Gonzende gevels: hoe kleine geveltuinen veel insecten aantrekken

Gepubliceerd 31 oktober 2024

Kleine geveltuinen helpen bij het vergroten van de biodiversiteit in een stad, ontdekte milieuwetenschapper Joeri Morpurgo. Mini-stadstuintjes met veel planten en een grote diversiteit aan planten blijken een oase voor insecten. “We hebben in steden vet veel steen, dus trek die tegels eruit en zet er planten in. Gebruik geen gif en kijk wat er aan komt waaien”, adviseert Joeri.

Piepkleine tuinen en biodiversiteit

Geveltuinen worden al langer gezien als een middel om regenwater beter af te voeren, de versteende omgeving te koelen en droogte tegen te gaan. Klimplanten tegen een muur kunnen zelfs isolerend werken. Maar over de soortenrijkdom van insecten in deze mini-tuinen was nog niet veel bekend. “Wat me vrij snel opviel bij de start van het onderzoek was dat er nog bijna geen onderzoek is gedaan naar piepkleine tuinen en biodiversiteit”, vertelt Joeri tijdens een videogesprek. “In de literatuur gaat het over grote tuinen of parken van minstens honderd vierkante meter. Vanuit de ecologische theorieën mag je verwachten dat er heel snel veel verschillende insectensoorten afkomen op zo’n kleine habitat. In de gemeentes waar we onderzoek hebben gedaan, was desondanks veel discussie of die kleine geveltuinen wel echt iets toevoegen. Daarom waren collega-onderzoeker Margot Huurdeman en ik al snel gemotiveerd om hiermee aan de slag te gaan.”

Fotograaf: Rue de l’Avenir via Flickr

Laat je geveltuin zoveel mogelijk vol groeien

Naast de vraag hoeveel insectensoorten geveltuintjes aantrekken, was Joeri ook benieuwd naar welke planten mensen in hun geveltuin moeten zetten om de natuur een handje te helpen. Hij onderzocht 108 vierkante meter aan tuintjes in Den Haag en Amsterdam en telde 235 verschillende plantensoorten en 154 insectensoorten. “De conclusie is eigenlijk best wel eenvoudig. We hebben ontdekt dat de grootte van de geveltuin er niet toe doet. Het gaat om de bedekking van de planten. Een kleine geveltuin met een grote hoeveelheid verschillende planten doet meer voor insecten, dan een grote geveltuin met een paar kleine planten. Het is helemaal niet zo ingewikkeld. En nog mooier: als je iets goeds wil doen voor de biodiversiteit dan moet je onkruid laten staan en minder snoeien. Ik raad iedereen aan: laat je geveltuin zoveel mogelijk vol groeien.”

Waarom is biodiversiteit in de stad zo belangrijk?

“Aan de hand van mijn onderzoek kan ik stellen dat geveltuintjes waarschijnlijk bestuivers en andere soorten insecten ondersteunen. Die insecten zijn cruciaal voor het in stand houden van ecosystemen. “Denk aan de snelheid waarop blaadjes verteren in de grond door de schimmels en bacteriën die in geveltuintjes leven. Een ander voorbeeld is dat geveltuintjes insecten ondersteunen waar vogels van kunnen eten. “Als we vogels willen beschermen, is het best handig als ze eten hebben. Dus geveltuintjes kunnen ecosystemen in de stad ondersteunen, omdat je er insectenpopulaties mee beschermt.”

Welk nut hebben insecten in de stad nog meer?

Geveltuinen dragen ook bij aan het leveren van ecosysteemdiensten, zoals bestuiving van gewassen in de landbouw. “Je kan zeggen: die bijen zitten in de stad en die gaan niet naar agrarisch gebied, dat kan. Maar als je verschillende populaties bestuivers hebt in steden en in het landelijk gebied, dan kunnen die elkaar versterken. De genetische diversiteit is dan groter en dat is gigantisch belangrijk voor de weerbaarheid van een soort. Aan de ene kant kunnen geveltuintjes bijdragen aan de weerbaarheid van insectensoorten in steden. En aan de andere kant kunnen ze door die weerbaarheid bijdragen aan bestuiving in de landbouw.”

Barstensvol met leven

Wie zelf een geveltuin wil aanleggen, doet er goed aan om planten te kiezen die goed tegen droogte en hitte kunnen, zoals stokrozen, lavendel en rozemarijn. “Mijn tweede tip is: laat staan wat aan komt waaien, onkruid dus, want dat doet het daar blijkbaar goed.” Ondertussen staat Joeri op van zijn stoel om via de camera van zijn laptop zijn eigen kleine balkon te laten zien. “Het staat helemaal vol. En de meeste insecten zie ik op de planten die zijn komen aanwaaien: wilde munt, bloemen, grassen. Het zit barstensvol met leven. Ik zit hier op vier hoog, maar ik heb duizendpoten, pissebedden, springstaarten en mieren. Bijtjes komen langs, wespen, zweefvliegen en dat allemaal op vier vierkante meter. Als je het toelaat, dan komt het vanzelf.”


Joeri Morpurgo

Joeri Morpurgo