“Droge voeten houden” is de metafoor voor het grote klimaatadaptatieprogramma in Nederland – het Deltaprogramma dat in 2014 werd ingezet. Met een jaarlijkse investering van ongeveer een miljard euro hoopt Nederland zo de dreiging van de zeespiegelstijging en de gevolgen van extreme waterafvoer van de rivieren te lijf te gaan. Tientallen gemeenten, in samenwerking met de waterschappen en ondersteund door verschillende provincies, geven lokaal uitvoering aan delen van het plan. Maar er zijn ook andere klimaatrisico’s dan alleen overstromingen. Zijn die in beeld? En wat doen de gemeenten die geen ‘koploper’ zijn aan klimaatadaptatie? En hoe kan Klimaatverbond Nederland (KVN) juist deze ‘pelotongemeenten’ ondersteunen bij de ontwikkeling van klimaatadaptatieplannen? Met deze vragen heeft KVN in het voorjaar van 2015 een groot onderzoek uitgevoerd. De resultaten zijn open source. Voor KVN is dit een nulmeting en drijfveer om activiteiten te ontwikkelen die bijdragen aan een klimaatbestendig Nederland.
Het project Klimaatbestendige Stad verkende met welke maatregelen we onze dorpen en steden bestand kunnen maken tegen de veranderingen.” Aan het woord is Christiaan Wallet, programmamanager Klimaatbestendige stad bij het ministerie van Infrastructuur en Milieu. "Als punt op de horizon is het jaar 2050 gekozen: dan moet al het stedelijk gebied klimaatbestendig zijn. Dat betekent dat we nú aan de slag moeten." De Peilstok is in het leven geroepen voor inspirerende projecten op het gebied van klimaatadaptatie.
Kern van de deltabeslissing Ruimtelijke adaptatie is de ambitie van alle overheden samen dat Nederland in 2050 zo goed mogelijk klimaatbestendig en waterrobuust is ingericht. Om de ambitie te realiseren moeten waterveiligheid en klimaatbestendigheid integraal meegewogen worden bij het plannen van ruimtelijke ontwikkelingen, bij herontwikkeling en bij investeringen in beheer en onderhoud.
Op 8 september stond de algemene intentieverklaring ruimtelijke adaptatie in de Staatscourant.
In het Deltaprogramma zijn in de afgelopen vier jaar de vijf Deltabeslissingen voorbereid. Op Prinsjesdag, 16 september 2014, hebben het ministerie van Infrastructuur en Milieu (IenM), de Unie van Waterschappen (UvW), het Interprovinciaal Overleg (IPO) en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) het bestuursakkoord Deltaprogramma getekend en zich daarmee gecommitteerd aan de start van de uitvoering van de Deltabeslissingen, waaronder de Deltabeslissing Ruimtelijke Adaptatie (DBRA). Afgesproken is om jaarlijks informatie te verschaffen aan elkaar, de Deltacommissaris en de regering over de voortgang van de uitvoering van de DBRA. Hiertoe is de afspraak gemaakt om gezamenlijk een monitoringsprogramma op te zetten.