Hoe kan een nationale norm voor natuur in de stad gemeenten helpen?
Het Rijk wil stimuleren dat er genoeg natuur in en om de stad komt. Natuur kan namelijk bijdragen aan veel van de grote opgaven waar we voor staan, zoals ons aanpassen aan het veranderende klimaat, het versterken van de biodiversiteit en het verbeteren van onze leefomgeving. Verschillende ministeries hebben daarom aan het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) gevraagd om inzicht te bieden in hoe natuur kan bijdragen aan deze opgaven. Ook willen ze weten of een nationale norm kan helpen bij het vergroenen van steden en waar zo’n norm dan aan zou moeten voldoen.
Gebruik de term ‘natuur’ in plaats van ‘groen’
PBL gebruikt in deze studie waar dat kan het woord ‘natuur’ in plaats van ‘groen’. Daarmee wil het afstand doen van de traditionele stedenbouwkundige opvatting die ‘stad’ en ‘natuur’ ruimtelijk van elkaar scheidt. In die opvatting iss groen alleen bedoeld om de leefomgeving prettiger en mooier te maken. De nieuwe stedenbouwkundige opvatting is dat stad en natuur met elkaar verweven moeten zijn. Hierin staat een gevarieerde natuur in en om de stad centraal. Natuur die de stad niet alleen mooier en prettiger leefbaar maakt, maar die ook de biodiversiteit vergroot, verkoeling biedt, water opvangt en het contact met natuur versterkt.
Natuur heeft veel positieve effecten, maar is ook complex
Uit onderzoek van de WUR blijkt dat natuur veel verschillende positieve invloeden heeft, vooral voor de gezondheid en leefbaarheid, klimaatverandering, biodiversiteit en economische aantrekkelijkheid. Maar tegelijk is de werking van natuur ook complex. Daarnaast is de kennis over de verschillende voordelen van stadsnatuur onvolledig. Ook zijn niet alle effecten van natuur positief of zijn ze niet altijd gelijk verdeeld over bevolkingsgroepen. Zo heeft de vergroening van een wijk financieel een positief effect voor woningeigenaren, maar een negatief effect voor huurders die te maken krijgen met een hogere huur. Het is heel belangrijk dat gemeenten alle beleidsdoelen betrekken bij hun afwegingen om natuur in de stad te bevorderen.
Wat maakt een ‘groen’ initiatief succesvol?
Een succesvol natuurinitiatief vraagt om ambitieuze visies op stedelijke natuur. Daarbij is het belangrijk dat er ruimte is voor lokale experimenten en dat de verschillende partijen die deel uitmaken van de stad zich samen voor de stadsnatuur inzetten. Ook zijn financiële investeringen heel belangrijk. In de eerste plaats van overheden, en soms ook van particulieren. Verder is het vaak niet makkelijk om een natuurinitiatief in de stad tot een succes te maken. Het vraagt om veel creativiteit en doorzettingsvermogen. Dat komt doordat de planning, financiering, aanleg en het beheer van bijvoorbeeld wegen, riolen, kades en dijken zijn ingericht op de traditionele ‘grijze’ infrastructuur of inrichting. Daarvoor bestaan allerlei regels en vaste vormen van financiering. Ook vervullen de partijen elk hun eigen bekende rol.
Waar moet een nationale norm voor stedelijke natuur aan voldoen?
Een nationale norm voor stedelijke natuur zou gemeenten optimaal moeten ondersteunen bij het realiseren van natuur in de stad. Tegelijk is het belangrijk dat zo’n norm flexibel is, omdat elke gemeente weer te maken heeft met eigen problemen en uitdagingen. Dat vraagt om maatwerk. Het PBL pleit er daarom voor om de nationale norm voor natuur in en om de stad te baseren op vier principes: meerdere baten realiseren, inclusie bevorderen, gelijkheid waarborgen, en onderliggende oorzaken adresseren. Lokale partijen moeten deze principes concreter maken, en het Rijk moet die verdere invulling van de norm zo goed mogelijk ondersteunen. Niet alleen met financiële middelen, maar bijvoorbeeld ook door bestaande regels aan te passen die vergroening in de weg staan en door het gebruik van de norm juridisch te borgen. Ook zou het goed zijn als het Rijk naast de norm een handreiking voor gemeenten maakt over het realiseren van natuur in en om de stad.
Delen
Fotograaf: Nanda Sluijsmans