“Laten we de moed hebben om nú al meer te doen”

Gepubliceerd 13 oktober 2023

Hoe verbinden we lange termijn urgentie aan korte termijn actie? Dat was het centrale thema van de Kennisdag Zoetwater en Ruimtelijke Adaptatie. Deze vierde kennisdag van de twee Deltaprogramma’s, op donderdag 28 september in het Spoorwegmuseum in Utrecht, werd weer goed bezocht. Ruim 250 deelnemers, van overheden, kennisinstellingen, drinkwaterbedrijven en andere marktpartijen, waren erbij.

Doen we wel genoeg?

“We kunnen geen krant openslaan of we zien natuurrampen”, begint dagvoorzitter Anouschka Laheij. “Dan vraag je je soms toch af: doen we wel genoeg?” René Vrugt, directeur Bodem, Ruimte en Klimaatadaptatie, herkent het gevoel. “Klimaatverandering maakt deel uit van onze dagelijkse realiteit”, zegt hij. “Vandaag zijn we dan ook bij elkaar om de vraag te beantwoorden hoe we nu echt in actie kunnen komen. Het liefst willen we alles doorrekenen voor we besluiten nemen. Dat is lastig, want er zijn veel onzekerheden in de data. Maar we moeten de bestuurlijke moed hebben om nú al meer te doen dan de gestelde normen.”

Belemmeringen

Laheij vraagt het publiek aan te geven wat het lastig maakt om tot actie te komen. ‘Korte termijn denken’ wordt benoemd, net als ‘kleinschalig denken’, ‘op elkaar wachten’ en ‘gebrek aan politieke daadkracht’. De huidige manier van denken en werken lijkt voortvarend handelen op meerdere manieren in de weg te staan, concludeert de dagvoorzitter. Hoe komen we daaruit? De twee sprekers van deze kennisdag, Jannemarie de Jonge en Wieke Pot, zijn uitgenodigd om de deelnemers te inspireren met hun eigenzinnige aanpak.

Lagenbenadering

Landschapsarchitect Jannemarie de Jonge, Rijksadviseur voor de fysieke leefomgeving, schetst de ‘lagenbenadering’ van haar adviesbureau Wing. “Hierin nemen we het levende bodem- en watersysteem als uitgangspunt, in plaats van de wensen en behoeftes van gebruikers.” Die omdraaiing gaat verder dan ‘water en bodem sturend’ zoals de overheid die voorstaat, benadrukt zij. “Daarin wordt nog steeds vanuit technologische oplossingen gedacht. We moeten ons technisch vernuft inzetten om met de natuur méé te werken. Het gaat om het omgaan met onzekerheden, om het ontwerpen van verandering.” De Jonge besluit haar verhaal met een pleidooi voor meer ruimte om te experimenteren.

Wenkend perspectief

Wieke Pot, universitair docent bij Wageningen University & Research en lid van de Wetenschappelijke Klimaatraad, pleit voor het inzetten van het begrip tijd om onze verbeelding aan te spreken. Bij wijze van voorbeeld vertelt zij een verhaal over hoe zij in het jaar 2050 haar geboortegrond op het Groningse platteland bezoekt. Alles is daar veel groener, veiliger en plezieriger geworden. “We hebben behoefte aan een wenkend perspectief. We zouden meer moeten voorstellen dan voorspellen”, stelt zij. Daarnaast zouden we volgens Pot de tijd moeten nemen om met elkaar te praten over ongemakkelijke belangenafwegingen. Ook de timing van investeringen is van belang, zeker als het gaat om infrastructuur die nog lang mee moet kunnen. Tenslotte, zegt ze, zouden we de klokken gelijk moeten zetten om tot een goed afgewogen regionale investeringsstrategie te komen.

Wisdom of the crowd

“Wat kun jij morgen doen om ervoor te zorgen dat Nederland in de toekomst klimaatbestendig is?”, vraagt dagvoorzitter Laheij vervolgens aan de deelnemers. Iedereen wordt gevraagd één concrete actie op te schrijven en tot vijf keer toe door te geven aan een ander. Elke ronde krijgen de suggesties 1 tot 5 punten van de ontvanger. Programmamanagers Marcela Laguzzi van Deltaprogramma Zoetwater en Pieter den Besten van Deltaprogramma Ruimtelijke Adaptatie bespreken de opbrengst. Zij concluderen dat er een hoop korte termijn acties mogelijk zijn, vooral in de eigen omgeving. Opvallende topscoorder onder de gedeelde ideeën: ‘De overheid moet vaker pijnlijke waarheden vertellen en daarin concreet en eerlijk zijn.’ “Dat zijn we aan het oefenen”, reageert Den Besten. “Met ruimte voor dialoog.”

Kennismarkt en workshops

In de pauze kunnen de deelnemers in gesprek met verschillende kennisinstellingen die informatie delen op de kennismarkt in de lunchruimte. Aansluitend zijn er twee workshoprondes over uiteenlopende onderwerpen als monitoring, water en bodem sturend, financiering, cultuurhistorie en zeespiegelstijging. “Ik heb een hoop nieuwe dingen gehoord”, zegt een jonge deelnemer na afloop. “Nu moeten we ze nog in de praktijk zien te brengen.”