Wadi
Wadi staat voor: Water, Afvoer, Drainage en Infiltratie. Het woord komt uit het Arabisch, waar het ‘droge rivierbedding’ betekent. Het is een verlaagd stuk groen dat regenwater kan bergen en infiltreren. Op deze pagina lees je meer over de wadi. Niet alleen wat een wadi is en hoe hij de omgeving klimaatbestendiger maakt. Maar bijvoorbeeld ook hoe je de effecten kunt monitoren, hoe je een wadi kunt ontwerpen, aanleggen en onderhouden, en wat de kosten en baten zijn. Ook vind je hier verschillende ervaringen met wadi’s.

Functies en voordelen
Lees meer over wat een wadi precies is, wat voor soorten er zijn en wat de voordelen kunnen zijn.
Wat is een wadi?
Een wadi is een verlaagd stuk groen waar regenwater naartoe kan stromen. Het water zakt daar langzaam in de grond. Zo helpt de wadi om wateroverlast te voorkomen en het grondwater aan te vullen. Een wadi is een groen alternatief voor het regenwaterriool. Regenwater stroomt via goten of greppels naar de wadi, in plaats van naar het riool. De wadi vangt het water tijdelijk op, zodat het kan wegzakken in de bodem. Er staat meestal maar af en toe water in de wadi, alleen na regenbuien, en meestal is het water binnen 24 uur na een bui weer verdwenen. Bij hevige regen kan de wadi volstromen. Boven in de wadi zit vaak een slokop: dat is een opening die het overtollige water afvoert naar een drainbuis onderin de wadi. Deze buis verspreidt het water over een groter gebied zodat het verder kan infiltreren, of voert het af naar een sloot of vijver.
Wanneer is de wadi in Nederland ontstaan?
Het idee om wadi’s aan te leggen ontstond in Duitsland. Ze zijn ontworpen om regenwater te bergen, infiltreren en zuiveren en om riooloverstorten te verminderen. In de jaren negentig was de nieuwbouwwijk Ruwenbos in Enschede de eerste grootschalige ‘wadiwijk’ in Nederland. In de dertig jaar erna zijn in Nederland meer dan 5.000 wadi’s aangelegd.
Wat voor soorten wadi zijn er?
Er bestaan verschillende soorten wadi’s. In de afgelopen jaren zijn er allerlei varianten ontwikkeld, met verschillende functies en afmetingen, gemaakt van diverse materialen en met elk een eigen uitstraling. Strikt genomen heeft een wadi de functies waterberging, -afvoer, drainage en infiltratie.
Gras- of gazonwadi
In de figuur hierboven zie je een ‘graswadi’ of ‘gazonwadi’. Dit is een eenvoudige variant van de wadi. Deze wadi bestaat vooral uit gras, en heeft niet altijd alle systemen eronder. Een graswadi bergt regenwater tijdelijk en laat het daarna langzaam in de bodem zakken.
Biowadi of natuurvriendelijke wadi
Wordt er andere vegetatie gebruikt dan gras? Dan noemen we dat een ‘biowadi’ of ‘natuurvriendelijke wadi’. Deze wadi bevat natuurlijke of kunstmatige onderdelen die helpen om regenwater te filteren en vast te houden. Deze planten en materialen zuiveren het water op een natuurlijke manier.
Verschil hoog en laag Nederland
In laag Nederland hebben wadi’s vaak een buis in de bodem die niet alleen water afvoert, maar ook helpt om het grondwaterpeil te regelen. In hoog Nederland zie je vaker extra berging door grotere buizen of kratten die boven het grondwater liggen.
Hoe helpt een wadi om de omgeving klimaatbestendiger te maken?
Een wadi helpt op verschillende manieren om een wijk of gebied beter bestand te maken tegen extreme weersomstandigheden. Ze voorkomt wateroverlast, gaat droogte tegen, verbetert de waterkwaliteit en zorgt voor verkoeling op warme dagen. Een natuurvriendelijke wadi kan ook de biodiversiteit in de wijk verhogen.
Minder wateroverlast
Tijdens hevige regenbuien kan een wadi tijdelijk veel water opvangen. Zo voorkomt ze dat straten, tuinen en kelders onderlopen. De wadi werkt dus als een buffer voor regenwater.
Minder droogte
In droge periodes helpt de wadi om het grondwater op peil te houden. Het water dat eerder is opgevangen, zakt langzaam in de bodem en vult het grondwater aan. Dat maakt de omgeving minder kwetsbaar voor droogte.
Betere waterkwaliteit
Omdat regenwater via de wadi en niet via het riool wordt afgevoerd, zijn er minder riooloverstorten. Ook filtert de bodem en beplanting in de wadi vervuilende stoffen uit het regenwater, zoals olie, slijpsel of strooizout. Daardoor komt er minder vervuiling in het oppervlakte- en grondwater terecht. Hierbij is het belangrijk dat je de juiste planten kiest: sommige planten verwijderen bijvoorbeeld stikstof of verminderen contact met verontreinigde stoffen. Ook zijn er begin deze eeuw richtlijnen gepubliceerd die aangeven welk bodemmengsel en welke dikte de toplaag van een wadi moet hebben om verontreinigingen vast te leggen. Ook is het belangrijk om de bodemkwaliteit van de toplaag van wadi’s elke vijf jaar te onderzoeken. Uit interviews blijkt helaas dat dit vaak niet gebeurt vanwege de hoge kosten van bodemonderzoek en ook omdat mensen niet altijd weten dat wadi’s ook een zuiverende werking hebben.
Verkoeling bij hitte
Een wijk met wadi’s is vaak groener en daardoor koeler. Het water en de planten zorgen samen voor verdamping en schaduw. Dat geeft verkoeling, vooral als er ook bomen langs de wadi’s staan. Zo dragen wadi’s bij aan een prettig en gezonder leefklimaat in warme periodes.
Draagt een wadi ook bij aan andere doelen?
Een wadi helpt niet alleen tegen wateroverlast of droogte, maar draagt ook bij aan andere doelen, zoals meer natuur, een fijnere leefomgeving en een gezondere stad.
Meer biodiversiteit
Een natuurvriendelijke wadi trekt veel verschillende planten en dieren aan. Door planten te kiezen die goed tegen zowel natte als droge periodes kunnen, ontstaat een gevarieerde begroeiing. Denk aan planten die van nature groeien langs beken en oevers. Hoge planten bieden schuilplekken voor kleine dieren, amfibieën en insecten, zoals vlinders en sprinkhanen. Samen vormen de wadi’s zo een groene en blauwe verbinding door de wijk of stad. Dat vergroot de biodiversiteit én de leefkwaliteit.
Een bodem met veel verschillende planten blijft ook beter doorlatend. Het enige nadeel is dat er iets minder water opgeslagen kan worden, omdat de planten ruimte innemen. Dat verschil is klein: ongeveer 1 procent.
Welke planten passen in een wadi?
In een wadi groeien verschillende soorten planten. Een paar voorbeelden:
- Bomen en struiken: zwarte els, wilgen en vlier.
- Moerasplanten (helofyten): grote en kleine lisdodde, riet, zwanenbloem, grote waterweegbree, mattenbies.
- Hoge planten: moerasspirea, kattenstaart, watermunt, engelwortel.
- Lage planten: pinksterbloem, penningkruid, zenegroen en ereprijs.
Deze planten helpen het water te filteren en houden de bodem gezond. Je kunt er ook voor kiezen een wadi niet te beplanten en de natuur haar werk te laten doen. Lijsten met geschikte planten voor wadi’s staan in STOWA, Vooronderzoek natuurvriendelijke wadi’s (2003).
Groener en leefbaarder
Een wadi maakt een buurt groener, aantrekkelijker en gezonder. Dat geldt vooral voor natuurvriendelijke wadi’s met veel verschillende planten. Op een schoolplein kan een wadi bijvoorbeeld ook een speelplek zijn. Kinderen kunnen er met stapstenen of boomstammen doorheen lopen. Wadi’s met afwisselend gras en bloemen geven de wijk een natuurlijke, vriendelijke uitstraling. Als je bewoners betrekt bij de aanleg en/of het beheer van een wadi, vergroot dat het draagvlak en kan het ook zorgen voor meer sociale cohesie.
Luchtkwaliteit, energie en bodemdaling
Wadi’s kunnen bijdragen aan de luchtkwaliteit en energietransitie, en ze kunnen helpen om bodemdaling tegen te gaan.
- Luchtkwaliteit: Planten en water in wadi’s binden fijnstof. Het effect is klein, maar wel positief.
- Energie: Combineer je een wadi met het afkoppelen van regenwater? Dan wordt het regenwater niet via het gemengd riool afgevoerd. Daardoor is er minder energie nodig voor waterafvoer en rioolzuivering.
- Bodemdaling: In veengebieden kan een wadi helpen om zakking van de bodem te verminderen. Wadi’s zorgen namelijk voor minder zuurstof in water waardoor het veen minder oxideert. Door het grondwaterpeil minder te laten dalen, zakt de bodem minder snel in.
Effecten van een wadi
Lees meer over de effecten van wadi’s: hoeveel regenwater kunnen ze verwerken? En kunnen wadi’s naast positieve ook negatieve effecten hebben?
Hoeveel regenwater kan een wadi opvangen of infiltreren?
Uit onderzoek blijkt dat vrijwel alle wadi’s in Nederland binnen één dag leeg zijn, ook de wadi’s met minder goed doorlatende bodem zoals klei of veen. Volgens de kennisbank van RIONED is het wenselijk dat een wadi na een zware regenbui binnen 48 uur weer leeg is. Dat lukt bijna altijd: slechts in enkele procenten van alle wadi’s duurt het langer. Maar dit is een richtlijn en geen wet, er mag ook langer water in de wadi staan. In droge jaren zoals 2018 kan het juist wenselijk zijn dat regenwater in een wadi langzamer infiltreert. Als een wadi is dichtgeslibd, wordt de leeglooptijd langer. Daarom is het heel belangrijk om een wadi goed te onderhouden. Hoe je dat doet, lees je bij het onderdeel ‘Beheer en onderhoud’. Bij ‘monitoring van effecten’ lees je meer over metingen van infiltratiesnelheden bij wadi’s.
Hoeveel invloed heeft een wadi op de biodiversiteit?
Een natuurlijke wadi kan, net als bijvoorbeeld watergangen en bermen, deel uitmaken van ecologische verbindingszones. Deze zones verbinden natuurlijke gebieden met elkaar. In steden zijn dat de groenere gebieden, zoals stadsparken en natuurlijke tuinen. De beplanting in de wadi moet dan wel gevarieerd zijn en aansluiten bij de soorten die de wadi als verbindingszone gebruiken. In stedelijk gebied zijn verbindingszones vooral bedoeld voor kleine zoogdieren, amfibieën en insecten, zoals dagvlinders en sprinkhanen. De beplanting moet voor deze soorten in ieder geval bloemrijk zijn, vooral voor de dagvlinders. Ook moeten de bomen en planten beschutting bieden, dus relatief hoog zijn. Daarnaast kiezen groenbeheerders vaak voor plantensoorten die van nature al in het gebied groeien. De reden is dat deze soorten meestal goed aanslaan en minder gevoelig zijn voor ziektes en plagen.
Kan een wadi ook negatieve effecten hebben?
Een wadi kan ook negatieve effecten hebben. Deze kun je meestal voorkomen door wadi’s goed te onderhouden en door goede communicatie. Hieronder lees je meer over mogelijke negatieve effecten.
De toplaag kan vervuild raken
In regenwater kunnen zware metalen zitten, bijvoorbeeld van zinken daken of dakgoten. De wadi zuivert het regenwater: de vervuilende stoffen hopen zich op in de bovenste laag van de wadi, vooral bij het punt waar het water binnenkomt. Zo komen de vervuilende stoffen niet in de bodem of het grondwater terecht. Hierbij is het natuurlijk wel belangrijk om te controleren hoe vervuild deze bovenlaag van de wadi is. Doe dat eens in de vijf jaar. Soms overschrijden de concentraties de wettelijke normen. Dan kun je bijvoorbeeld hoog groeiende planten plaatsen, zodat kinderen niet met de grond in contact komen. Je kunt vervuiling ook tegengaan door planten te gebruiken die de vervuiling opnemen of door de zuiverende capaciteit van de bodem te verbeteren met materialen zoals ijzeroxide of actief kool. Soms kun je de vervuiling in de bovenlaag ook makkelijk verwijderen, door een laagje grond weg te halen bij de instroompunten. Toch blijft het beter om vervuiling bij de bron aan te pakken. Bij bestaande gebouwen is dat alleen niet altijd kosteneffectief uit te voeren.
Kans op ziekteverwekkers
In het water in een wadi kunnen ziekteverwekkers voorkomen. Dat kan een risico zijn voor mensen en dieren, vooral als kinderen in het water spelen of als de plek wordt gebruikt om te recreëren. Ziekteverwekkers komen meestal door:
- uitwerpselen van vogels of honden.
- foute aansluitingen op het riool, waardoor vuil water in de wadi stroomt.
- overbelasting op het gemengd riool bij zeer intensieve buien waardoor er soms rioolwater naar de straat en wadi stroomt.
- dieren zoals vogels en ratten die bacteriën bij zich dragen, zoals Campylobacter of Leptospira. Een wadi trekt deze dieren alleen aan als er vuilnis of ander voedsel in ligt.
Negatief beeld bij bewoners
Soms vinden bewoners een wadi onveilig of onprettig, vooral als er lang water in blijft staan. Onbekendheid speelt vaak een rol. Mensen weten niet altijd wat een wadi doet of waarom die er ligt. Wordt een wadi niet goed onderhouden? Dan kunnen er, net als bij rioolstelsels en andere voorzieningen, problemen ontstaan:
- Bewoners kunnen gaan klagen als de wadi vies is of langer dan 48 uur vol water blijft staan.
- Zwerfafval of etensresten kunnen ratten aantrekken. Wadi’s met meer verschillende planten hebben daar minder last van, omdat natuurlijke vijanden de ratten weghouden.
- Wadi’s die vaak vol water staan kunnen bij ouders tot zorgen leiden over de veiligheid. Er zijn geen onveilige situaties bekend, maar het is wel goed om te zorgen voor overzichtelijke, ondiepe wadi’s met flauwe hellingen. Hoe deze er precies uitzien, kun je lezen in de richtlijnen uit 2005.
- Vaak denken mensen dat wadi’s een ideale broedplaats zijn voor muggen. Maar dat is niet zo: daarvoor loopt het water in een wadi te snel leeg. Alleen als een wadi niet goed werkt en hij langere tijd vol water staat, zou er muggenoverlast kunnen ontstaan. Dat is alleen nog nooit aangetoond.
Tips om negatief beeld te voorkomen
Wat vooral helpt tegen een negatief beeld bij inwoners, is goede communicatie en goed onderhoud. Betrek bewoners vroeg bij het ontwerp en de aanleg van de wadi, leg ze helder uit wat een wadi doet. En beantwoord ook veelgestelde vragen over wadi’s. Veel gemeenten doen dit al, zie bijvoorbeeld de inwonerswebsite van de gemeente Eindhoven. Je kunt ook een bord plaatsen bij de wadi met uitleg. Of zorgen voor een ambassadeur in de wijk, die andere mensen erover kan vertellen en ze enthousiast kan maken. Begrip van de werking en doelen van een wadi leiden tot meer acceptatie. Maak ook afspraken met de bewoners over de vormgeving van de wadi, de aansluiting op hun tuinen en over het onderhoud van deze tuinen, waar het beheer vaak kwetsbaarder is. Onderhoud de wadi ook goed. En betrek bewoners bij het beheer: zij kunnen snel melden als water te lang blijft staan of een wadi overstroomt. Verder is het advies om in de buurt van wadi’s speciale hondenuitlaatplaatsen te plaatsen, zodat de wadi geen poepveldje wordt.
Niet berekend op extreme regen
Een wadi kan veel regen aan, maar extreme buien zullen in de toekomst vaker en intensiever worden. Valt er ineens een bui die ongekend hevig is? Dan kan er schade ontstaan aan de wadi en of de waterafvoer, de bovengronse en ondergrondse infrastructuur en de gebouwen eromheen. Ligt de wadi in een kwetsbaar gebied? Overweeg dan om de bergingscapaciteit te vergroten om de kans op schade te verkleinen.
Risico’s bij slechte afstemming
Een wadi is een combinatie van groenvoorziening, waterberging en waterafvoer. Daardoor zijn er veel partijen betrokken: verschillende afdelingen van de gemeente, het waterschap, ontwikkelaars, bewoners en eigenaren. Dat vraagt om een goede afstemming over bijvoorbeeld budget, onderhoud en aansprakelijkheid. Juist die samenwerking bepaalt of de wadi goed werkt of niet.
Monitoring van effecten
Het is belangrijk om wadi’s goed te monitoren. Zo kun je op tijd problemen herkennen en verbeteren, en voorkom je dat een wadi minder goed werkt of vervuild raakt. Monitoring helpt ook om beter te begrijpen hoe een wadi zich ontwikkelt en hoe je het beheer en onderhoud kunt verbeteren. Door regelmatig te meten en te volgen hoe de wadi werkt, krijg je meer inzicht in de processen in de bodem, het water en de begroeiing.
Hoeveel regenwater wordt er al opgevangen met wadi’s?
Met Climatescan kun je per gemeente een beeld krijgen van hoeveel regenwater er met wadi’s, of met groenblauwe adaptatiemaatregelen, wordt opgevangen. Ook kun je een indicatie krijgen van hoe sterk deze hoeveelheid in de loop der jaren verandert, omdat bij veel wadis op Climatescan ook de aanlegdatum vermeld wordt. In Groningen bijvoorbeeld, waar in 2002 voor het eerst wadi’s zijn aangelegd, lagen in 2024 34 wadi’s met een bergend vermogen van in totaal ongeveer 10.000 m3.
Hoe meet je het effect van een wadi?
Bij een wadi zijn vooral de volgende vragen belangrijk om te monitoren:
- Kwantiteit water: Hoe goed verwerkt de wadi regenwater?
- Sociaal: zijn bewoners tevreden over het uiterlijk en het beheer?
- Kwaliteit water en bodem: Hoeveel vervuiling blijft er achter in de bovenste laag (de filterlaag)? En welke stoffen komen terecht in bodem, grondwater en/of oppervlaktewater?
Welke indicatoren of meetmethodes kun je gebruiken?
Hierbij kun je de volgende onderdelen meten:
- Bodemkwaliteit, bijvoorbeeld met de meettechniek XRF (X-ray Fluorescence). Dit is een meettechniek waarbij je het gehalte lood, zink en koper meet door röntgenstralen. Je meet dit bij de instroompunten en bij de toplaag van de wadi, en vergelijkt de resultaten met die van een meetpunt buiten het gebied waar instromend regenwater doorheen komt.
- Bodemsamenstelling, met behulp van grondboringen. De grondsoort heeft namelijk invloed op de waterdoorlatendheid en de verdichtingsgevoeligheid.
- Infiltratiesnelheid. Deze is afhankelijk van de bodemsamenstelling en omgevingsfactoren. De infiltratiesnelheid kun je meten met:
- continue waterstandsmeters,
- infiltrometertest: onderzoekers meten met behulp van een dubbele ring hoe snel het water in de grond wegzakt
- visuele inspecties tijdens of na een regenbui
- full-scale testen: onderzoekers zetten de wadi helemaal onder water en meten dan hoe snel het water wegzakt
- Inrichting en beheer (vegetatie): welk type begroeiing staat er in de wadi, staan er ook bomen in, hoe is de kwaliteit van de begroeiing, hoe is de staat van het onderhoud van de wadi tijdens de inspectie, hoe wordt de wadi gebruikt?
- Sociaal: interviews met mensen. Tijdens monitoring (full-scale testen) komen veel bewoners nieuwsgierig kijken en geven dan ook veel informatie over hun ervaringen. Ze geven ook weleens foto’s als monitoringsgegevens, sommige bewoners houden zelfs een fotoboek bij.
Zijn er voorbeelden van effectmetingen?
Er zijn honderden wadi’s in Nederland gemonitord:
- Ga voor voorbeelden naar Climatescan, filter op wadi’s en druk op medaille links boven ‘onderzoeksdata aanwezig’.
- In Nijmegen zijn meer dan 250 wadi’s aangelegd. De gemeente Nijmegen heeft diverse wadi’s gemonitord, maar 15 heel intensief. De resultaten hiervan zijn gepubliceerd in het project ‘DPRA-Monitoring Klimaatadaptatie Gelderland.
Metingen infiltratiesnelheid laag Nederland
Op veel plekken in laag Nederland, met hoge grondwaterstanden en kleigrond, zijn vaak twijfels over de infiltratiecapaciteit van wadi’s. Zo ook in Almere, waar onderzocht is hoe snel wadi’s daar water opnemen. Bij zes wadi’s van zes jaar oud varieerde die snelheid van 0,19 tot 6,38 meter per dag. Bij vier wadi’s van elf jaar oud liep dat op tot 2,2 tot 16,7 meter per dag. Dit zijn hoge infiltratiesnelheden doordat er drainagebuizen onder liggen omdat de grondwaterstanden hier hoog zijn. Het regenwater dat in de wadi valt wordt dus tijdelijk geborgen en geïnfiltreerd, maar een deel wordt ook afgevoerd.
Ontwerp en aanleg
Lees hieronder meer over hoe je een wadi ontwerpt en aanlegt.
Waaruit bestaat een wadi?
Een wadi bestaat uit verschillende lagen die samen zorgen dat regenwater kan infiltreren:
- De bovenste laag is een filterlaag van tuinaarde van 30 tot 50 centimeter diep. In deze laag groeien meestal grassoorten of andere planten. De filterlaag houdt vuil en verontreiniging tegen die met het regenwater meekomen en anders in grondwater terechtkomen.
- Onder de filterlaag kun je bergingsruimte creëren, bijvoorbeeld door een koffer van grind, lavasteen of gebakken kleikorrels aan te leggen. Je kunt onder de filterlaag ook een open ruimte maken met kratten erin en/of een IT-riool: een doorlatende buis met gaatjes waardoor het regenwater deels de grond in sijpelt en deels wordt afgevoerd. Of een DIT-riool dat ook grondwater kan afvoeren bij hoge grondwaterstanden (zie figuur). Tussen deze materialen zit veel ruimte, zodat het water er gemakkelijk doorheen kan stromen. De koffer is ingepakt in geotextiel om te voorkomen dat hij dichtslibt of dat wortels erin groeien.
- Onderaan ligt een drainagebuis die het water verder helpt infiltreren in de bodem. Bovenin de wadi zit een slokop. Die voert bij hevige regen het overtollige water snel af naar de drainagebuis, zodat de wadi niet overstroomt.
Vaak bestaat een wadisysteem uit meerdere wadi’s met elk een eigen regelput. Zo kun je per wadi bepalen hoeveel water er kan worden geborgen en hoe snel het wordt afgevoerd.
Hoe werkt een wadi?
Regenwater stroomt via straten en goten naar een wadi, die meestal iets lager ligt dan de omgeving. Daar zakt het water langzaam in de bodem. Eerst wordt het gefilterd in de bovenste laag, daarna stroomt het via de koffer verder naar beneden en kan het grondwater aanvullen. Sommige wadi’s zijn vooral bedoeld om water te zuiveren en minder om het te laten infiltreren. Deze wadi’s worden ook wel bodempassages genoemd en vind je onder andere in Arnhem, Oostzaan, Zeeland en Friesland (RIONED 2006 staan vb met fotos). Bij hevige regen kan de wadi tijdelijk vollopen. Als dat gebeurt, voert een slokop of kolk aan de zijkant het water af via een drainagesysteem. Dat water stroomt vervolgens naar oppervlaktewater, zoals sloten of vijvers. Een drainagesysteem kan ook worden gebruikt om regenwater uit gebieden met een slechte infiltratiebodem af te voeren naar plekken waar de bodem het water beter opneemt.
Waar moet je op letten bij het ontwerp?
Als je een wadi ontwerpt, is het belangrijk om na te denken over de volgende vragen.
Wat is het doel?
Voordat je een wadi ontwerpt, is het belangrijk om goed na te denken over het doel. Wil je regenwater tijdelijk bergen, laten infiltreren of juist zuiveren? Misschien wil je dat de wadi ook bijdraagt aan biodiversiteit of recreatie. Door vooraf het doel duidelijk te maken, kun je beter bepalen hoe de wadi eruit moet zien.
Hoe snel moet een wadi regenwater verwerken?
Volgens de kennisbank van RIONED is het wenselijk dat een wadi na een zware bui binnen 48 uur leeg is. Dat lukt bij bijna alle wadi’s. In minder dan 1 procent van de gevallen duurt het langer, meestal omdat de bodem is dichtgeslibd door beperkte infiltratie en of afvoer. Het water zou bovendien maar één keer in de twee jaar boven het niveau van de slokop uitkomen dus bij zeer intensieve buien. Tegelijk moet het water niet te snel infiltreren.
Uit onderzoek blijkt dat veel wadi’s in Nederland binnen een paar uur leeg zijn. Dat is eigenlijk niet de bedoeling. Het is ideaal als een volle wadi pas in 24 tot 48 uur leeg is. Zo infiltreert het water langzamer en kan de bodem het water langer vasthouden. Voordeel daarvan is ook dat het regenwater het grondwater kan bereiken, wat kan helpen tegen wateroverlast én droogte. Bovendien wordt het water beter gezuiverd als het langer in de toplaag van de wadi blijft.
Hoe groot moet een wadi zijn?
Hoe groter het infiltratieoppervlak en de hoogte van een wadi, hoe meer water je er tijdelijk in kunt opslaan. In nieuwbouwwijken moet vaak ongeveer tien tot vijftien procent van het verharde oppervlak worden vergroend om een wadisysteem aan te leggen dat is voorbereid op toekomstige buien en droogte. Daarbij horen flauwe taluds die veilig en makkelijk te onderhouden zijn. Uit onderzoek in de gemeente Enschede bleek bijvoorbeeld dat een talud niet steiler mag zijn dan 1 op 3. Zo kan de wadi goed gemaaid worden tegelijk met het regulier onderhoud van het groen. Je kunt een wadi combineren met andere groenvoorzieningen in de wijk zonder dat dit extra ruimte vraagt. Is de ruimte beperkt? Leg dan een overstort of drainagebuis aan, zodat water bij hevige regen veilig kan worden afgevoerd naar plekken waar wel ruimte is.
Tool voor wadi in tuin
Wil je berekenen hoe groot een wadi in je tuin ongeveer moet zijn bij een bepaald oppervlak dat afgekoppeld wordt van het riool? De ‘calculator regenwaterberging’ van Huisje Boompje Beter geeft een indicatie van de grootte van de wadi.
Hoe diep moet een wadi zijn?
Wadi’s in bestaand stedelijk gebied liggen vaak op plekken waar eerst een grasveld was. Dit grasveld wordt zo’n 30 tot 50 cm verdiept om er een wadi van te maken. Maar dat kan ook hoger of lager zijn. In heuvelachtig gebied zoals in Limburg zie je bijvoorbeeld vaak diepere wadi’s dan in laag Nederland, omdat het grondwater daar veel lager ligt.
Welke bodem is geschikt?
Een wadi kan in verschillende bodemsoorten worden aangelegd, maar regenwater infiltreert bijvoorbeeld veel beter in zandrijke grond dan in klei. Belangrijke aandachtspunten zijn:
- Bodemsoort: Op klei- of veengronden infiltreert water minder goed. Daar kun je drainage of infiltratiekratten aanleggen voor een hogere infiltratie en snelle afvoer.
- Belasting: Graszoden van vette kleigrond, hondenpoep, bladresten of te veel strooizout kunnen de infiltrerende werking van de bodem verslechteren. Ook kunnen zwaardere maaimachines de bodem samendrukken. Gebruik daarom liever lichte maaimachines.
- Voedingsbodem voor planten: De bodem moet vruchtbaar zijn, zodat planten goed groeien.
- Doorworteling: De bodem moet goed doorworteld zijn met wortels van bomen, struiken en andere planten. Dit verbetert de bodemstructuur en verhoogt de waterdoorlatendheid.
- Zuiverende werking: Het is belangrijk om van tevoren te onderzoeken of de bodem schoon is of dat extra filters nodig zijn.
- Grondwaterstand: bij hoge grondwaterstand is minder ruimte voor infiltratie.
- Onderhoud: zie het onderdeel ‘Beheer en onderhoud’.
Hoe hoog mag grondwaterstand zijn?
Er is geen vaste minimale of maximale grondwaterstand voor wadi’s, maar STOWA en RIONED geven wel richtlijnen:
- Er moet bij voorkeur een halve meter droge bodemlaag liggen tussen de bodem van de wadi en de gemiddeld hoogste grondwaterstand (GHG). Zo kan het water goed in de bodem zakken en is het risico op vervuiling van grondwater kleiner. In laag Nederland is dit alleen vaak niet mogelijk. Toch zijn ook in polders duizenden goed functionerende wadi’s aangelegd. Deze wadi’s zijn een stuk ondieper en hebben een drainagebuis om overtollig regenwater af te voeren.
- Bij een lage grondwaterstand infiltreert het water vaak makkelijker. Maar als het lange tijd niet regent, kan de bodem en vegetatie wel uitdrogen. Daardoor kan de bodem van een wadi tijdelijk minder goed infiltreren. Maar dat hoeft niet altijd zo te zijn. Zo zijn er in het droge jaar 2018 proeven gedaan na zeven weken geen regen. De wadi’s infiltreerden juist sneller doordat er door de droogte scheuren in de bodem waren ontstaan. Om dat te voorkomen staat er in de richtlijnen voor wadi’s het advies om bodemmengsels te gebruiken bij de aanleg van een wadi.
Zijn er ontwerprichtlijnen voor wadi’s?
Een wadi ontwerpen is altijd maatwerk. Er wordt gewerkt aan gecertificeerde nationale standaarden en richtlijnen, maar deze zijn er nog niet. Wel bestaan er al richtlijnen op basis van de eerste wadi’s in Enschede. Deze richtlijnen kun je gebruiken als uitgangspunt of controlepunt bij het ontwerp. In rapporten vind je tabellen met samenvattingen en internationale vergelijkingen, bijvoorbeeld met Duitsland, Engeland en België.
|
Parameter |
Eenheid |
Aanbevolen waarde |
|---|---|---|
|
Doorlatendheid bodem |
m/dag |
> 0,5 |
|
Drooglegging t.o.v. GHG |
m |
> 0,5 |
|
Filterlaagdikte |
m |
0,3 -0,5 |
|
Oppervlak wadi t.o.v. afvoerend oppervlak |
% |
5 -10 |
|
Afstand tot gevel |
m |
> 2 |
|
Infiltratiepercentage |
% |
70 – 99 |
|
Waterdiepte in wadi |
m |
≤ 0,3 |
|
Waking |
m |
0,1 |
|
Ledigingstijd |
uur |
< 48 / binnen 7 dagen (muggen) |
|
Bodembreedte |
m |
> 0,5 |
|
Breedte wadi t.p.v. waterspiegel |
m |
4 |
|
Talud |
– |
1:3 of flauwer |
|
Parameter |
Eenheid |
Nederland |
Duitsland (DWA, 2005; LUB-W, 1998) |
Engeland/USA (CIRIA, 2004) |
België (Vlario, 2005) |
|---|---|---|---|---|---|
|
Naam systeem |
Wadi |
Mulden Rigolen |
Swale |
Infiltratiekommen |
|
|
Onverzadigd doorlatendheid toplaag (bij aanleg) |
[m/dag] |
Omgeving > 0,5 |
0,86 < Kd < 86,4 |
> 0,086 |
|
|
Afstand wadibodem tot GHG |
[m] |
> 0,5 |
> 1 |
||
|
Filterlaagdikte |
[m] |
0,3 – 0,5 |
> 0,1 (gem. 0,3) |
0,3 – 0,5 |
|
|
Verhouding A wadi/ A verharding |
[%] |
5 – 10 |
> 7 (gem. 5-20) |
5 à 10 |
|
|
Afstand tot gevel (bij kruipruimten) |
[m] |
> 2 |
> 1,5 maal diepte bouwput |
||
|
Overstortings- frequentie |
[n/jr] |
0,2 |
0,2-0,5 |
||
|
Infiltratie- percentage |
% |
70 – 99 |
|||
|
Maximale waterstand wadi |
[m] |
< 0,3 |
< 0,3 |
Circa 0,1 |
< 0,3 |
|
Waking |
[m] |
0,1 |
0,15 |
||
|
Ledigingstijd |
[h] |
< 48/ binnen 7 dagen |
< 24 |
Verblijftijd > 10 min. |
<24 (-48) |
|
Minimale bodembreedte wadi |
[m] |
0,5 |
0,6 |
0,5 à 1 |
|
|
Breedte wadi tpv. waterlijn |
[m] |
4 |
|||
|
Talud wadi |
[m] |
1:3 of flauwer |
1:4 |
1:3 of flauwer |
Waar kun je een wadi aanleggen?
Een wadi kun je eigenlijk overal aanleggen. In Nederland liggen meer dan 500 woonwijken met wadi’s. Je vindt ze vooral in bloemkoolwijken (1970-1990), vernieuwingswijken (na 1990) en villawijken (van alle tijden). In dit soort wijken is relatief veel openbare ruimte, wat veel kansen biedt om wadi’s aan te leggen. De eerste wadi’s zijn in de jaren 90 aangelegd, in de wijk Ruwenbos in Enschede. Inmiddels liggen er duizenden wadi’s verspreid over heel Nederland. De eerste wadi’s waren ‘gazonwadi’s’. Een gazonwadi is een grasveld dat 30 centimeter verdiept is en een kleikorrelpakket heeft in geotextiel. Ongeveer tachtig procent van de wadi’s in Nederland is van dit type. Gazonwadi’s zijn minder geschikt voor laag Nederland, maar de nieuwere wadi’s kunnen bijna overal worden aangelegd. Deze hebben vaak meer natuurlijke begroeiing, wat goed is voor de biodiversiteit en de doorworteling van de bodem. Ze werken ook beter bij extreme regen, slechte bodems en hoge grondwaterstanden. In die situaties kun je de wadi groter maken of aanvullen met drainage of infiltratiekratten.
Wat is een goed moment om een wadi aan te leggen?
Een goed moment om een wadi aan te leggen is wanneer je een wijk opnieuw inricht, een park of plein aanlegt, of een schoolplein of speeltuin vernieuwt. Ook bij rioolvervanging is het slim om meteen een wadi mee te nemen. Bij de ontwikkeling van nieuwe wijken kun je wadi’s direct in het ontwerp opnemen. Een wadi aanleggen kan eigenlijk altijd en overal, maar de vegetatie slaat het beste aan als je deze plant in het najaar of voorjaar.
Op welke schaal kun je een wadi aanleggen?
Wadi’s komen voor op wijk-, straat- en perceelniveau. Ze zijn geschikt voor bijna elke regio of wijk. Uit onderzoek van Floris Boogaard blijkt dat ze het vaakst voorkomen in bloemkoolwijken, vernieuwingswijken en villawijken. Deze wijken zijn gebouwd na 1970 en hebben relatief veel groen. Daardoor bieden die nieuwere wijken veel kansen om bestaande groengebieden om te vormen tot wadi’s. In stadscentra is dat moeilijker door de vele verhardingen.
Heb je een vergunning nodig?
Soms heb je een vergunning nodig om een wadi aan te leggen. Dat hangt af van de locatie, de schaal en de invloed op grond- en oppervlaktewater. Voor kleine wadi’s in tuinen is geen vergunning nodig. Check bij grotere projecten altijd het bestemmingsplan, bodembeleid en de regels van het waterschap. En overleg op tijd met de gemeente.
- Voor een wadi in de openbare ruimte kun je via het Omgevingsloket controleren of je een vergunning nodig hebt of een melding moet doen: https://omgevingswet.overheid.nl/aanvragen
- Sluit je de wadi aan op het riool of verander je de afvoerstructuur? Dan kan er een meldingsplicht gelden volgens de gemeentelijke rioolverordening.
- Bij grote projecten met meerdere wadi’s kan een milieueffectrapport (mer) verplicht zijn.
- Vangt de wadi regenwater op dat vervuild kan zijn? Bijvoorbeeld regenwater van een industrieterrein of asfalt? Dan moet je aantonen dat dit niet schadelijk is voor het grondwater. Dat kan via een omgevingsvergunning met voorwaarden.
Beheer en onderhoud
Goed beheer en onderhoud zijn belangrijk om te voorkomen dat een wadi dichtslibt of vervuild raakt. Alleen met regelmatig onderhoud blijft de wadi goed werken en kan het regenwater blijven infiltreren.
Hoe zorg je dat een wadi goed blijft werken?
Een wadi blijft goed werken als je hem regelmatig schoonmaakt, onderhoudt en controleert. In veel gemeenten, zoals Enschede, gebeurt dit volgens een vast schema.
Belangrijke werkzaamheden zijn:
- Controleer elk jaar de in- en uitlaten van de wadi.
- Haal regelmatig slib en organisch materiaal weg. En haal bladafval en zwerfvuil rond de wadi zo’n twee keer per jaar weg. Dat kan samen met het regulier onderhoud van openbare ruimte. Natuurlijke wadi’s vragen hier soms meer aandacht voor.
- Zuig slokoppen leeg, ook twee keer per jaar. Dit kan samen met het regulier onderhoud van de rioolstelsels.
- Spuit drainagebuizen één keer per jaar door, of minder als er geen problemen zijn.
- Stem in de winter het strooibeleid af op het wadisysteem. Meestal is dat geen probleem, omdat de hoofdwegen op het riool zijn aangesloten.
- Maai gras in wadi’s met alleen gras. Dit gebeurt gemiddeld eens per twee weken bij ‘gazonwadi’s’, maar dat kan minder. Het talud mag niet steiler zijn dan 1 op 3, zodat het makkelijk te maaien is.
- Natuurlijke wadi’s kun je twee keer per jaar maaien of snoeien. Minder kan ook. Het gemaaide gras mag blijven liggen, maar groter organisch materiaal zoals takken en bladeren worden vaak afgevoerd. Het maaibeleid van natuurlijke wadi’s is een paar keer goedkoper dan het maaibeleid van graswadi’s. Leuk weetje: Als je organisch materiaal laat liggen, ben je erg ‘nature-based’ bezig. In de wadi wordt dan namelijk CO₂ opgeslagen. Dit proces van het afvangen en opslaan van koolstofdioxide heet Carbon Capture and Storage (CCS). Het organisch materiaal zorg er ook voor dat de infiltratie van het regenwater trager gaat. Omdat veel wadi’s een te hoge infiltratiecapaciteit hebben, is dit vaak een mooie oplossing.
- Controleer elke vijf jaar de bodemkwaliteit van de toplaag. Anders raakt deze te vervuild.
- Controleer het geotextiel rond de bergingslaag. Als deze is dichtgeslibd, moet hij worden vervangen.
Overzicht activiteiten monitoring en onderhoud
Met goed onderhoud blijven wadi’s water goed verwerken, houd je ze veilig en blijven ze waardevol voor de natuur. Elke wadi is anders, maar het volgende overzicht kun je als richtlijn gebruiken bij het plannen van onderhoud:
Wie is verantwoordelijk voor het beheer en onderhoud?
De verantwoordelijkheid voor het beheer en onderhoud van wadi’s in de openbare ruimte ligt bij gemeenten. Maar vaak is wel lastig wie precies waar verantwoordelijk voor is, omdat er in veel gemeenten meerdere afdelingen bij het beheer en onderhoud van wadi’s betrokken zijn. Verder hebben waterschappen een meer ondersteunende rol en kunnen bewoners een belangrijke signaleringsfunctie vervullen. In de tabel hieronder zie je wie waarvoor verantwoordelijk is. Hierbij wordt de volgende aanpak aanbevolen:
- Leg alle verantwoordelijkheden vast in één gezamenlijk beheerplan van gemeente en waterschap.
- Maak elk jaar een beheeragenda met taken per seizoen.
- Betrek bewoners actief bij wadi’s op particulier en soms ook openbaar terrein als ze daarvoor openstaan. Laat ze bijvoorbeeld een wadi adopteren of organiseer lokale onderhoudsdagen.
- Rapporteer 1 keer per jaar over hoe de wadi’s functioneren, zoals infiltratie, biodiversiteit en meldingen van bewoners. Zo kun je op tijd bijsturen als er problemen ontstaan.
Overzicht van taken en verantwoordelijkheden
|
Actor |
Taken en verantwoordelijkheden |
Frequentie |
Toelichting |
|---|---|---|---|
|
Gemeente – Beheer openbare ruimte (groen en water) |
Controleert de doorlatendheid, taluds en beplanting. Maait de wadi en voert maaisel af. Reinigt inlaten, uitlaten en slibzones. Verwijdert zwerfvuil en bladeren. Rapporteert en evalueert het functioneren van de wadi. |
Inspectie: 1× per jaar |
De gemeente is hoofdbeheerder. De frequentie hangt af van de begroeiing en de waterbergende functie van de wadi. |
|
Gemeente – Afdeling stedelijk waterbeheer / rioolbeheer |
Controleert of de infiltratievoorziening goed werkt. Meet de leeglooptijd na hevige regen. Beoordeelt de aansluiting op het hemelwaterriool, als dat aanwezig is. |
1× per jaar of na extreme regen |
Zorgt dat het watersysteem goed blijft werken en niet overbelast raakt. |
|
Waterschap |
Adviseert bij het ontwerp en de renovatie van wadi’s. Monitort de waterkwaliteit als dat nodig is. Stemt grondwaterstanden af met de gemeente. Neemt deel aan het periodiek overleg over het beheer. |
1–2× per jaar of bij veranderingen |
Houdt toezicht en geeft advies, maar heeft geen vaste onderhoudsplicht. |
|
Bewoners en wijkinitiatieven |
Melden overlast, verstoppingen, stilstaand water of zwerfvuil. Helpen bij opruimacties of educatieve activiteiten, bijvoorbeeld met scholen. |
Doorlopend (signalerend) |
De gemeente kan een meldpunt of appgroep aanmaken. Dit vergroot betrokkenheid en zorgt dat problemen snel worden gemeld. |
|
Onderwijs en kennisinstellingen (zoals hogescholen of ClimateCafé) |
Onderzoeken de werking en doorlatendheid van wadi’s. Organiseren enquêtes en educatie voor bewoners. Analyseren data en helpen beheerstrategieën te verbeteren. |
Projectmatig, meestal 1× per 3–5 jaar |
Draagt bij aan kennisdeling en het verbeteren van beheer en onderhoud. |
Wat is de levensduur van een wadi?
In de praktijk functioneren goed ontworpen en beheerde wadi’s decennialang. Vooral de filter/toplaag en instroomzones moeten regelmatig onderhouden worden en soms (deels) worden vernieuwd. Onderhoud en monitoring van wadi’s is daarbij essentieel.
Kosten en baten van een wadi
Lees hieronder meer over de kosten en baten en mogelijke subsidies van wadi’s.
Wat kost het beheer en onderhoud van een wadi?
De jaarlijkse onderhoudskosten van een wadi zijn gemiddeld 9,20 euro per vierkante meter. Daarvan is 7,20 euro voor preventief onderhoud, zoals regelmatig maaien, vuil verwijderen en bladeren opruimen. Ongeveer 2 euro gaat naar correctief onderhoud, zoals het herstellen van kale plekken, bodemverbetering en eens per tien jaar het vervangen van de toplaag. Het onderhoud van een wadi is gemiddeld 40% duurder dan dat van een gewoon regenwaterriool. Maar een deel van deze kosten vallen onder groenbeheer, en dat moet je er bij een regenwaterriool nog extra bij optellen. Verder is een natuurvriendelijke wadi veel goedkoper in onderhoud dan een graswadi. Een natuurvriendelijke wadi hoeft maar twee keer per jaar onderhouden te worden en kost ongeveer 0,37 euro per vierkante meter per jaar. Een graswadi moet in de zomer regelmatig worden gemaaid en is daardoor duurder.
Wat kost het om een wadi aan te leggen?
De aanleg van een wadi kost gemiddeld ongeveer 8 euro per vierkante meter verhard oppervlak. Deze berekening geldt voor een wadi die 2 meter breed is, met een grindkoffer van 1 meter breed en 25 centimeter hoog, gevuld met grof grind. De zandlaag daarboven bestaat uit humusrijk zand en is 40 centimeter hoog. Onderaan ligt een drainbuis van 100 millimeter doorsnee, omhuld met kunststof doek.
Wadi met drainage
Een wadi met drainage is duurder om aan te leggen, maar goedkoper in onderhoud. De aanleg kost gemiddeld 75 euro per vierkante meter. In 2007 kostte de aanleg in de wijk Ruwenbos in Enschede nog 70 euro per vierkante meter. Dat komt met inflatie overeen met ongeveer 75 euro nu. De jaarlijkse onderhoudskosten liggen rond 0,75 euro per vierkante meter. Ter vergelijking: het onderhoud van ruw gras of gazon kost ongeveer 0,50 euro per vierkante meter per jaar. In sommige jaren is extra werk nodig om de graszoden open te houden.
Natuurvriendelijke wadi
Een natuurvriendelijke wadi is het goedkoopst in aanleg per volume-eenheid. Volgens de infographic van RVO liggen de kosten tussen de 100 en 145 euro per kubieke meter. Gemiddeld komt dat neer op ongeveer 122,50 euro per kubieke meter.
Kun je voor de aanleg of het onderhoud subsidie aanvragen? Of kun je gebruikmaken van fiscale regelingen?
Bewoners en bedrijven kunnen in veel gemeenten subsidie of andere financiële steun krijgen voor de aanleg van een wadi. Soms geldt dit ook voor onderhoud, maar dat komt minder vaak voor. De regels en bedragen verschillen per regio. Aandachtspunten hierbij:
- Vraag subsidie aan vóór de uitvoering: je moet de subsidie meestal aanvragen en goedgekeurd krijgen voordat je begint met de aanleg of het onderhoud. Als je al start zonder toestemming, vervalt vaak het recht op subsidie.
- Let op eisen aan ontwerp en uitvoering: sommige regelingen stellen eisen aan de grootte van het oppervlak, de hoeveelheid waterberging, de infiltratiesnelheid of de kwaliteit van de uitvoering. Controleer dus goed of jouw plan daaraan voldoet.
- Onderhoud valt meestal buiten de subsidie: de meeste subsidies zijn bedoeld voor aanleg, niet voor structureel onderhoud. Beheer en monitoring worden zelden vergoed.
- Combineer met andere maatregelen: soms kom je alleen in aanmerking voor subsidie als je meerdere maatregelen tegelijk uitvoert, zoals een wadi met een groen dak of het verwijderen van tegels.
- Fiscale regelingen voor bedrijven: voor ondernemers bestaan aparte fiscale regelingen, zoals MIA en Vamil. Deze gelden niet voor particulieren en hebben andere voorwaarden dan gemeentelijke subsidies. Ze stimuleren vooral duurzame investeringen van bedrijven.
Welke besparingen levert een wadi op?
Een wadi kan verschillende besparingen opleveren. Zo zorg je er met wadi’s voor dat het riool minder wordt belast. Daardoor kunnen de kosten voor rioleringsbeheer en rioolwaterzuivering afnemen. Ook kunnen wadi’s schades door wateroverlast voorkomen. En natuurvriendelijke wadi’s kunnen de aantrekkingskracht van een wijk of locatie vergroten. Dit kan invloed hebben op de vastgoedwaarde. Verder kan het onderhoud van wadi’s deels samenvallen met het groenbeheer.
Ervaringen met wadi’s
Ben je benieuwd naar ervaringen met wadi’s? Op ClimateScan staan 3500 voorbeelden van wadi’s in Nederland. Hieronder vind je een aantal wadi’s uitgelicht, niet alleen van ClimateScan, maar ook van de voorbeeldenkaart op het kennisportaal en van monitoringsprojecten met wadi’s. Je leest hier bijvoorbeeld meer over positieve en negatieve ervaringen met wadi’s, effecten, tips en kosten.
Bronnen
Tekst
Witruimte
Bekijk andere maatregelen
Benieuwd naar de andere adaptatiemaatregelen op deze website? Ga naar het overzicht.

