Klimaatrobuust bouwen: de vrijblijvendheid voorbij
Gemeenten, waterschappen, provincies en marktpartijen zijn het erover eens dat de opgave om klimaatbestendig te bouwen te vrijblijvend wordt ingevuld. Het is tijd om ambities een meer verplichtend karakter te geven. Richtlijnen kunnen hieraan bijdragen.
Dat blijkt uit het rapport ‘Verkenningen landelijk level playing field klimaatadaptieve nieuwbouw’. Samen Klimaatbestendig heeft in samenspraak met de VNG, het IPO, de Unie van Waterschappen en de provincie Zuid-Holland een verkenning gedaan over de behoefte aan landelijke richtlijnen voor klimaatadaptief bouwen. De uitkomsten dienen als fundament onder de landelijke maatlat voor een klimaatadaptieve gebouwde omgeving, die op dit moment vanuit de ministeries van BZK, IenW en LNV wordt ontwikkeld.
Verder komt naar voren dat er op dit moment geen eenduidige definitie van klimaatadaptief bouwen is. Daardoor ontstaan er onderling discussies over wanneer een bouwproject of gebiedsontwikkeling klimaatbestendig is. Dit kan leiden tot lastige vraagstukken rondom investeringen, financieringsvraagstukken en over de onderbouwing van de claim om klimaatrobuust te bouwen. Een landelijke richtlijn kan duidelijkheid scheppen voor de betrokken partijen.
Klimaatadaptatie en woningbouw
Nederland staat voor een enorme bouwopgave; we willen 900.000 nieuwe woningen bouwen. Tegelijkertijd heeft klimaatverandering een behoorlijke invloed op ons woon- en leefklimaat. Denk aan hittegolven, extreme hoosbuien of juist langdurige perioden van droogte. De aanstaande ‘woningbouwgolf’ moet dus niet alleen snel en betaalbaar, maar ook klimaatbestendig worden afgehandeld.
Landelijke maatlat
De uitkomsten van deze verkenning zijn aangeboden aan de ministeries en dienen als fundament voor de landelijke maatlat. Een aantal zorgen en kanttekeningen die op lokaal niveau zijn benoemd, moeten zorgvuldig bekeken worden. Deze hebben bijvoorbeeld betrekking op het spanningsveld tussen een generieke maatlat en de locatie-specifieke aard van de opgave, de verhouding tussen een nationale richtlijn en de Omgevingswet, de mogelijke invloed van een maatlat op de snelheid en betaalbaarheid van woningen en de ruimte voor maatwerk.