Eilanders aan het woord: Antonio Carmona Baez van Sint Maarten

Gepubliceerd 18 november 2024

In het Caribisch deel van het Koninkrijk zijn de gevolgen van klimaatverandering voelbaar. Het wordt warmer, periodes van droogte nemen toe en als er regen valt, dan valt er veel meer in kortere tijd. Bovendien worden orkanen krachtiger. Hoe moeten de eilanden zich hieraan aanpassen? Welke uitdagingen spelen er allemaal? En wat gebeurt er om de eilanden en eilandbewoners voor te bereiden op de toekomst? In de rubriek ‘Eilanders aan het woord’ vertellen bewoners van verschillende eilanden en met verschillende expertises over hoe zij tegen klimaatverandering en klimaatadaptatie aankijken.

Dit keer interviewen we Antonio Carmona Baez, rector van de University of St. Martin (USM) en co-PI (principal investigator) van het NWO-onderzoeksprogramma ‘Eilanders aan het roer’. Hij vertelt ons waarom hij klimaatadaptatie belangrijk vindt, wat de uitdagingen zijn voor Sint Maarten en hoe hij tegen de toekomst van Sint Maarten aankijkt.

Wil je meer weten over klimaatadaptatie op de Caribische eilanden? Op het kennisportaal vind je nu ook een onderdeel over het Caribisch deel van ons koninkrijk.

Waarom houd je je bezig met klimaatadaptatie op Sint Maarten?

“Er wordt wel gezegd dat de jaarlijkse uitstoot van broeikasgassen van de Cariben maar 0,3 procent is van wat er mondiaal wordt uitgestoten. Bijna niets dus. Tegelijk is het Caribisch gebied kwetsbaar. Van alle landen binnen het Koninkrijk hebben wij het meeste last van de heftige gevolgen van klimaatverandering. Denk aan krachtigere orkanen, en langere periodes van droogte en hoosbuien.”

Fotograaf: Emilie Flamme

Wat betekent dit voor Sint Maarten?

“Hoe kleiner een eiland, hoe beter je kunt zien hoe er wordt omgegaan met de natuur. Op Sint Maarten maken we geen scherp onderscheid tussen klimaatadaptatie en natuurbescherming. Het één gaat samen met het ander. Het gaat om algemene ecologische zorgen. Het beschermen van de natuur wordt automatisch klimaatadaptatie. Omdat de impacts van klimaatverandering op kleine eilanden zo groot zijn, zijn de gevolgen voor de biodiversiteit meteen zichtbaar. We zien het als onze kusten beschermd of juist kwetsbaarder worden. Op een klein eiland heb je weinig ruimte voor oplossingen voor verschillende uitdagingen, voor het bouwen van schuilplaatsen voor kwetsbare gezinnen of voor de afvalwerking, wat een grote zorg is. De ruimte is beperkt.”

Geldt dit niet voor alle Caribische eilanden?

“Het is belangrijk dat je begrijpt dat de situatie van Sint Maarten uniek is: het zijn twee landen op één eiland. Het zuidelijke gebied is één van de drie landen binnen het Caribisch deel van het Koninkrijk: het land Sint Maarten. Het noordelijke gebied is Frans: de ‘Collectivité de Saint-Martin’. Maar staatkundig zijn er grote verschillen. In het Franse gebied hebben bewoners dezelfde rechten als in de rest van Frankrijk. Ze hebben bijvoorbeeld hetzelfde minimumloon. Dat geldt niet voor ons: wij hebben niet hetzelfde minimumloon als in Europees Nederland. Het Franse gebied is politiek vertegenwoordigd in Parijs, wij hebben geen vertegenwoordiging in de Tweede Kamer. Het Franse gebied is onderdeel van de Europese Unie, het land Sint Maarten is dat niet, ook al staat op ons paspoort van wel. Je hebt twee verschillende gezondheidssystemen, twee verschillende schoolsystemen. Zelfs de stekkers voor het stopcontact zijn anders.”

Dus er loopt een scherpe grens tussen de twee landen?

“Ja, maar in de praktijk is die onzichtbaar. Als je even met je ogen knippert, dan mis je de grens. Je gaat naar school aan de ene kant, je werkt aan de andere kant. Je hebt je huis aan de ene kant, je gaat naar het strand aan de andere kant. Het motto van Sint Maarten is ‘The Friendly Island’, met twee landen die dit eiland als vrienden besturen. Alleen in tijden van nood wordt de grens zichtbaar. Na orkaan Irma was er een moment dat de grenzen gesloten werden, zogenaamd om plunderingen in het Franse gebied tegen te gaan. En tijdens de COVID-19-pandemie sloot de Franse president Macron de grens twee keer. Dat leidde tot heel vervelende situaties, want de bewoners hebben familie aan beide kanten van de grens. Niemand woont aan één kant van de grens.”

Wat betekent dit voor klimaatadaptatie?

“Het leidt tot praktische problemen die de vooruitgang op het eiland in de weg zitten. Kijk bijvoorbeeld naar de kustbescherming. Je hebt de Franse kustregelgeving en de eigen regelgeving van de twee landen op Sint Maarten. Bovendien moet de regelgeving van het Nederlandse gebied goedgekeurd zijn door de Nederlandse regering. Daarnaast heb je de openbare lichamen Saba en Sint Eustatius die in logistiek opzicht erg afhankelijk van Sint Maarten zijn. Maar de Nederlandse regering stimuleert nu dat Saba en Eustatius hun eigen klimaatplannen maken, alsof ze los staan van Sint Maarten. Dan ligt er vlakbij ook nog het Britse eiland Anguilla, waar veel familie woont van bewoners van Sint Maarten en van St. Martin! Dit denken in grenzen is kunstmatig. Al deze grenzen vormen een extra hobbel om ons samen aan te kunnen passen aan de gevolgen van klimaatverandering.”

Hoe zie je je eigen rol op het gebied van klimaatadaptatie?

“Als rector van de University of St. Martin (USM) en als sociaal wetenschapper zet ik me in om wetenschappelijke kennis over milieu en maatschappelijke verhoudingen over te brengen aan gewone mensen. Op dit moment ben ik ook co-PI van het onderzoeksprogramma ‘Eilanders aan het roer’. Dit programma onderzoekt duurzame en inclusieve oplossingen voor klimaatadaptatie in het Caribisch gebied, en kijkt bijvoorbeeld ook naar huisvesting, culturele aspecten rond klimaatverandering en beleid. Een van de doelen van ‘Eilanders aan het roer’ is om de belangen van eilandbewoners op de voorgrond te plaatsen en ervoor te zorgen dat ze op de hoogte zijn van wat er speelt. We hebben natuurlijk deskundigen nodig, van buiten en binnen de regio. Maar daarbij is het belangrijk dat de lokale gemeenschap altijd betrokken is bij het zoeken naar oplossingen voor klimaatuitdagingen. Daar zet ik me voor in. We moeten hierbij ook aandacht hebben voor kwetsbare bewoners die in onzekere omstandigheden leven.”

Weten kwetsbare groepen te weinig van klimaatverandering?

“Het is belangrijk om het bewustzijn over klimaatverandering bij hen te vergroten. Ze weten wel dat de temperaturen stijgen, maar ze hebben vaak urgentere dingen aan hun hoofd dan de vraag waarom het zo heet is of hoe lang de hitte nog gaat duren. Ze hopen gewoon dat het snel weer afkoelt. Het zou goed zijn als ook zij meer weten over de oorzaken. Dan kunnen we op Sint Maarten ook beter nadenken over hoe we met die veranderingen kunnen omgaan. We importeren meer dan 80 procent van ons voedsel, dat maakt ons kwetsbaar. Hoe kunnen we op een andere, duurzamere manier produceren en consumeren? Hoe kunnen we op een duurzamere manier leven? Onze wetgevers, onze bestuurders en onze leiders moeten hierbij prioriteiten stellen.”

Wat is daar volgens jou voor nodig?

“We hebben een plan nodig met een visie over hoe we onze levensstijl en manier van werken kunnen veranderen. Dat kan denk ik alleen door een heel inclusieve dialoog te voeren, met alle belangrijke sectoren. Dus op Sint Maarten zouden we ook snel willen beginnen met risicodialogen voeren, net als in Europees Nederland. Maar dan niet alleen met de Nederlandse eilanden, maar met het hele Caribische gebied. Er wordt te vaak gedacht dat eilanden geïsoleerde plekken zijn. Maar dat is niet zo, er zijn juist heel veel contacten over en weer tussen eilanden. En we hebben elkaar nodig.”

Hoe komt het dat Sint Maarten nog geen klimaatplan heeft?

“Dat komt denk ik doordat er een kloof is tussen onze regering op Sint Maarten en de wetenschap. De regering op Sint Maarten is gewend om te wachten tot Europees Nederland experts stuurt. Daarmee sla je de universiteit op Sint Maarten als kenniscentrum over, terwijl wij natuurlijk ook onze netwerken hebben met Nederland, de regio en de rest van de wereld.”

En wat heeft Sint Maarten van Nederland nodig?

“We hebben een meer gelijkwaardige, meer inclusieve en meer rechtvaardige relatie nodig tussen de Caribische eilanden en Europees Nederland. Ik zou willen dat de Nederlandse regering zich inspant om de Nederlandse burgers in het Caribisch gebied alles te geven wat er nodig is om zich voor te bereiden op de gevolgen van klimaatverandering. Niet alleen op materieel niveau, maar ook op technisch en financieel niveau. Probeer ernaar te kijken vanuit het perspectief van mensenrechten: de Nederlandse staat heeft de verplichting om haar burgers in de Cariben op dezelfde manier te beschermen als in Europees Nederland. Hierbij is het ook belangrijk dat Nederland de eilanden niet komt vertellen wat er precies moet gebeuren en hoe. Maak juist gebruik van alle kennis die er op de eilanden aanwezig is. Hoe gingen ze bijvoorbeeld vroeger met crisissituaties om? Pas als je de cultuur en de geschiedenis goed begrijpt, kun je met adequate oplossingen komen.”

Laatste vraag: wat zou je willen nalaten aan toekomstige generaties?

“Wat ik zou willen voor toekomstige generaties is een rechtvaardigere en duurzamere planeet. Dat kan onder andere door wetenschappelijke kennis begrijpelijk te maken voor iedereen en door kennis over onze omgeving en het milieu een wezenlijk onderdeel te maken van ons onderwijs. Zodat de bewoners van Sint Maarten kennis hebben over de flora en fauna, zowel op het eiland als in zee. Dat zou onze nalatenschap moeten zijn.”