Investeringskosten klimaatadaptatie in beeld voor negen binnensteden rond Amsterdam

Gepubliceerd 25 januari 2022

Arcadis en &Flux hebben voor negen binnensteden - ook wel stadsharten - in beeld gebracht hoeveel het kost om zowel in de bestaande ruimte als bij nieuwbouw te investeren in klimaatadaptatie. Het gaat om binnensteden met een centraal trein- of busstation. Dit zijn de negen onderzochte binnensteden: Almere, Alkmaar, Haarlem, Hilversum, Hoofddorp, Hoorn, Lelystad, Purmerend en Zaanstad.

Onderdeel van project Bereikbare Steden

Dit onderzoek (pdf, 6.8 MB) is onderdeel van het project Bereikbare Steden van het ministerie van IenW en de Metropoolregio Amsterdam (MRA). In dit onderzoek zijn de gebieden rond dertien OV-knooppunten in deze negen binnensteden geanalyseerd. Bij elk OV-knooppunt is daarvoor een cirkel getrokken met een straal van 1.200 meter, waardoor er in totaal ruim 5.600 hectare stedelijk gebied is geanalyseerd. Met de resultaten van het onderzoek willen IenW en MRA in beeld krijgen wat het kost om in deze binnensteden te investeren in klimaatadaptatie. Klimaatbestendigheid is namelijk één van de doelen van het project Bereikbare Steden. Een ander doel is om in de negen binnensteden in totaal zo’n 65.000 nieuwe betaalbare woningen te bouwen, die goed bereikbaar zijn. Verder moet het woningaanbod gevarieerd zijn, moet de omgeving aantrekkelijk zijn en moet er in de buurt genoeg werkgelegenheid zijn.

Totale kosten tussen 785 miljoen en 1,6 miljard

De totale kosten om de negen binnensteden klimaatadaptief in te richten, zijn berekend op een bedrag tussen € 785 miljoen en € 1,61 miljard. De gemiddelde investeringskosten per hectare per stadshart zijn ongeveer € 140.000 tot € 285.000. De minimale en maximale kosten zijn niet gebaseerd op onzekerheidsmarges, maar laten zien wat de laagste en hoogste investeringskosten zijn. Dit is afhankelijk van de gekozen kwaliteit en maatregelen.

Kosten voor nieuwbouw én bestaande ruimte

In het onderzoek vind je de minimale en maximale investeringskosten klimaatadaptatie per binnenstad. Deze kosten bestaan uit kosten voor nieuwbouw en voor bestaande ruimte. De berekende kosten zijn een optelsom van kosten die je maakt als je een set maatregelen uitvoert waarmee je voldoet aan het basisveiligheidsniveau klimaatadaptatie voor de MRA voor de onderdelen extreme neerslag en hitte. Wat dit basisveiligheidsniveau inhoudt, zie je in tabel 1 van het onderzoeksrapport.

Hoe zijn de kosten berekend?

De berekening gaat uit van het basisveiligheidsniveau klimaatadaptatie van de MRA, en van een lijst met adaptatiemaatregelen. De kosten voor een binnenstad zijn afhankelijk van de wijktypes waaruit ze bestaat, het type ondergrond en de nieuwbouwopgave. Bij het type ondergrond is een onderscheid gemaakt tussen hogere zand- of ziltgronden en lagere veen- of kleigronden. Per wijktype en ondergrond hebben de onderzoekers een maatregelset samengesteld die voldoet aan de bergingsopgave en hitteopgave. Daarnaast onderscheidt het onderzoek vier types nieuwbouw en is er voor elk type een maatregelpakket samengesteld.

Batenanalyse ‘light’

In het rapport vind je ook een batenanalyse ‘light’. Je leest er wat een vermindering van wateroverlast, hitte en droogte oplevert voor de maatschappij. En ook hoe een deel van de maatregelen de leefomgeving verbetert. Maar ‘light’ betekent ook dat de beschrijving van de baten kwalitatief en op hoofdlijnen is. De baten zijn bijvoorbeeld niet gespecificeerd naar stadstype.

Methode ook te gebruiken voor andere gebieden

De methode die de onderzoekers gebruikt hebben, kan ook gebruikt worden voor andere gebieden. Het grootste deel van de gegevens is openbaar. De methode is het makkelijkst te gebruiken voor andere binnensteden met een OV-knooppunt, maar je kunt de methode ook gebruiken voor onderzoek naar investeringskosten klimaatadaptatie in andere gebieden. Omdat je de methode op verschillende schaalniveaus kunt toepassen, kun je de kosten voor klimaatadaptatie per wijk, kern of gemeente in beeld brengen.