Bijeenkomst VNG: gemeenten positief over steun bij klimaatadaptatie

Gepubliceerd 20 mei 2021

Hoe veranker je klimaatadaptatie in alle domeinen van je gemeente? En hoe ga je vervolgens te werk om papieren afspraken om te zetten in actie? Die vragen stonden centraal tijdens het online evenement ‘Werken aan klimaatadaptatie – hoe doe je dat?’ op 17 mei 2021. De bijeenkomst trok zo’n 300 belangstellenden. Centraal stond een evaluatie van het Ondersteuningsprogramma Klimaatadaptatie van de VNG, dat tot nu toe 35 gemeenten heeft geholpen.

Het VNG-programma vloeit voort uit het Bestuursakkoord Klimaatadaptatie uit 2018 en is gefinancierd vanuit het Deltaprogramma Ruimtelijke Adaptatie (DPRA). “Samen met IenW constateerden we dat gemeenten behoefte hebben aan praktijkervaring, kennis en uitvoeringskracht op het gebied van klimaatverandering”, vertelde Diana van Dorresteijn tijdens de bijeenkomst. Zij is projectleider van het Ondersteuningsprogramma Klimaatadaptatie bij de VNG. “Daarom hebben wij vanaf 2019 dit ondersteuningsprogramma uitgevoerd. In eerste instantie via deskresearch en een collegiale verkenning. Vervolgens is de VNG gaan samenwerken met 35 gemeenten.”

Resultaten

En met succes, aldus Van Dorresteijn. Dat blijkt uit het evaluatierapport ‘Waar is het bos achter de bomen’, dat de eerste bevindingen bundelt. “Gemeenten nemen meer initiatief, organiseren en coördineren beter, en er zijn kernteams gestart. Kortom, er is meer structuur, en dat zie je bijvoorbeeld terug in uitvoeringsprojecten en win-win-oplossingen. Je ziet ook dat klimaatadaptatie een regulier element wordt in ruimtelijke projecten en beheer en onderhoud van openbare ruimte, en dat er links worden gelegd met duurzaamheidsprogramma’s en de omgevingswet.”

Belangrijke rol van gemeenten

Maarten Claassen leidde tafelgesprekken met gemeenten die gebruikmaakten van het ondersteuningsprogramma, waaronder Vlissingen, Oost Gelre, Zwijndrecht, Zutphen, Oldambt en West Maas en Waal. De rol van de gemeenten bij klimaatadaptatie is groot, was de algemene observatie, maar vaak zijn de middelen en de menskracht beperkt. Daardoor is het extra belangrijk om klimaatadaptatie als thema goed te verankeren binnen de verschillende domeinen. “Het VNG-programma heeft ons geholpen met onze integrale wijkaanpak”, vertelde Ante Sellis van de gemeente Vlissingen. “Daardoor lukt het ons nu beter de tools en kennis die we hebben op het gebied van klimaatadaptatie, in te zetten voor álle opgaven, en daarbij ook collega’s uit andere domeinen mee te nemen.”

Hans Keller van de gemeente Zwijndrecht zei dat een webinar zijn collega’s meer inzichten had gegeven in klimaatadaptatie, waaronder klimaatadaptief bouwen, en hoe je de principes daarvan kunt borgen in vergunningsprocedures. “De kunst is dat het niet blijft bij een eenmalig webinar”, benadrukte hij, “maar dat deze aanpak structureel onderdeel wordt van alle processen in je organisatie.”

Kennis, tools en middelen

Pieter den Besten, programmamanager van het DPRA, belichtte de kennis en tools die beschikbaar zijn via dit Kennisportaal Klimaatadaptatie. Ook noemde hij de Impulsregeling, die gemeenten financieel ondersteunt. Geld is vaak een beperkende factor, zo beaamden de aanwezigen. Ze noemden ook het benutten van meekoppelkansen als mogelijke oplossing.

De bal ligt bij de gemeenten, aldus Simon Troost, adviseur bij het VNG-ondersteuningsprogramma, maar de kracht zit hem ook in regionale samenwerking op het niveau van werkregio’s. “De meerwaarde daarvan zit hem in de uitwisseling van kennis en ervaringen”, zei hij, “en in het feit dat gemeenten samen projecten kunnen oppakken. Ook dat biedt mogelijkheden voor efficiëntere besteding van middelen.”

Netwerken

Naast de samenwerking binnen werkregio’s zijn er meer samenwerkingsverbanden. Zo is er het Gemeentelijk Netwerk Klimaatadaptatie van de VNG, dat enerzijds als klankbord dient voor de VNG en anderzijds een platform is voor kennisuitwisseling tussen 80 gemeenten. Daarnaast is er het Platform Samen Klimaatbestendig, een netwerk voor en door klimaatprofessionals dat vraag en aanbod van kennis bij elkaar brengt. En in het KANS-netwerk werken 20 middelgrote gemeenten samen en wisselen zij ervaringen uit.

Draagvlak en handelingsperspectief

Samenwerking is niet alleen belangrijk tussen gemeenten, maar ook binnen gemeenten. Daarbij is de inzet van burgers cruciaal. “Er moet nog veel gebeuren op het gebied van bewustwording”, stelde Jacqueline van Dongen, wethouder van Zwijndrecht, tijdens een bestuurlijke discussietafel. “Pas als burgers zich bewust zijn van de opgave, kun je draagvlak creëren voor maatregelen – en kun je burgers motiveren om ook zélf aan de slag te gaan.”

Gemeentebestuurders kunnen daarin een regierol vervullen, aldus Cathelijne Bouwkamp, wethouder van Arnhem. “Wij kunnen die kennisontwikkeling aanjagen, en handelingsperspectieven laten zien.” Ook de VNG kan daarbij helpen, volgens Pieter Jeroense, plaatsvervangend VNG-directeur. “De ervaring laat zien dat gemeenten blij zijn met die hulp.”

Van ons allemaal

“Het VNG-ondersteuningsprogramma heeft een grote slag geslagen”, concludeerde Cora van Nieuwenhuizen, minister van Infrastructuur en Waterstaat, tijdens de afsluitende sessie. “De gemeenten weten nu waar ze staan en er lopen allerlei pilotprojecten. Integraliteit staat hoog op de agenda.”

Verbinden is niet alleen een noodzaak, maar biedt ook allerlei kansen. Dat merkten deelnemers tijdens de bijeenkomst op in de online chat. “Klimaatadaptatie biedt ook meetbare voordelen in het sociale domein, op het vlak van gezondheid en in de leefbaarheid”, zo vatte gespreksleider Gert Dekker die input samen. “Je stad wordt er ook gewoon mooier door. Dat soort voordelen moet je duidelijk communiceren.”

Die integraliteit is overigens niet alleen binnen gemeenten van belang, zo benadrukte de minister. “Dat geldt ook voor de Rijksoverheid. Neem nu het stikstofsdossier: het heeft geen zin om stikstof aan te pakken als je waterhuishouding niet op orde is.” Dat betekent ook dat er verbinding moet worden gezocht met andere departementen. Van Nieuwenhuizen: “Bij een volgende Nationaal Congres Hittestress hoop ik dat er een collega-bewindspersoon aanschuift, bijvoorbeeld vanuit Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. We moeten zorgen dat dit onderwerp van ons allemáál wordt.”