“Betrek verzekeraars bij waar er gebouwd kan worden”
Drie jaar geleden zag het Verbond van Verzekeraars al een duidelijke stijgende lijn in de hoeveelheid schades als gevolg van extreem weer. Inmiddels hebben we de overstromingen in Limburg meegemaakt, de vernietigende valwind in Leersum en afgelopen zomer de enorme hagelstenen die bij veel Nederlandse toeristen in Noord-Italië overlast en schade veroorzaakten. Wat doen verzekeraars om klimaatschade verzekerbaar te houden? En welke rol hebben het Rijk en de verzekerden hierbij? We spraken erover met Vylon Ooms, beleidsadviseur Klimaat van het Verbond van Verzekeraars en promovendus aan het Instituut voor Milieuvraagstukken (IVM) van de Vrije Universiteit.
Blijven de schades door extreem weer toenemen?
“Op de Klimaatschademonitor houden we bij hoeveel verzekerde schade er ontstaat als gevolg van weergebeurtenissen, zoals storm, hagel en hevige regenbuien. Daarin kun je inderdaad zien dat de schadepieken verder zijn toegenomen. Wat verder opvalt is dat de overstromingen in Limburg in 2021 tot minder schadekosten leidden dan de februaristormen in 2022, terwijl de impact in Limburg veel groter was. De stormen Eunice, Dudley en Franklin van februari 2022 veroorzaakten samen zo’n 714 miljoen euro aan schade. Dat is de hoogste schade tot nu toe als gevolg van extreem weer.”
Wat voor gevolgen heeft deze toename gehad voor verzekeraars?
“Schades verminderen en voorkomen is nog belangrijker geworden. Voor het Verbond van Verzekeraars betekent dit ook een grotere rol voor klimaatadaptatie.”
Burgemeester Daan Prevoo van de gemeente Valkenburg stelde dit jaar dat verzekeraars zich terugtrekken als er in korte tijd te vaak waterschade is. Herken je dit?
“Nee, dat zie ik niet. Het is niet zo dat verzekeraars zich in zulke gevallen massaal terugtrekken. Voor schade door een overstroming van regionale waterkeringen lukt het verzekeraars op advies van het Verbond steeds beter om verzekeringsdekkingen uit te breiden. Dit is een ontwikkeling die tegen de internationale trend ingaat. Bijna alle particulieren zijn nu standaard verzekerd voor deze vorm van waterschade. Hetzelfde geldt voor 70% van de ondernemers. Verzekeraars moeten de overgebleven verzekerden vooral goed blijven adviseren en bewustmaken van de risico’s. Maar verzekeringen zijn in de basis bedoeld voor onzekere risico’s. Bij bestaande risico’s moet je naast verzekeren ook inzetten op preventie. En op Early Warning: klanten al vroeg waarschuwen bij extreem weer. Tegelijk is het logisch om na een extreme weergebeurtenis goed na te denken over de manier waarop je de schade herstelt. Kan dat op een klimaatadaptieve manier? Kies je dan bijvoorbeeld weer voor een houten vloer die opnieuw kromtrekt als het water binnenstroomt? Of kies je voor materialen die beter bestand zijn tegen waterschade, zoals een keramische vloer?”
Kunnen verzekeraars helpen om schade klimaatadaptief te herstellen?
“Jazeker, verzekeraars hebben nu meer kennis over klimaatadaptatie dan eerder. Ze kunnen verzekerden adviseren om de schade zo te herstellen dat een volgende weergebeurtenis geen of minder schade veroorzaakt. Wat je in Limburg na de overstromingen in 2021 nog zag, was dat er soms op dezelfde manier werd hersteld. Een kwetsbare houten vloer werd bijvoorbeeld vervangen door weer een kwetsbare houten vloer. Dat heeft te maken met een van de beginselen van het verzekeren: het indemniteitsbeginsel. Dat betekent dat je als verzekerde niet “beter” mag worden van schade, omdat je daarmee tot fraude verleid kunt worden. Maar bij klimaatadaptatie is dat best vreemd, omdat schade juist een kans is om maatregelen te nemen waarmee je toekomstige schade kunt beperken. Die maatregelen hoeven niet altijd veel duurder te zijn. Op bedrijventerreinen adviseren verzekeraars vaak al om schades klimaatadaptief te herstellen. Daar zijn de premies wat hoger waardoor er meer armslag is om maatregelen te nemen en een verzekeringsexpert soms ook kan meekijken.”
Hoe denk je over een klimaatlabel voor particuliere woningen?
“Ik vind het idee van een klimaatlabel of een waterlabel heel interessant. Een klimaatlabel kan namelijk op een laagdrempelige manier het klimaatrisico weergeven. Daarnaast denk ik dat een klimaatlabel huiseigenaren stimuleert om adaptiemaatregelen te nemen, omdat ze met die maatregelen ook een beter label voor hun woning krijgen. Wel kunnen woningen met een slecht label tijdelijk minder waard worden. Nog een stimulering om met klimaatadaptatie aan de slag te gaan.”
Waar liggen volgens jou kansen om schade door extreem weer te verminderen?
“Het is belangrijk dat er betere regelgeving komt. Hiermee bedoel ik dat klimaatadaptatie vastgelegd wordt in wetgeving. Daarvoor is een rol weggelegd voor het Rijk. Als dit goed gebeurt, kan het ervoor zorgen dat de hele verzekeringsmarkt meegaat om herstelmaatregelen voortaan klimaatadaptief te maken. Op die manier kun je echt een grote slag maken, denk ik. Als je niet verder komt dan alleen richtlijnen, dan blijft het toch wat vrijblijvend.”
Waar zou regelgeving zich volgens jou op moeten richten?
“Er zou regelgeving moeten komen voor herstel en renovatie, maar ook voor nieuwbouw. Waar ga je bouwen? Als je gaat bouwen in uiterwaarden van rivieren of in buitendijks gebied, dan is het voor die nieuwe huizen eigenlijk niet mogelijk om een overstromingsdekking voor een opstalverzekering af te sluiten. Zeker niet voor particulieren. Dus het is heel belangrijk om voordat je gaat bouwen al te kijken of je de gebouwen ook kunt verzekeren. Daarvoor is regelgeving nodig.”
Welke rol kan het Verbond van Verzekeraars hierbij spelen?
“Mijn aanbeveling aan overheden zou zijn om verzekeraars al in een vroeg stadium te betrekken bij de vraag waar je gaat bouwen en ze mee te nemen bij de keuzes die je in de ruimtelijke ontwikkeling maakt. Het Verbond heeft een signaleringsfunctie. In het verleden hielden verzekeraars zich niet bezig met ruimtelijke ordening. Maar door klimaatverandering worden de schades groter. Niet zo groot als in bijvoorbeeld enkele staten in de VS waar schades soms niet meer te verzekeren zijn. Hier in Nederland zijn we gelukkig goed beschermd door onze dijken, ook in de toekomst. Maar door klimaatadaptatie aantrekkelijk te maken voor klanten kunnen verzekeraars schade door extreem weer helpen beperken. Ook kunnen ze hun klanten vroeg waarschuwen als er extreem weer op komst is. Klimaatadaptatie is een wisselwerking met de overheid. Klimaatadaptief bouwen en op de juiste locaties bouwen is nodig om de schade laag te houden. Daarom steunen verzekeraars ook beleid dat water en bodem sturend maakt.”
Wat doet het Verbond nog meer?
“We werken veel samen met klimaatwetenschappers. Met het KNMI werken we bijvoorbeeld samen aan Early Warning. Bij zo’n toekomstgericht thema als klimaatverandering vind ik het belangrijk om samen te werken met kennisinstellingen. Volgens recent onderzoek bijvoorbeeld van de Vrije Universiteit, Deltares en HKV Lijn in Water kunnen preventiemaatregelen 20 tot 50 procent van de overstromingsschade voorkomen. Dat is substantieel. Bij particulieren kan zo’n maatregel ook iets heel simpels zijn, zoals je laptop op tijd naar boven brengen.”
Hoe werkt het Verbond van Verzekeraars samen met het KNMI?
“Op de Klimaatschademonitor kijken we nu alleen nog naar de schade die heeft plaatsgevonden. Maar we gaan de nieuwe klimaatscenario’s van het KNMI doorrekenen naar verwachte schade, zodat we ook kunnen vooruitkijken. Daarnaast ontwikkelt het KNMI een Early Warning Centre (EWC). Voor verzekeraars is het heel nuttig om niet alleen te waarschuwen dat er een grote storm aankomt, maar ook om advies te geven over hoe je schade dan kunt beperken of voorkomen. Er zijn bijvoorbeeld al verzekeraars die zelf hun klanten vooraf via de mail waarschuwen als er extreem weer op komst is. Ze geven dan ook aan wat hun klanten kunnen doen om schade te beperken. Dat zag je enkele jaren geleden veel minder. Zodra het KNMI in staat is om vanuit het Early Warning Centre heel gericht en heel lokaal een waarschuwing te geven, zullen verzekeraars daar ook zeker gebruik van maken.”
Waar zou volgens jou nog meer aandacht voor mogen zijn?
“We zouden meer oog mogen hebben voor internationale schades door klimaatverandering. Schades in het buitenland kunnen Nederlandse verzekeraars namelijk raken via herverzekeringen. Herverzekeren betekent dat verzekeraars hun risico’s spreiden door deze ook weer te verzekeren bij herverzekeraars. Dat is een internationale markt. Schades in het buitenland kunnen er dus voor zorgen dat de herverzekeringspremies voor Nederlandse verzekeraars omhooggaan, waardoor verzekeringspremies hier kunnen stijgen. Dit vraagt om meer internationale samenwerking en kennisuitwisseling.”
Over Vylon Ooms
Vylon Ooms is beleidsadviseur Klimaat van het Verbond van Verzekeraars en vertegenwoordigt Nederlandse schadeverzekeraars op het gebied van de impact van klimaatverandering. Daarnaast promoveert hij aan het Instituut voor Milieuvraagstukken (IVM) van de Vrije Universiteit. Het onderwerp van zijn promotie is de rol van verzekeraars bij het stimuleren van klimaatadaptie.