Klimaatbeleid moet rechtvaardig zijn
In het Nederlandse klimaatbeleid moeten voortaan de kosten van klimaatverandering rechtvaardig verdeeld worden. Dat staat in een nieuw rapport van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) met de titel Rechtvaardigheid in klimaatbeleid. Over de verdeling van klimaatkosten. De belangrijkste boodschap van het rapport is dat de overheid eerst nadenkt over hoe klimaatkosten verdeeld worden en daarna pas het klimaatbeleid maakt. Dat zou ook het draagvlak voor klimaatbeleid versterken.
Wat is klimaatbeleid?
Klimaatbeleid bestaat volgens de WRR uit drie verschillende terreinen: mitigatie, adaptatie en het herstellen van klimaatschade. Mitigatiebeleid betekent dat de overheid plannen maakt om de uitstoot van broeikasgassen te beperken. Adaptatiebeleid gaat erover dat de overheid plannen maakt om ons aan te passen aan de gevolgen van klimaatverandering. Ook maakt de overheid beleid over het herstel van klimaatschade: ze maakt plannen over hoe klimaatschades worden hersteld of vergoed, bijvoorbeeld schade na een overstroming of na een mislukte oogst door extreme droogte. De kosten voor dit beleid worden klimaatkosten genoemd.
Verdeling gaat niet alleen over kosten
Bij rechtvaardig klimaatbeleid gaat het niet alleen om de directe kosten die je moet verdelen. Het gaat er ook om hoe je de ruimte in het landschap gebruikt: waar zet je bijvoorbeeld windmolens neer en hoe verspreid je die over het land? Een andere vraag is hoe sterk elke sector de uitstoot van broeikasgassen moet verminderen. Waarop baseer je die keuzes?
Tien principes om tot een rechtvaardige verdeling te komen
Om tot een rechtvaardige verdeling te komen, heeft de WRR tien principes opgesteld, die zij ‘verdelingsbeginselen’ noemt. Voorbeelden hiervan zijn ‘de vervuiler betaalt’ en ‘de sterkste schouders dragen de zwaarste lasten’. Deze tien principes verdeelt ze over vier categorieën:
- Grootste nut: welke maatregelen hebben het grootste effect of het meeste resultaat voor de hele maatschappij?
- Individuele rechten en vrijheden: bij maatregelen voor het algemeen belang moet je altijd rekening blijven houden met de individuele rechten van burgers en bedrijven.
- Draagkracht en solidariteit: klimaatkosten moeten eerlijk verdeeld worden. Het moet bijvoorbeeld niet zo zijn dat mensen met lage inkomens te hoge financiële lasten krijgen.
- Bijdrage en profijt: de verdeling hangt af van hoe sterk burgers en bedrijven bijdragen aan oplossingen, bijvoorbeeld door minder CO2 uit te stoten. En sommigen hebben mogelijk een direct voordeel van een maatregel. Hoe ga je daarmee om?
Hoe maak je klimaatbeleid rechtvaardig?
Wil je klimaatbeleid rechtvaardiger maken? Dan kan dat door met hulp van de tien verdelingsbeginselen met elkaar in gesprek te gaan over rechtvaardige verdelingen. Het is belangrijk dat je dat gesprek op tijd voert in het beleidsproces en dat je de keuzes over de verdeling duidelijk onderbouwt. Tot slot zou je in bijvoorbeeld een toetsingskader moeten meewegen welke effecten bepaalde verdelingskeuzes hebben op de maatschappij.
Voorbeeld: waterveiligheid
Het rapport laat aan de hand van vier verschillende beleidsdossiers zien hoe je afwegingen kunt maken over rechtvaardig beleid. Eén daarvan is het dossier waterveiligheid. Vragen die beleidsmakers zich daar vooraf zouden moeten stellen zijn: wie heeft er baat bij investeringen in waterveiligheid en wie betaalt ervoor? De dijken met de hoogste veiligheidsnormen liggen bijvoorbeeld in dichtbevolkte gebieden zoals de Randstad. Deze keuze is gebaseerd op het principe ‘grootste nut’: in dichtbevolkte gebieden zou de financiële of economische schade namelijk het grootst zijn. Maar de situatie zou anders kunnen zijn geweest als draagkracht en solidariteit voorop hadden gestaan. Inwoners in gebieden met hoge inkomens of grote economische activiteiten zouden dan niet per se beter beschermd worden. Er zou dan bijvoorbeeld meer aandacht uitgaan naar inwoners in gebieden met lagere inkomens, omdat zij zichzelf minder goed kunnen beschermen.