Van skippybal naar succesvol regionaal programma
Waterschap Rijn en IJssel, boeren, natuurorganisaties, landeigenaren en andere grondgebruikers in de Achterhoek ervaren steeds meer problemen door de droge zomers. Wat kun je daartegen doen? Een medewerker van waterschap Rijn en IJssel bedacht een snelle, praktische oplossing: hij ontwikkelde een skippybal waarmee boeren ondergrondse watergangen kunnen afsluiten. De uitvinding leidde tot een eerste maatregel in de aanpak tegen droogte in de Achterhoek.
Droog, droger, droogst
De hoge zandgronden in de Achterhoek lijden extra onder de opeenvolgende droge jaren. Dat komt doordat regenwater hier via sloten en kleine watergangen wegstroomt naar de grote rivieren. Het water krijgt niet de kans om in de grond te zakken. Deze kwetsbaarheid voor droogte heeft grote gevolgen voor de natuur en boeren en andere grondeigenaren in het gebied. De uitdaging is daarom het regenwater langer vast te houden. Met het programma ‘Elke druppel de grond in’ onderzoekt het waterschap Rijn en IJssel (WRIJ) de mogelijkheden.
Samenwerken met boeren
Mark Ketelaar, beleidsadviseur agrarische communicatie bij WRIJ, is betrokken bij het programma. “Voor de korte termijn willen we graag stappen zetten in de aanpak tegen droogte. Daarom werken we samen met grondgebruikers in het gebied”, vertelt Ketelaar. “Deelnemende boeren melden zich bij ons aan. Gezamenlijk voeren we een bodem- en watersysteemanalyse uit. We onderzoeken welke maatregelen relevant zijn voor de grondgebruiker. Het is belangrijk dat we zoveel mogelijk aansluiten op het natuurlijke watersysteem zoals dat van oudsher aanwezig is.” De financiering voor het programma komt van het waterschap, provincie Gelderland, Zoetwatervoorziening Oost-Nederland en Europa.
Een ‘skippybal’ tegen droogte
De eerste maatregel was een skippybal, een duikerafsluiter waarmee een grondgebruiker de ondergrondse watergangen kan afsluiten. “Daar zat een aantal haken en ogen aan. Als het te hard regende, stond het land blank, omdat het water nergens naartoe kon”, zegt Ketelaar. De duikerafsluiter is nog steeds geschikt om water vast te houden in kleine watergangen, maar er was behoefte aan een regelbare stuw. Daarmee kunnen grondgebruikers water vasthouden op maat. “De regelbare stuw is later uitgebreid met veldbevloeiing. Bodemvocht en grondwater worden dan aangevuld door opgevangen water op het land te brengen.”
Nog meer maatregelen
Tot nu toe ontwikkelde het waterschap vijf maatregelen. Een zesde, meer ingrijpende maatregel, werd op 23 augustus bekend. Ketelaar: “We gaan bij een aantal boeren de sloten minder diep maken. ‘Verondiepen’ noemen we dat. Regenwater stroomt daardoor minder snel weg. Water aan de oppervlakte krijgt meer kans de bodem in te zakken.”
Sloot minder diep
Erwin Nijrolder is één van de boeren die meewerken aan het programma. In augustus is bij hem een sloot minder diep gemaakt. “De sloot was 1,5 meter diep. Nu is dat nog maar een halve meter. Regenwater kan beter de grond inzakken, omdat het slootwater minder snel wegstroomt.” Of de maatregel goed werkt tegen droogte, weet Nijrolder pas over een tijd. “Het waterschap gaat hier monitoren. En het moet eerst maar eens gaan regenen.”
Leemlaag in de grond
2022 is het derde droge jaar sinds 2018, vertelt Nijrolder. Hij heeft vijftig hectare lichte zandgrond en honderd melkkoeien. “Als het niet regent, wordt het land hier al snel heel droog. Er zit hier vanaf vier meter diepte een leemlaag in de grond. Daaronder drijft fossielzout water. Daar kan ik dus niet uit putten met bijvoorbeeld grondboring. Ik moet het echt hebben van regenwater.”
Hopen op een natte winter
Sinds begin augustus staan de koeien van Nijrolder binnen, want het gras in de weilanden is verdwenen. “De koeien eten nu de wintervoorraad op. Normaal gesproken gaan ze pas half december naar binnen. Gelukkig was de zomer van 2021 relatief nat, dus ik heb voorlopig genoeg voer.” Nijrolder heeft nog lang last van de afgelopen droge zomermaanden. “Ik hoop nu op een natte winter en een nat voorjaar, maar dan ben ik er nog niet. Het moet dan zeker nog een jaar veel regenen voordat het grondwaterniveau weer op peil is.”
Veel overleg met het waterschap
Samenwerken met het waterschap gaat goed, vindt Nijrolder. “Ze opperen regelmatig een plan, daar wordt goed over nagedacht. We overleggen veel. De meeste plannen komen, soms met een aantal aanpassingen, tot uitvoer. Het is fijn dat er mensen meedenken die ervoor geleerd hebben en meer weten over het toekomstbeeld.”