Grondwateroverlast

Het najaar van 2023 en het voorjaar van 2024 waren extreem nat. Dat heeft geleid tot hoge grondwaterstanden en een groot aantal meldingen van grondwateroverlast bij gemeenten en waterschappen. Zowel in de bebouwde omgeving als in het landelijk gebied. Deze situatie kan worden beschouwd als een stresstestgebeurtenis. Het advies is daarom om bij het creëren van informatie op maat over grondwateroverlast het volgende in kaart te brengen:

  • Waar waren de grondwaterstanden in deze periode extreem hoog? Hiermee bepaal je de dreiging.
  • In welke gebiedsdelen zijn meldingen van grondwateroverlast en daaruit volgende schade gedaan? Noteer zowel meldingen uit de bebouwde omgeving als uit natuur- en landbouwgebieden. Gemeente en waterschap kunnen hierin samenwerken.

Zijn er data uit het grondwatermeetnet en een grondwatermodel beschikbaar? Dan kun je die ter aanvulling gebruiken om een dekkend beeld te krijgen van de gebieden waarin een grote kans op grondwateroverlast bestaat. Gebruik bij de modellering de meteorologische data van het KNMI uit de periode 2023-2024, bijvoorbeeld het neerslagoverschot in de periode juli 2023-juli 2024. Drainagevoorzieningen zijn een belangrijk middel om te hoge grondwaterstanden te voorkomen. Gebruik bij de modellering daarom zoveel mogelijk informatie over de aan- of afwezigheid van drainage.

Check met de meetnetdata ook waar de grondwaterstanden tijdens de zomerperiode van 2024, toen er een erg klein neerslagtekort was, relatief maar weinig zijn gedaald. Dit vormen aandachtsgebieden, omdat daar in een direct volgend nat winterhalfjaar de overlastsituatie nog ernstiger kan worden en lang kan aanhouden.