"We wéten hoe we het systeem weer veerkrachtiger kunnen maken"

Gepubliceerd 16 oktober 2024

De afgelopen jaren waren zowel heel droog als heel nat. Wat betekent dat voor de natuur en de bewoners van de Veluwe? En voor het Waterschap Vallei en Veluwe? Welke mogelijkheden heeft het waterschap om het landschap klimaatbestendiger in te richten? We spraken erover met twee mensen van het waterschap: hydroloog Almer Bolman en Maarten Veldhuis, accountmanager terreinbeherende organisaties.

Foto: Leuvenumse bos vol water. Fotograaf: Maarten Veldhuis

Wat merken jullie op de Veluwe van klimaatverandering?

Almer: “Het lijkt erop dat we geen gematigd klimaat meer hebben van soms wat meer en soms wat minder regen. En dat is een heel grote uitdaging. We hebben een cluster van jaren gehad met veel droogte, gevolgd door een heel nat jaar. Dat leidt tot een situatie die je niet zomaar in balans brengt.”

Maarten: “De problemen op de Veluwe zijn ook groter dan klimaatverandering. Zo heeft het water- en bodemsysteem niet alleen last van weersextremen, maar ook van menselijke activiteiten. Door de manier waarop we het landschap hebben ontgonnen en gebruiken, is het bodem- en watersysteem niet robuust meer. Dat weten we al tientallen jaren. De weersextremen die daar nu overheen komen, laten extra zien hoe labiel het systeem is.”

Hoeveel invloed heeft het waterschap op dit systeem?

Almer: “Als waterschap kunnen wij reguleren hoeveel water er onttrokken wordt uit dit systeem. Ook kunnen we iets doen aan hoeveel water er in de bodem infiltreert. Maar je kunt alleen maar gebruiken wat er gemiddeld via neerslag bij komt. Op het grondwatersysteem zelf hebben wij eigenlijk geen directe invloed.”

Maarten: “Het is een gigantisch watersysteem. Onder de Veluwe ligt de grootste waterbel van Nederland. Die is misschien wel 7 keer zo groot als het IJsselmeer! In een gemiddeld jaar valt er ongeveer een miljard kubieke meter aan neerslag op de Veluwe. Daarvan verdampt iets van 650 miljoen m³. Van de rest verdwijnt 250 miljoen via grondwaterstromingen naar gebieden aan de rand van de Veluwe, naar de Gelderse Vallei, de Flevopolder, de IJssel. Dan houd je zo’n 100 miljoen over. Dit water onttrekken we: Vitens gebruikt ongeveer 80 miljoen voor drinkwater, de papierindustrie gebruikt de rest.”

Almer: “Om beter te kunnen omgaan met periodes van droogte en veel neerslag, zijn we nu een groot NWO-onderzoek aan het opzetten. Zo willen we nog meer inzicht krijgen in hoe het systeem werkt: wat gebeurt er met de neerslag die op de Veluwe valt? Hoeveel daarvan wordt daadwerkelijk grondwater? We willen dat voor verschillende bostypen onderzoeken. Om te weten hoeveel water er uit je systeem komt, moet je ook weten hoeveel erin komt.”

Wat gebeurt er met dit systeem als het heel nat is, zoals het afgelopen jaar?

Almer: “In de winter regende het inderdaad veel en het water verdampt dan nauwelijks. Bovendien viel de regen heel rustig en gelijkmatig, waardoor het niet wegstroomde, maar de bodem in ging. De stuwwallen in het hoge gebied van de Veluwe kunnen enorm veel water opslaan. Maar dat grondwater is niet statisch. Het is altijd aan het zakken in de richting van de randen waar veel stedelijk gebied is. Als dat water naar beneden begint te lopen, krijg je te maken met een ‘trage tsunami’: een enorme golf die door het stedelijk gebied heen beweegt. De gevolgen kun je raden: ondergelopen kelders en tot duizenden euro’s schade aan woningen.”

Maarten: “Maar voor de natuur is het echt een zegen geweest. We zien beken stromen en kwel omhoog komen als nooit tevoren. We zien natte natuur! Ik vind dat prachtig. Het is natuurlijk gek dat je een extreem nat jaar nodig hebt om iets te zien wat eigenlijk normaal zou moeten zijn. Maar je moet er ook een beetje van proberen te genieten, vind ik.”

Almer: “Voor de natuur is het inderdaad heel goed. Maar al die neerslag heeft een keerzijde. Boeren hebben er veel last van gehad. Het weiland was te drassig voor de koeien, en ook veel te nat om mais en aardappels te telen. Veel boeren verwachtten dat het waterschap het grondwaterpeil zou verlagen. Maar dat kan alleen in een gematigd klimaat. Nu werd er steeds opnieuw water aangevoerd, via neerslag of via de bodem. Dat is een heel andere situatie dan normaal. Het waterschap kan daar niet op sturen. Je kunt niet sturen hoeveel grondwater er stroomt, net zomin als je kunt sturen hoeveel neerslag er valt.”

Foto: Kwel treedt massaal uit. Fotograaf: Maarten Veldhuis

Bestaan er maatregelen die de ergste overlast kunnen beperken?

Almer: “Samen met Vitens willen we onderzoeken of het mogelijk is om in natte jaren meer water te onttrekken voor drinkwater en in droge jaren de Veluwe iets meer te sparen. In theorie zou je daarmee iets meer demping in het systeem kunnen krijgen. Lastig is dat het systeem heel traag reageert. Als je meer gaat onttrekken, moet je dat minstens een half jaar van tevoren besluiten. Daarvoor moet je een risico-inschatting maken. Maar het weer kunnen we niet zo lang van te voren voorspellen, en vooral de laatste jaren hebben we gezien dat een droog jaar zo kan omslaan in een nat jaar.”

Maarten: “Je kunt het watersysteem robuuster maken door beken te herstellen. Dat hebben we ook gedaan in het Leuvenumse Bos. Eén van de maatregelen die je neemt bij beekherstel is dat je de beek weer laat slingeren. Het water krijgt daardoor meer ruimte om af te remmen. Daarnaast moet ook de bodem worden opgehoogd, zodat het grondwater omhoog komt en in het gebied blijft. Verder worden er pakketten beekhout in de beek gelegd. In andere gebieden zouden beken minder diep moeten worden, gecombineerd met herstel van de bodem. Bodemherstel is goed voor de sponswerking en maakt landbouwgrond minder gevoelig voor droogte. Zo maak je landbouwgrond minder afhankelijk van beregening, wat in zeer droge jaren steeds vaker nodig zal zijn.”

Welke maatregelen nemen jullie om boeren te ondersteunen?

Maarten: “We bieden stuwen aan om water vast te houden, aan boeren en eigenaren van landgoederen. Wij betalen die stuwen voor 80 procent. Sommige watergangen, die ooit zijn aangelegd om water af te voeren, kunnen we dempen omdat ze nutteloos zijn geworden. Ook dat betalen we voor 80 procent, via onze subsidie ‘Watersparen’. We wéten hoe we het water- en bodemsysteem weer veerkrachtiger kunnen maken, alleen doen we het niet altijd. Hoeveel grond durven we terug te geven aan natuurlijke processen?”

Almer: “Ik zou het niet ‘teruggeven aan natuurlijke processen’ noemen. Volgens mij moeten we naar een nieuw soort beheer toe, zodat het systeem goed functioneert in droge én natte periodes. Als je de beken anders inricht, profiteren natuurlijke processen mee. Maar het hoofddoel is dat je het hele systeem versterkt. Dan wordt landbouwgrond bijvoorbeeld niet meer zo droog en hoeven boeren in de zomer minder te beregenen, zeker als je de sponswerking van de bodem verbetert. Hierbij hoeft maar 5 procent van de landbouwgrond anders gebruikt te worden. Daarmee red je de andere 95 procent. Als je dat beetje landbouwgrond inlevert en daar bijvoorbeeld meer ruimte maakt voor de beek zodat die meer water kwijt kan, dan werk je aan allerlei doelen tegelijk. En met hogere waterstanden heb je ook meer afbraak van nitraat, wat weer goed is voor de natuur. Die stap zetten is moeilijk, maar hij zal een keer gezet moeten worden. Bestuurlijk vraagt dat om behoorlijk wat lef.”

Foto: Supernat Renkums beekdal. Fotograaf: Maarten Veldhuis

Zou het in droge jaren helpen als mensen en bedrijven minder water zouden verbruiken?

Maarten: “Grondwater is goedkoop, makkelijk te onttrekken en superschoon. Papierfabrieken zijn het gewend om het water uit de ondergrond te halen, één keer te gebruiken en daarna weer te lozen. Maar om het natuurlijk systeem van de Veluwe te ontzien, zouden het drinkwaterbedrijf en de papierfabrieken hun water meer uit het oppervlaktewater mogen halen, net als in het westen van Nederland.”

Almer: “We zoeken samen met de provincie en Vitens naar nieuwe plekken om water te winnen, omdat er nu te weinig capaciteit is. Het is een complexe situatie: op korte termijn hebben we meer water nodig, wat vooral haalbaar is door bestaande grondwaterwinningen te vergroten. Tegelijk zoeken we voor de lange termijn naar duurzamere winningen die geen of juist een positieve impact hebben op de watersystemen. In elk geval zou het heel veel schelen als mensen minder zouden verbruiken. De gemiddeld Nederlander verbruikt 120 liter water per dag. Bij mij thuis halen we de 65 liter. Ik wil maar zeggen: het is mogelijk! Minder lang douchen, zuinigere toiletten. Er zijn ook allerlei watermaatregelen in en om het huis mogelijk: de regenpijp afkoppelen, een regenwaterreservoir aanleggen. In België is het gebruik van regenwater verplicht en daar is het dagverbruik van leidingwater 90 liter per persoon. In Nederland komen er 900.000 nieuwbouwwoningen bij, maar daarvoor geldt geen verplichting om regenwater op te vangen. Doodzonde vind ik dat. Het is de allerbeste klimaatadaptatie die er is.”

Foto: Het Beekmijtertje, een zeldzame paddenstoel. Fotograaf: Maarten Veldhuis

Wat is er volgens jullie vooral nodig om het watersysteem weer goed te laten functioneren?

Maarten: “We moeten het natuurlijk systeem meer ruimte geven en water beter vasthouden! Op dit moment lukt het niet goed genoeg omdat ons beheergebied maar liefst 15.000 kilometer aan watergangen heeft om water af te voeren. Die watergangen zorgen ervoor dat het grondwaterpeil zakt juist in de periode dat de verdamping start. Het aantal watergangen zal dus echt omlaag moeten. De juiste adaptatiemaatregelen laten het natuurlijk systeem weer functioneren zoals het uit zichzelf wil functioneren. En uiteraard hebben we ook technische maatregelen nodig om die ruimtelijke puzzel uiteindelijk op te lossen.”

Almer: “Bij het ontwikkelen van nieuw stedelijk gebied moeten water en bodem sturend worden. Niet als doel op zich, maar als ondersteunend middel, zodat je niet later weer allerlei maatregelen moet nemen. Verder zou het besef bij iedereen goed moeten doordringen dat ons gematigde klimaat, dat een heel belangrijke factor is voor onze economische ontwikkeling, aan het verdwijnen is. Dat vraagt om wezenlijke veranderingen. In de manier waarop we leven. In het landgebruik. In het watergebruik. Eigenlijk in alles.”

Over Maarten Veldhuis

Maarten Veldhuis werkte 19 jaar bij Waterschap Vallei en Veluwe, onder andere als projectleider beekherstel en accountmanager terreinbeherende organisaties. Hij zoekt naar kansen om met partners te werken aan gezamenlijke opgaven, zoals gezonde bodems, robuuste watersystemen en de verbetering van de biodiversiteit. Daarnaast gebruikt hij met succes de sociale mediakanalen X en Linkedin om mensen enthousiast te maken voor de natuur. In 2023 werd hij uitgeroepen tot Ambtenaar van het jaar. Vanaf 1 november is hij werkzaam bij Antea group als projectmanager bij de adviesgroep Water & Ecologie.

Over Almer Bolman

Almer Bolman is beleidsadviseur voor de gebieden Ecohydrologie en Grondwaterbeheer bij Waterschap Vallei en Veluwe. Hij wil in samenwerking met andere overheden en Vitens de (grond)watersystemen van het waterschap klimaatbestendig maken.


Foto: Maarten Veldhuis

Foto: Almer Bolman

Meer informatie