“Leren van wat misgaat en vooral blijven leren van elkaar”
De kennisdag Zoetwater en Ruimtelijke adaptatie stond in het teken van ‘Werken aan weerbaarheid’. Rond de 250 deelnemers, van overheden, kennisinstellingen en marktpartijen kwamen samen in Fort Voordorp (naast De Bilt). Het was de derde keer dat de twee Deltaprogramma’s de krachten bundelden.
Niet alles is maakbaar
“Er komen grote uitdagingen op ons af. Hoe we daarmee omgaan en toch weerbaar worden en blijven, dat is de kern”, verwees dagvoorzitter Rens Baltus naar het thema van de dag. “We hebben elkaar hierin allemaal nodig”, benadrukte Marcella Laguzzi, Programmamanager Deltaprogramma Zoetwater. “Niet alles is maakbaar merken we de afgelopen tijd. We moeten daarom leren van wat misgaat en vooral blijven leren van elkaar.”
Goede keuzes maken
Programmamanager Pieter den Besten (IenW) van het Deltaprogramma Ruimtelijke Adaptatie gaf aan er trots op te zijn dat er zoveel verschillende onderwerpen voorbijkwamen op het snijvlak van de zoetwatervoorziening en klimaatadaptatie. “Het is belangrijk om nu goede keuzes te maken, zodat we in de toekomst klappen op kunnen vangen.”
Meer experimenteren
Hoogleraar en transitie-expert Derk Loorbach (Erasmus Universiteit Rotterdam) begon zijn prikkelende keynote met een kwinkslag door te stellen dat hij het thema slecht gekozen vond en pleitte voor ‘Werken aan wendbaarheid’. “Business as usual is het enige scenario dat niet waarschijnlijk is. We moeten daarom buiten de bestaande kaders durven denken. We hebben meer experimentatie nodig, minder optimalisatie. ”
Creativiteit hard nodig
Net als Loorbach, brak Frans van de Ven (Deltares) in zijn presentatie een lans voor ontwerpdenken, omdat dit de creativiteit stimuleert die volgens beiden hard nodig is. Van de Ven stelde dat kennisontwikkeling in stedelijk waterbeheer nog te weinig prioriteit heeft. “Ook hebben we allianties nodig van partijen die niet van nature samenwerken. Ik zie een grote rol voor de overheid om die samenwerkingen te smeden.”
Tegenstrijdige belangen
Namens de recent opgerichte werkgroep klimaatadaptatie onder de Nederlandsche Bank ging Gijs Kloek (Achmea) in op de rol van verzekeraars en de financiële sector. Hij liet zien dat belangen soms tegenstrijdig zijn. Een lage grondwaterstand, zo illustreerde hij, kan gunstig zijn voor verzekeraars, maar is niet altijd in het belang van huiseigenaren en kredietverstrekkers. Het verkleint weliswaar het risico op waterschade, maar kan tegelijk zorgen voor schade aan funderingen.
Dingen anders doen
Een drietal panelleden blikte terug op de ochtend. “Ik ben echt aan het denken gezet”, zei Liz van Duin, directeur Waterkwaliteit, Ondergrond en Marien (IenW). “We moeten dingen anders gaan doen en meer integraal gaan benaderen. Als het kan dan kan het nu.” Meer flexibiliteit is daarbij volgens Dijkgraaf Dirk-Siert Schoonman (Waterschap Drents Overijsselse Delta) belangrijk. Klazien Hartog (Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier) benadrukte het belang van maatschappelijk draagvlak: “Daarom is het belangrijk om het werk van waterschappen nog veel bekender te maken.”
Kennissessies en kennismarkt
In de middag hadden deelnemers keuze uit zestien interactieve kennissessies, die verdieping boden op uiteenlopende thema’s. In de pauzes was van alles te zien op de kennismarkt. Zo hadden verschillende bedrijven en kennisinstellingen projecten uitgelicht waarin weerbaarheid centraal stond. Een terugkomend aspect in de kennissessies bleek de noodzaak om beter over watervraagstukken en ruimtelijke uitdagingen te communiceren. Diverse sprekers deelden hun ervaringen met projecten waarbij bewoners en andere partijen een actieve rol speelden.
Durf te kiezen
Maar bovenal klonk de oproep tot betere samenwerking door, juist omdat er zoveel verschillende belangen zijn. “Soms moet je hierin ook moeilijke beslissingen durven nemen”, zei onderzoeker Ruud Bartholomeus (KWR) in een sessie over duurzame grondwatervoorraden. “Samenwerken betekent niet eindeloos blijven polderen.”