NAS’26 Atelier in Utrecht: ‘Wat kan er wel?’
Er komt in 2026 een nieuwe Nationale Adaptatiestrategie (NAS). Deze strategie maakt duidelijk wat er op de korte, middellange en lange termijn nodig is voor een klimaatbestendig Nederland. Voor de vijftien belangrijkste adaptatieopgaven worden ‘adaptatiepadenkaarten’ gemaakt. Tijdens het NAS’26 Atelier op 11 december in Utrecht kregen de deelnemers uitleg over deze kaarten aan de hand van de eerste zes schetsen. Zo’n 150 deelnemers, van (regionale) overheden tot marktpartijen, deelden hun feedback.
Een klimaatbestendig Nederland
“We hebben de laatste jaren gezien waar weersextremen toe kunnen leiden. Er gebeurt veel en er is meer nodig”, zegt Wieke Tas van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW). Ook de nieuwe KNMI ’23-scenario’s tonen aan dat er een tandje bij moet. Tas toont zich tevreden over de grote opkomst. “Vandaag draait het om de vraag: wat kan er wél?”, besluit ze haar openingswoord. Chantal Oudkerk Pool, de projectleider, vertelt over het waarom van de nieuwe NAS: “Het doel is een klimaatbestendig Nederland, nu en in de toekomst. De NAS’26 moet ervoor zorgen dat Nederland op elk moment beschikt over een goed pakket van preventie, crisisbeheersing en flexibiliteit.”
Adaptatiepaden en Dirk Kuyt
Gaby Langendijk van Deltares legt uit wat de methodiek achter de adaptatiepaden is. De adaptatiepadenkaarten laten zien welke maatregelen mogelijk zijn, hoe lang deze effectief zijn en wanneer er andere of aanvullende maatregelen nodig zijn. Op basis van deze informatie kunnen slimme routes worden uitgestippeld. “Er zijn verschillende scenario’s waarmee je rekening moet houden. Daarom wil je dat elke beslissing een zinvolle stap richting de toekomst is”, vertelt Langendijk die erkent dat het ‘paden-denken’ abstract kan zijn. Om dit te verduidelijken en om wat luchtigheid te brengen, toont ze een interview met voetballer Dirk Kuyt uit 2014. In dat gesprek legt hij uit waarom het belangrijk is om verschillende strategieën te hebben en om je op verschillende situaties voor te bereiden.
Wateroverlast niet altijd te voorkomen
Frank van Galen van het Planbureau voor de Leefomgeving toont de nieuwste inzichten over de verschillende klimaatrisico’s. “Risico’s kunnen elkaar versterken, waardoor de impact groter kan zijn dan de som van de afzonderlijke risico’s”, benadrukt hij. In verschillende pitches presenteren de ‘opgavetrekkers’ de concept-adaptatiepadenkaarten voor zes van de vijftien klimaatopgaven. Anne-Marie Hitipeuw van IenW introduceert het thema wateroverlast. Ze benadrukt dat de ambitie is om de gevolgen zo klein mogelijk te houden, maar erkent dat het soms toch mis kan gaan. Daarom krijgen crisisbeheersing en waterbewustzijn extra aandacht in de nieuwe NAS.
Kun je al het erfgoed redden?
Christien Dijcks van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) gaat in op de adaptatiepadenkaarten van erfgoed, een klimaatopgave die voor veel deelnemers nieuw blijkt te zijn. Maar erfgoed heeft evengoed te lijden onder de gevolgen van klimaatverandering, denk aan archeologische resten die kunnen vergaan door droogte of funderingen van monumenten die kunnen verrotten. Veel erfgoed is volgens Dijcks te redden, bijvoorbeeld door ander waterbeheer of door museumcollecties te verplaatsen. Toch is het volgens haar niet te voorkomen dat erfgoed soms verloren gaat. “Het is heel belangrijk om nu al het gesprek te voeren over wat je wilt behouden en waar je mogelijk afscheid van neemt.”
Gezondheid en infrastructuur
Klimaatverandering heeft ook impact op de volksgezondheid. Laurens Hondema van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) wijst op verwachte gevolgen, zoals een toename van infectieziekten. Volgens hem hebben hevige hittegolven met soms honderden extra doden per dag de grootste impact. De laatste drie pitches belichten infrastructuur, waaronder wegen, spoor, energie en ICT. Stijn Verwoest van het ministerie van Klimaat en Groene Groei (KGG) waarschuwt dat de stroomvoorziening in gevaar kan komen. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren wanneer er langere tijd geen wind is, terwijl de afhankelijkheid van windenergie toeneemt.
Niet het één of het ander
Langdurige droogte kan in de toekomst zorgen voor lage waterstanden in rivieren, waardoor scheepvaart wordt gehinderd, weet Basam Barakat van IenW. Ga je inzetten op kleinere schepen, grootschalig baggeren, of investeren in nieuwe sluizen en andere technische aanpassingen? Volgens Barakat hoeven deze oplossingen elkaar niet uit te sluiten. “Het is niet het één of het ander. Je hebt uiteindelijk een combinatie van maatregelen nodig.”
Ook concrete doelen nodig
Het gaat vandaag ook over de doelen voor de vijftien opgaven. Elze van Langen van IenW introduceert het doelentraject. Uit de evaluatie van de NAS bleek dat er behoefte is aan concrete doelen, zodat de voortgang beter in kaart gebracht kan worden. “Duidelijke doelen helpen om te bepalen wanneer je een bepaald resultaat hebt behaald”, vertelt ze.
Een berg post-its
In de middag geven deelnemers uit het werkveld feedback op de adaptatiekaartenkaarten en doelen van de verschillende klimaatopgaven. Ze schrijven massaal hun ‘tips’ en ‘tops’ op. Dit levert een overweldigende hoeveelheid post-its op, bijvoorbeeld meer dan 200 voor het thema hitte alleen al. “Ik ben blij verrast door jullie energie en dat jullie tot het einde nuttige dingen bleven delen”, bedankt Chantal Oudkerk Pool de deelnemers. “We moeten nu flink aan de bak om jullie input te verwerken.”