie uit uitgevoerde stresstesten voor netwerken van Rijkswaterstaat in beeld.