Verslag sessie A4: Bouwregelgeving en klimaatadaptatie

Naam sessietrekker: Simon Handgraaf en Gert Dekker
Naam verslaglegger: Nina Verhoef                         
Mailadres verslaglegger: nina@flolegal.nl

Doel

Inzicht geven in de mogelijkheden van bestaande (bouw)regelgeving voor klimaatadaptief bouwen en blik op de toekomst vanwege de komst van de Omgevingswet.

A4-190613MB114

Inhoud

In de verschillende fasen in de keten van ruimtelijke ordening zijn er verschillende instrumenten beschikbaar om klimaatadaptief bouwen te regelen. Het begint al bij de locatiekeuze, dan het bestemmen en vervolgens inrichten en beheren.

De juridische instrumenten naar huidig recht voor klimaatadaptief bouwen:

In een bestemmingsplan kunnen gemeenten de mogelijkheden voor het gebruik van gronden en bouwwerken regelen, voor zover dat met een goede ruimtelijke ordening te maken heeft. Bestaande voorbeelden van bouwregels die met betrekking tot klimaatadaptatie kunnen worden gesteld in een bestemmingsplan zijn:

  • een minimaal vloerpeil
  • de maximale omvang van bebouwd oppervlak per perceel.

Daarnaast kan de gemeente in het bestemmingsplan een omgevingsvergunning vereisen voor aanlegactiviteiten zoals het aanbrengen van verhard oppervlak.

Nadeel van het bestemmingsplan is het uitgangspunt van toelatingsplanologie, waardoor er geen actieve verplichtingen mogen worden opgelegd. In de jurisprudentie is hier een gedeeltelijke oplossing voor ontwikkeld, namelijk ‘voorwaardelijke verplichtingen’. Die worden niet als actieve verplichting gezien. Daarnaast moet er in bestemmingsplannen verplicht overgangsrecht worden opgenomen voor bestaande bouwwerken en bestaand gebruik. Daardoor hebben regels in het bestemmingsplan geen effect op bestaande situaties.

Bij het opstellen van het bestemmingsplan wordt het waterschap betrokken door een watertoets te maken. Helaas komen de uitkomsten daarvan vaak in de toelichting van het bestemmingsplan en dat is nu net het deel dat geen juridische binding heeft. Ook wordt de watertoets vaak maar smal toegepast; het gaat vooral vaak over waterberging en in mindere mate over droogte of de gevolgen van overstromingen.

Ook via grondexploitatie kunnen eisen worden opgenomen over de werken en werkzaamheden voor het bouwrijp maken van het exploitatiegebied. Gemeenten kunnen hierdoor eisen stellen aan minimale ophoging, de kwaliteit van de grond die voor het ophogen wordt gebruikt, de aanleg van oppervlaktewater of waterberging.

De Wet milieubeheer en de Waterwet bevatten regels over afstromend regenwater. Lozen van regenwater is toegestaan, maar de lozer moet zich houden aan een zorgplicht. De zorgplicht kan met een maatwerkvoorschrift worden ingevuld, zodat de berging van hemelwater kan worden geëist bij lozingen in het oppervlaktewater (waterschap), riolering en in de bodem (gemeenten). Gemeenten kunnen op grond van de Wet milieubeheer een hemelwaterverordening opstellen over het lozen van regenwater op de riolering en daar ook bepalingen over waterberging aan toevoegen. Als een gemeente hier gebruik van maakt, kan dat in de plaats komen van veel verschillende maatwerkvoorschriften.

Met de komst van de Omgevingswet verandert er veel en ontstaan meer mogelijkheden. Het omgevingsplan wordt breder dan het bestemmingsplan. Ook is het in het omgevingsplan wel mogelijk om actieve verplichtingen te stellen. Daarnaast is er geen verplicht overgangsrecht meer. De lozingsregels uit de Waterwet en Wet milieubeheer worden gedecentraliseerd. Het speelveld wordt met de Omgevingswet groter, maar daarmee ook complexer want er moeten meer belangen tegen elkaar worden afgewogen.

Een andere rol die de gemeente kan spelen bij klimaatadaptief bouwen, is als opdrachtgever bij aanbestedingen bij gronduitgifite en/of projecten in de openbare ruimte. In de aanbesteding kan de gemeente klimaatadaptatie meenemen in de gunning. Maar bij aanbestedingen ontbreken vaak specifieke voorschriften; vaak is het niet duidelijk wat er wordt gevraagd.

Uitkomsten

Provincie Zuid-Holland is bezig om minimale eisen met betrekking tot klimaatadaptief bouwen op te stellen, samen met een aantal andere partijen uit de regio. Tijdens de sessie werden andere partijen uitgenodigd om daarbij aan te sluiten.

Citydeal klimaatadaptatie stelt richtlijnen op voor groene en blauwe daken. Ook daarbij worden andere partijen uitgenodigd om mee te denken en om daarna vooral de richtlijn toe te passen.

Belangrijkste leerpunten

Er zijn een hoop mogelijkheden om regels te stellen, maar ze worden nog lang niet volop benut. Een knelpunt is dat er niet genoeg kennis over de mogelijkheden is. Uit de sessie blijkt dat er behoefte is om de kennis te vergroten en ruis weg te nemen over de mogelijkheden.

Vervolgafspraken

In deze sessie lag de nadruk op de 'blauwe' kant. Er kwamen veel praktische voorbeelden voorbij voor mogelijkheden voor bijvoorbeeld waterberging. Er is ook behoefte aan meer praktische voorbeelden over de mogelijkheden voor klimaatadaptie met betrekking tot hittestress, droogte, groenvoorzieningen.

Oproep aan projectleiders bij gemeenten: probeer doelvoorschriften te formuleren (i.p.v. middelvoorschriften), dat laat de creativiteit bij de ontwikkelaar.

Quote van de dag

“Dat het kan, betekent niet dat het gebeurt.”

Contactgegevens

Simon Handgraaf - Colibri Advies BV, simon.handgraaf@colibri-advies.nl

Gert Dekker - Ambient Advies BV, g.dekker@ambient.nl