Onderzoek verkent landelijke norm voor stedelijk groen

Gepubliceerd 15 februari 2024

Is het mogelijk een landelijke norm voor groen op te stellen om steden klimaatbestendiger te maken, de biodiversiteit te versterken en de gezondheid van bewoners te verbeteren? Hoe zou zo’n norm er dan uit zien? En wat zou het kosten om alle gemeenten aan die groennorm te laten voldoen? Ingenieursadviesbureau Sweco zocht het uit in de studie ‘Een praktische verkenning naar een Nederlandse groennorm’.

Nog geen goede groennorm in Nederland

Sweco heeft onderzocht of er een bestaande groennorm is die geschikt is om te gebruiken als landelijke norm. Uit het onderzoek blijkt dat er nog geen groennorm bestaat die goed scoort op alle criteria. Ook is er niet één norm die integraal de thema’s biodiversiteit, gezondheid en klimaat aanpakt.

Hoe heeft Sweco het onderzoek uitgevoerd?

Sweco heeft tien bestaande normen beoordeeld. Daarvoor heeft ze vijf inhoudelijke en zes praktijkgerichte criteria opgesteld. Inhoudelijke criteria zijn bijvoorbeeld: zegt de norm genoeg over de kwaliteit van groen en het versterken van de biodiversiteit? Praktijkgerichte criteria gaan over hoe uitvoerbaar de norm is. Kun je de norm bijvoorbeeld op verschillende stedelijke niveaus toepassen?

Fotograaf: Klimaatadaptievebeelden.nl

Kwaliteitseis van groen ontbreekt bij bestaande normen

Geen enkele norm stelt eisen aan de kwaliteit van groen. De drie best beoordeelde normen zijn ‘Groene Stadslandschappen’ van Natuur & Milieu, Vogelbescherming en Staatsbosbeheer, ‘de 4 richtlijnen van Meliefste’ van Sweco zelf, en de ‘3-30-300 regel’ van Cecil Konijnendijk. Maar ook deze normen zeggen volgens het onderzoek weinig over de kwaliteit waaraan groen moet voldoen. Om met groen bij te dragen aan de biodiversiteit is een norm nodig die rekening houdt met de kwaliteit van groen. De norm moet bijvoorbeeld duidelijk zijn over welke typen vegetatie er nodig zijn, welke leeftijd ze moeten hebben en welke (inheemse) beplanting er past bij de ondergrond en omgeving.

Grote investeringen nodig, maar er zijn ook baten

Sweco heeft ook een schatting gemaakt van wat het zou kosten om een landelijke groennorm in Nederland uit te voeren. Daarvoor heeft ze de drie best beoordeelde normen doorgerekend. Bij de doorrekening van de kosten lagen ‘Groene Stadslandschappen’ en ‘de 4 richtlijnen van Meliefste’ het verst uit elkaar. Op basis daarvan komt Sweco tot een bandbreedte van wat het kost om een landelijke groennorm in Nederland te realiseren in 25 jaar tijd: tussen 30,7 en 45,5 miljard euro. Hierbij is niet gekeken naar de mogelijke baten die er zijn voor de gezondheid, de biodiversiteit en klimaatadaptatie.

Aanbevelingen voor een landelijke norm

Het rapport doet de volgende aanbevelingen om een goede landelijke norm voor stedelijk groen op te stellen:

  • Zorg voor een integrale norm: zorg ervoor dat de norm tot meerdere baten kan leiden en bijdraagt aan de thema’s klimaat, gezondheid en biodiversiteit.
  • Houd een bandbreedte aan bij de definitie van eisen in een groennorm: maak geen gebruik van absolute getallen in de norm want daar kun je je niet in alle buurten aan houden. Beter is het om flexibel te blijven, zodat besluitvormers bijvoorbeeld de ruimte hebben om een keuze te maken tussen een lage en een hoge ambitie.
  • Beschrijf heel precies wat groen is in een groennorm: een goede norm beschrijft duidelijk aan welke eisen en eigenschappen het groen moet voldoen.
  • Zorg voor een balans tussen een ambitieuze en een haalbare norm: een goede norm moet zowel ambitieus als haalbaar zijn. Een goede norm gaat daarom uit van een compromis tussen de doelen die bereikt moeten worden en de kans dat ze ook daadwerkelijk worden bereikt.
  • Maak een definitie van de norm op basis van het percentage groen per buurt: zorg ervoor dat van heel Nederland bekend is hoe groen de verschillende buurten werkelijk zijn. Pas dan kun je een realistische en haalbare norm instellen.

Welke organisaties gaven opdracht tot dit onderzoek?

Ingenieursadviesbureau Sweco heeft dit onderzoek uitgevoerd in opdracht van de ANWB, Natuur & Milieu, Staatsbosbeheer en Vogelbescherming Nederland.