Natuur

Het klimaat bepaalt voor een belangrijk deel of dieren en planten kunnen overleven. Klimaatverandering heeft dan ook ingrijpende gevolgen voor de natuur. Het warmere klimaat zorgt ervoor dat bepaalde diersoorten af- en andere juist toenemen. Maar ook extremere weersomstandigheden zoals droogte of juist hevige neerslag hebben nu al een zichtbaar effect op de natuur. Deze effecten in de natuur hebben ook weer verschillende gevolgen voor de samenleving. Tegelijkertijd biedt de natuur ook kansen om de negatieve gevolgen van klimaatverandering op de samenleving zoveel mogelijk tegen te gaan.

Op deze pagina lees je welke gevolgen klimaatverandering heeft op de natuur, hoe dit doorwerkt op de samenleving en welke kansen de natuur ons biedt om negatieve effecten van klimaatverandering te beperken. Ook vind je hier het bollenschema, dat een visuele samenvatting geeft van de gevolgen van klimaatverandering voor de natuur.

In het Nationaal Uitvoeringsprogramma Klimaatadaptatie (NUP KA) vind je informatie over een veerkrachtige natuur. Ga naar het NUP KA om het hoofdstuk over de aanpak voor een veerkrachtige natuur te bekijken.

Wat kun je met het bollenschema?

Er is een interactieve en statische versie van het bollenschema. De interactieve versie geeft een toelichting bij de gevolgen, die je ook apart kunt downloaden. Hieronder leggen we uit wat je met de verschillende versies kunt.

  • Statisch bollenschema: Deze versie is handig als je een duidelijk overzicht voor je sector wilt van de effecten en gevolgen van klimaatverandering. Je kunt deze versie printen. Er is een statisch bollenschema uit 2016 (pdf, 626 kB) en een geüpdatete versie uit 2020 (pdf, 283 kB).
  • Interactief bollenschema: Deze versie kun je gebruiken om te verkennen wat de kansen en risico’s van klimaatverandering zijn voor de sector. Je kunt in- en uitzoomen met het vergrootglas onder het schema, en je kunt klikken op een gevolgbol voor toelichting. Daarin staat wat het gevolg inhoudt, wat de relatie is met andere sectoren en welke maatregelen het gevolg kunnen beperken. De toelichtingen kun je ook weer wegklikken.
  • Toelichting gevolgen (docx, 936 kB): In dit word-document vind je alle toelichtingen die ook in het interactieve bollenschema staan. Dit document is bijvoorbeeld handig als je bepaalde toelichtingen wilt gebruiken.

Wat verandert er?

In het bollenschema van de NAS zie je duidelijk dat klimaatverandering op allerlei manieren invloed heeft op de natuur. Niet alleen de stijgende temperatuur, maar bijvoorbeeld ook de volgende klimatologische veranderingen beïnvloeden de natuur:

  • De hoeveelheid neerslag verandert.
  • De neerslag valt op andere plekken en tijden.
  • De vorm van de neerslag verandert (regen, sneeuw, hagel).
  • Windpatronen veranderen van kracht, richting en duur.

De vele klimatologische veranderingen hebben invloed op allerlei andere abiotische factoren, zoals de samenstelling of diepte van water en bodem. Veranderingen hierin hebben weer uiteenlopende gevolgen voor dieren en planten. Voorbeelden daarvan zijn de zeespiegelstijging, meer en heftigere natuurbranden, te veel of te weinig nutriënten en zout in bodem en water. Daarnaast heeft de stijging van CO2, de belangrijkste oorzaak van klimaatverandering, ook gevolgen voor de groei van planten.

Andere plant- en diersoorten

Door klimaatverandering verschuiven de gebieden waar dieren en planten kunnen overleven. De afgelopen twintig jaar is er een ware ‘volksverhuizing’ in de Nederlandse natuur op gang gekomen. Vooral door de gestegen temperatuur verandert de samenstelling van soorten behoorlijk. Er komen honderden warmteminnende soorten bij, zoals ijsvogels, zilverreigers, bijeneters, postelein, eikenprocessierupsen, prachtpurperuiltjes en vuurwantsen. Tegelijk verdwijnen er steeds meer koudeminnende soorten, zoals tapuiten, grutto’s, linnaeusklokjes, valkruid en kwabalen. Het zijn vaak de weersextremen die zorgen voor snelle veranderingen in de natuur. Een extreem hoge maximumtemperatuur, intense of langdurige droogte, natuurbranden of een zware storm kunnen grote sterfte onder dieren en planten veroorzaken of juist de vestiging van nieuwe soorten bevorderen. De extreme droogte in 2018 en 2019 heeft bijvoorbeeld een zeer groot effect gehad op veel natuurgebieden. Door droogvallende beken hadden beekvissen het bijvoorbeeld erg zwaar.

Natuur wordt kwetsbaarder

Doordat de totale natuur in Nederland zwaar onder druk staat, is de veerkracht van de natuur sterk afgenomen. Vooral de toenemende droge zomers zorgen voor grote veranderingen en kunnen natuurschade veroorzaken. De droogtegevoeligheidskaart in de Klimaateffectatlas laat zien welke gebieden in Nederland gevoelig zijn voor droogte. Daarnaast is van veel kwetsbare natuurtypen, zoals blauwgraslanden, hoogveen of vennen, nog maar een klein oppervlak over. Daardoor is er in verschillende gebieden te weinig variatie in leefgebieden. Omdat er in Nederland niet overal goede natuurlijke verbindingen zijn tussen natuurgebieden, kunnen dieren en planten vaak ook niet uitwijken naar koelere of vochtigere plekken. Ook zijn populaties vaak klein, waardoor de genetische diversiteit binnen een soort te klein wordt om zich aan te passen aan een veranderend klimaat of om zich te weren tegen ziektes en plagen.

Natuur kan snelle verandering niet bijhouden

De temperatuur steeg de afgelopen jaren in Nederland met 0,039°C per jaar. De natuur kan de snelheid van de temperatuurverandering niet bijhouden: uit onderzoek blijkt dat de natuur zich tien keer te langzaam aanpast. Dit probleem zal naar verwachting de komende tientallen jaren alleen maar groter worden. Op basis van een scenario-analyse van zo’n 1200 Nederlandse plantensoorten blijkt dat de gemiddelde temperatuur rond 2085 voor 40 procent van de Nederlandse planten te hoog zal zijn om te overleven. Tegelijk wordt Nederland mogelijk geschikt voor zo’n duizend nieuwe plantensoorten. Met de komst van de honderden nieuwe warmteminnende soorten naar Nederland veranderen de concurrentieverhoudingen tussen soorten. Over de precieze effecten daarvan is nog weinig bekend.

Veel nieuwe soorten komen zelf naar Nederland

Van de nieuwkomers in Nederland weet een groot deel Nederland op eigen kracht te bereiken. Vanuit Midden- en Zuid-Europa bereiken ze geleidelijk aan ons land. Veel warmteminnende soorten vestigen zich vooral in onze steden, waar het door het hitte-eilandeffect een stuk warmer is dan erbuiten. Op de klimaatkaart van Nederlandse flora in de afbeelding hieronder kun je goed zien waar de warmere gebieden in Nederland liggen. Voor de klimaatkaart heeft FLORON 35 miljoen plantenwaarnemingen in Nederland gecombineerd met informatie over de gemiddelde temperatuur waarbij elke plantensoort op de wereld voorkomt. Warmteminnende soorten vestigen zich niet alleen in onze steden, maar ook bij de rivieren, die fungeren als migratieroute.

Klimaatkaart van de Nederlandse flora
Afbeelding: De klimaatkaart van de Nederlandse flora toont de gemiddelde temperatuur in ons land aan de hand van de plantengroei. De grijze gebieden zijn onvoldoende onderzocht op plantensoorten (bron: Sparrius en collega's).

Veel exotische soorten komen hier door transport

Naast veel nieuwe soorten die op eigen kracht in Nederland komen, zijn er de laatste jaren veel exotische dier- en plantensoorten die hier komen door transporten van de mens. Met de gestegen temperaturen neemt de kans dat ze hier overleven toe. Deze soorten kunnen een bedreiging vormen voor inheemse soorten en voor de biodiversiteit. Voorbeelden van zulke exoten zijn de tijgermug, alsemambrosia en buxusmot. Een aantal van deze dier- en plantensoorten veroorzaken schade in delen van Europa. Daarom heeft de EU een verbod op bezit, handel, kweek, transport en import van deze soorten ingesteld. Je vindt deze soorten op de zogenaamde Unielijst. Hierop staan verschillende soorten die zich onder invloed van klimaatverandering zouden kunnen uitbreiden.

Seizoenen verschuiven

Door klimaatverandering verandert de timing van jaarlijks terugkerende verschijnselen in de natuur (de fenologie). Planten komen nu tot wel drie weken eerder in blad en bloei dan halverwege de 20ste eeuw. De gestegen temperaturen zijn de belangrijkste verklaring voor deze vervroeging. In het najaar blijven bladeren langer aan de bomen zitten. Het groeiseizoen is tegenwoordig drie tot vier weken langer dan 50 jaar geleden. Van 1986 tot en met 2015 zijn vogels gemiddeld 8 dagen eerder hun eieren gaan leggen. Klimaatverandering beïnvloedt ook de momenten waarop vogels gaan trekken, insecten tevoorschijn komen en zoogdieren en amfibieën in winterrust gaan. Doordat deze jaarlijks terugkerende verschijnselen in de natuur niet voor alle soorten even snel verschuiven, is er een kans op mismatches in de voedselketen.

Wat zijn de gevolgen voor de samenleving?

De huidige en mogelijk toekomstige veranderingen in de natuur door klimaatverandering hebben verschillende gevolgen voor de samenleving. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om gezondheid, landbouw, tuinbouw, visserij, bosbouw, recreatie en toerisme.

Gezondheid

In de Kennisagenda Klimaatverandering en Gezondheid wordt uitgebreid uitgelegd hoe klimaatverandering invloed heeft op onze gezondheid. Daarbij spelen veranderingen in de natuur door klimaatverandering regelmatig een rol. Het gaat hierbij om:

  • Meer allergieën: een langer pollenseizoen, nieuwe pollensoorten zoals alsemambrosia, meer pollen, meer kans op allergieën van spinachtigen en insecten zoals de eikenprocessierups.
  • Meer vectoroverdraagbare infectieziektes en zoönosen. Vectoroverdraagbare ziektes worden overgedragen door insecten, en zoönosen zijn ziektes die dieren op mensen kunnen overdragen. Het klimaat beïnvloedt welke dieren ergens kunnen leven, hoe groot populaties zijn en wat het seizoensritme van dieren is. Dat geldt dus ook voor dieren die een infectieziekte hebben of met zich meedragen. Daarnaast beïnvloedt het klimaat ook het gedrag van mensen: zij kunnen door klimaatverandering sneller in contact komen met ziekteverwekkers. Bij warm weer zoeken mensen bijvoorbeeld vaker verkoeling op door te gaan zwemmen in buitenwater, waar door de warmte blauwalg kan voorkomen.
  • Tenslotte kunnen allerlei klimaatadaptatiemaatregelen het leefgebied van deze dieren beïnvloeden. Denk bijvoorbeeld aan meer groen en blauw in steden om hitte-eilanden, droogte of wateroverlast te voorkomen.
  • Meer gezondheidsrisico’s door contact met water: mensen en dieren komen meer in contact met wateroverdraagbare ziekteverwekkers en infecties. Daarnaast verhogen wateroverlast en hogere luchtvochtigheid het risico op blootstelling aan schimmels.

Landbouw, tuinbouw en bosbouw

Klimaatverandering beïnvloedt ook direct en indirect de landbouw, tuinbouw en bosbouw. Zo krijgen landbouw, tuinbouw en bosbouw vaker last van extreme weersomstandigheden, zoals hittestress, stormschade, hagelschade, vorstschade, droogte en overstroming. Verder krijgen deze sectoren te maken met allerlei nieuwe, warmteminnende, ziektes en plagen. Door een ander seizoenritme moet ook de timing van veel landbouwactiviteiten aangepast worden. Tenslotte moeten ondernemers van deze sectoren zich houden aan nieuwe regels, om de natuur op hun land beter te beschermen tegen de gevolgen van klimaatverandering.

Recreatie en toerisme

Als de natuur kwetsbaarder wordt en verschraalt, heeft dat ook een negatieve invloed op onze natuurbeleving. Dat is nadelig voor bijvoorbeeld de sector recreatie en toerisme, die voor een groot deel samenhangt met natuurbeleving. Natuurbeleving is een ecosysteemdienst: een dienst die de natuur aan de mens levert. De kwaliteit van ecosysteemdiensten verslechtert als het aantal soorten afneemt en ecosystemen minder goed functioneren. Voorbeelden van andere ecosysteemdiensten zijn: organismen in de bodem die water zuiveren, planten die de lucht zuiveren, en natuurlijke processen die erosie voorkomen en ziektes, plagen en klimaten reguleren.

Hoe kun je de natuur inzetten voor klimaatadaptatie?

Natuur robuust maken

In hoeverre natuur zich kan aanpassen, hangt af van de oppervlakte van een natuurgebied en de verbindingen tussen verschillende natuurgebieden. Een groter oppervlak en goede verbindingen met andere gebieden maakt een natuurgebied robuuster. Daarnaast spelen de milieukwaliteit en de variatie in microklimaten in de natuurgebieden en in de verbindingszones een belangrijke rol. Hoe minder stressfactoren er zijn, hoe makkelijker organismen zich kunnen aanpassen. Ook diversiteit van soorten draagt bij aan de klimaatbestendigheid van de natuur. Natuurgebieden met een grote biodiversiteit kunnen zich beter aanpassen aan een opschuivende klimaatzone en zijn dus klimaatbestendiger.

Klimaatadaptatie sluit niet altijd aan bij natuurbeheer

We kunnen onze natuur aanpassen aan klimaatverandering via verschillende maatregelen en strategieën. Enkele voorbeelden zijn: aanpassingen in vegetatie- en natuurbeheer, verbetering van de ruimtelijke samenhang en hydrologische maatregelen. Deze strategieën sluiten niet altijd goed aan bij het huidige natuurbeheer. Natuurontwikkeling en natuurdoelstellingen worden nu vaak bepaald op basis van gebiedskenmerken en gewenste zeldzame soorten. De huidige benadering gaat vaak uit van een statisch einddoel en stabiele omgevingsfactoren. Daarbij is het referentiebeeld vaak gebaseerd op klimaatomstandigheden uit het verleden, die door de klimaatverandering niet meer actueel zijn.

Nature-based solutions

Er komt steeds meer het besef dat natuur allerlei baten oplevert die belangrijk kunnen zijn bij klimaatadaptatie. Adaptatiemaatregelen in sectoren zoals de bouw en landbouw kunnen tegelijk ook meer ruimte geven aan de natuur. Dit noemen we Nature-based Solutions. Voorbeelden zijn bomen, planten en water. Deze maatregelen verminderen hittestress, verlagen de hoeveelheid fijnstof in de lucht en zorgen voor ontspanning. Daardoor zijn ze niet alleen goed voor de natuur, maar hebben ze ook een positief effect op het leven van mensen. Nature-based Solutions worden bijvoorbeeld ingezet in de bouw, landbouw en bij waterbeheer, zowel in als buiten de stad. Maar ook in het gebied daartussen, zoals de Werkwijze Klimaatadaptatie met Natuur tussen stad en platteland laat zien.

Natuurinclusief bouwen
Door natuur en biodiversiteit integraal onderdeel te maken van de gebouwde omgeving, creëer je meer leefruimte voor soorten. We moeten bij de isolatie van gebouwen bijvoorbeeld genoeg ruimte creëren voor verschillende diersoorten zodat die zich er kunnen nestelen. Daarnaast kunnen we de veerkracht van de natuur verbeteren door zoveel mogelijk inheemse planten te gebruiken voor groene gevels of daken. Deze planten trekken bestuivers aan.

Natuurinclusief waterbeheer
Om de kans op overstromingen uit rivieren te verkleinen, moeten we ruimte geven aan de rivier. Zo creëren we voldoende ruimte voor optimale waterretentie. Door gebruik te maken van dit soort nature-based solutions gaan natuur en waterbeheer hand in hand.

Natuurinclusieve landbouw
Natuurinclusieve landbouw versterkt de weerbaarheid van de landbouw, waardoor effecten van klimaatverandering minder doorwerken in de sector. Natuurinclusieve klimaatadaptieve maatregelen zijn:

  • Het waterpeil in veenweidegebieden verhogen. Dat voorkomt extra CO2-uitstoot en gaat verdroging tegen. Het kan ook bodemdaling tegengaan, wat significante kostenbesparing oplevert bij infrastructurele werken. Een hoger waterpeil biedt mogelijkheden voor natte teelten en moerasbossen.
  • Nieuwe teelten introduceren. Met de opschuivende klimaatzones komen er steeds meer andere soorten bestuivers. Om de bestuiving optimaal te houden, kan het nodig zijn om nieuwe gewassen te telen.
  • Het organische stofgehalte verhogen. Dat versterkt de bodembiodiversiteit, wat de sponswerking van de bodem vergroot.
  • Vruchten wisselen en houtopstanden aanleggen. Dat versterkt de weerbaarheid van gewassen en voorkomt erosie.
  • Natuurlijke akkerranden aanleggen. Dat stimuleert natuurlijke vijanden, waardoor de kans op de uitbraak van plaaginsecten kleiner wordt.

Klimaatverandering heeft zeer grote gevolgen voor de Nederlandse natuur. Deze gevolgen versterken de huidige biodiversiteitscrisis, die ook door allerlei andere menselijke invloeden is veroorzaakt. Het vraagt om creativiteit, samenwerking en flinke investeringen om de gevolgen voor de natuur zoveel mogelijk te beperken en om daarnaast zelfs kansen te creëren voor de versterking van biodiversiteit.