Hoe pakken gemeenten klimaatadaptatie aan?
De afgelopen jaren zijn veel gemeenten in Nederland aan de slag gegaan met klimaatadaptatie. Zo hebben bijna alle gemeenten een klimaatstresstest uitgevoerd en hebben verschillende gemeenten hun ambities geformuleerd in een adaptatiestrategie. Sommige gemeenten zijn zelfs al zover dat ze een concrete uitvoeringsagenda hebben opgesteld. Maar hoe pakken gemeenten deze onderdelen van klimaatadaptatie aan? Hoe voeren ze bijvoorbeeld de stresstest uit? En hoe zien hun strategieën en uitvoeringsagenda’s eruit? Het Planbureau voor de Leefomgeving heeft aan stichting Climate Adaptation Services (CAS) gevraagd om te onderzoeken hoe gemeenten met klimaatadaptatie aan de slag zijn gegaan.
Doelen van het onderzoek
De klimaatstresstest, adaptatiestrategie en uitvoeringsagenda maken deel uit van de zeven ambities van het Deltaplan Ruimtelijke adaptatie. Het uiteindelijke doel daarvan is dat Nederland in 2050 klimaatbestendig en waterrobuust is ingericht. Goed om te zien dat gemeenten invulling geven aan deze ambities, maar hoe doen ze dat precies? Het doel van het onderzoek is om daar inzicht in te krijgen en erachter te komen welke belemmeringen gemeenten bij klimaatadaptatie ervaren. Een tweede doel is om te verkennen wat de ruimtelijke gevolgen zijn van klimaatadaptatie door gemeenten: hoe zullen adaptatiemaatregelen het ruimtegebruik in Nederland beïnvloeden? Het PBL zal de resultaten gebruiken voor het project Nederland Later, dat beleidsopties in beeld brengt voor de ruimtelijke inrichting van Nederland op de lange termijn.
Twintig gemeenten en één regio
Om erachter te komen hoe gemeenten klimaatadaptatie aanpakken, heeft stichting CAS de aanpak van twintig gemeenten en één regio geanalyseerd. Een belangrijk criterium bij de selectie was dat een groot deel van de gemeenten ook al bezig was met een uitvoeringsagenda. Daarom zitten er veel koplopers tussen de onderzochte gemeenten. Dit rapport geeft daarmee een eerste beeld van de aanpak door gemeenten die vooroplopen op het gebied van klimaatadaptatie. Verder zijn de onderzochte gemeenten zo divers mogelijk en liggen ze verspreid over heel Nederland. Voor het onderzoek zijn documenten over de stresstesten, risicodialogen, strategieën en uitvoeringsagenda’s van de gemeenten geanalyseerd. Ook zijn de gemeenten geïnterviewd.
Gemeenten zijn goed op weg
De onderzochte gemeenten hebben de afgelopen jaren veel stappen gezet: kwetsbaarheden zijn beter in beeld, de bewustwording over de urgentie van klimaatadaptatie is toegenomen, veel gemeenten hebben een strategie opgezet en nemen maatregelen. Op lokaal niveau gebeurt er veel. Wat vaak nog wel mist is de koppeling met het landelijk gebied, waarin veel kansen liggen om klimaatadaptatie fundamenteler aan te pakken.
Verschillen tussen thema’s
Gemeenten willen klimaatadaptatie integraal aanpakken, maar de uitwerking is vaak beperkt. Zo nemen gemeenten vaak niet alle klimaatthema’s mee in stresstesten, ambities en uitvoering. De aanpak van wateroverlast is vaak het meest concreet. De aandacht voor hittestress groeit, maar het thema heeft vaak nog een gebrek aan probleemeigenaar en budget. De thema’s droogte en overstroming krijgen de minste aandacht.
Verschillende uitvoeringsagenda’s en belemmeringen
Uit de analyse blijkt verder dat er grote verschillen zijn tussen gemeenten. Zo verschillen de uitvoeringsagenda’s van gemeenten erg van elkaar en ervaren gemeenten verschillende belemmeringen om adaptatiemaatregelen te kunnen uitvoeren. Voorbeelden van veelgenoemde belemmeringen zijn de grote druk op de ruimte en een beperkt budget voor groen.
Invloed van klimaatadaptatie op ruimtegebruik
Je ziet dat er in gemeenten verschillende maatregelen genomen worden: er zijn al veel wadi’s aangelegd en inwoners komen steeds vaker in actie om hun tuin te vergroenen. Wel blijkt dat gemeenten nog weinig grote reserveringen in de fysieke ruimte doen voor klimaatadaptatie. Deels komt dat door de verschillende belemmeringen die gemeenten ervaren om klimaatadaptatie toe te passen. Het zou mooi zijn als klimaatadaptatie overheden meer zou sturen in het ruimtegebruik. Maar daarvoor is volgens stichting CAS een andere benadering nodig van de ruimtelijke inrichting: meer vanuit het natuurlijke systeem van water, bodem, ondergrond en ecosystemen.