Veranderingen in neerslaghoeveelheid en frequentie

In de Klimaatscenario’s van de Klimaateffectatlas wordt bij het thema ‘Wateroverlast’ getoond hoe de neerslag in de toekomst kan veranderen volgens de KNMI’23-scenario’s. Na het selecteren van een indicator en een klimaatscenario zie je op de kaart en in een grafiek hoe de neerslagkarakteristieken zijn veranderd in 2050 en 2100 ten opzichte van het huidige klimaat. Omdat de klimaatstresstest is gericht op het identificeren van knelpunten die bij zware belasting optreden, kun je het beste het hoge klimaatscenario selecteren.

Bij het verkennen van de kwetsbaarheid in de bebouwde omgeving moet vooral worden gewerkt met de informatie over intensieve, kortdurende buien. Kies hierbij als indicator uurneerslag en dagneerslag. Daar is het watersysteem in de verharde bebouwde omgeving namelijk het meest gevoelig voor. Hetzelfde geldt voor hellende gebieden (o.a. Limburg) en kleine regionale systemen met beperkte berging in de bodem en waterpartijen. Neerslag wordt hier niet of nauwelijks in de bodem opgenomen en stroomt snel af naar laaggelegen delen. Het landelijk gebied heeft een langere reactietijd bij neerslaggebeurtenissen. Hier zijn de langdurige neerslaggebeurtenissen belangrijker. Kies hierbij als indicator 10-daagse neerslag en dagneerslag. Selecteer je ‘aantal dagen ≥ 25mm’? Dan krijg je een indicatie van de toekomstige toename van het aantal dagen in een jaar met relatief veel neerslag op een hogere ruimtelijke resolutie.