“We gaan echt niet meer alles mogelijk maken”

Gepubliceerd 22 februari 2023

Afgelopen november verscheen de Kamerbrief ‘Water en bodem sturend’. Wat betekent dit voor de klimaatadaptatie-uitdagingen? Wieke Tas reageert. Ze is afdelingshoofd klimaatadaptatie bij het Directoraat Generaal Water en Bodem bij het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. De brief markeert voor Tas een keerpunt. Ook is op sommige punten verdere uitwerking nodig.

Hoe is jouw afdeling betrokken geweest bij de Kamerbrief?

“Wij hebben de input geleverd voor de paragraaf ‘Bebouwde omgeving’. Die is geschreven in afstemming met het Ministerie van Binnenlandse Zaken, waaronder ook Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening valt. Met 900.000 nieuw te bouwen woningen ligt er een grote opgave. Bovendien moeten al die huizen klimaatbestendig zijn. De paragraaf gaat ook over bestaande bebouwing. Denk dan aan de inrichting van bedrijventerreinen, openbare ruimte en tuinen.”

Wat maakt deze Kamerbrief zo belangrijk?

“Voor mij markeert de brief echt een keerpunt. We spreken duidelijk uit dat ons bodem- en watersysteem tegen grenzen aanloopt. Bodem en water zijn niet langer een sluitpost, maar moeten aan de basis staan van besluitvorming. Eerder had de overheid vooral een faciliterende rol. Bij bouwplannen bijvoorbeeld zette de regering alles in het werk om projecten te kunnen realiseren. Nu zeggen we als overheid: we gaan echt niet meer alles mogelijk maken en je moet rekening houden met het bodem- en watersysteem. Dat is waar we nu naartoe werken.”

Kun je een voorbeeld geven? Wat gaat de overheid niet langer mogelijk maken?

“Het is belangrijk om genoeg ruimte te houden rondom de dijken. Daar moet je dus niet willen bouwen met het oog op dijkversterkingen. Misschien hebben we die ruimte niet direct nodig, maar wel wanneer je verder naar de toekomst kijkt. Die speelruimte willen we nu al veiligstellen. Hetzelfde geldt voor het bouwen in uiterwaarden. Die ruimte is bedoeld als waterbuffer. Wanneer je daar toch gaat bouwen krijg je schade bij hoogwater, zoals in de zomer van 2021 in Limburg. Daarom is het eerste uitgangspunt van de brief ‘niet afwentelen op de toekomst’ ook zo belangrijk. Nieuwe ontwikkelingen mogen in ieder geval niet voor meer druk zorgen op het bodem- en watersysteem. Het liefst dragen projecten juist positief bij aan de klimaatbestendigheid van een gebied.”

Wat zie je als de grootste uitdaging?

“Er zijn veel uitdagingen en die worden alleen maar groter. Dat komt doordat Nederland steeds vaker met extremer weer te maken krijgt. Zware piekbuien vragen om grotere waterbuffers om overstromingen te voorkomen. Droogte versterkt de bodemdaling op veengronden met schade aan funderingen tot gevolg. Ook leidt droogte tot meer watertekorten. Hoe ga je het water dat via de rivieren binnenkomt dan verdelen? Die verdelingsvraag is nieuw in Nederland. Lange tijd was het de norm om regenwater zo snel mogelijk af te voeren in plaats van het water vast te houden.

Ook het tegengaan van hittestress roept nog veel vragen op. In elke straat een boom planten is niet genoeg. Dat heeft effect, maar er is meer nodig. We zullen daar nog betere maatregelen voor moeten ontwikkelen en ook anders moeten gaan bouwen. De gevolgen van extremere hitte moeten we niet onderschatten, zeker omdat hittestress invloed heeft op onze gezondheid. In  extreme gevallen kan hitte leiden tot veel extra sterfgevallen.”

Hoe nu verder?

“Sommige keuzes die in de Kamerbrief staan, zijn al heel concreet, zoals het niet bouwen in de uiterwaarden. Op andere punten is nog verdere uitwerking nodig. Ik noemde al hitte, maar ook de voorwaarden voor het bouwen in diepe polders werken we nog verder uit. De diepte van een polder zegt namelijk niet alles over het overstromingsrisico. En als je toch in een diepe polder wilt bouwen, moet je daar bij het ontwerp van huizen rekening mee houden. Welke eisen dat precies zijn, verduidelijken we in de maatlat klimaatadaptief bouwen.”

Een maatlat klimaatadaptief bouwen? Wat is dat precies?

“De maatlat geeft aan waaraan overheden en projectontwikkelaars moeten voldoen om klimaatadaptief te bouwen. Dit kun je zien als de verdere uitwerking van de paragraaf over de bebouwde omgeving in de Kamerbrief ‘bodem en water sturend’. We brengen de maatlat in het eerste kwartaal van 2023 naar buiten. Hierin staan concrete ontwerpcriteria zoals de verhouding tussen verharding en groen en wat voor piekbuien een straat of plein moet kunnen opvangen. Het maakt ook uit waar je gaat bouwen, want in diepe polders gelden andere ontwerpcriteria dan op hoge zandgronden. Wanneer je bij de planvorming goede afwegingen maakt, is het dus makkelijker om aan de maatlat te voldoen.”