Eilanders aan het woord: Pédzi Flores-Girigori

Gepubliceerd 13 juni 2024

In het Caribisch deel van het Koninkrijk zijn de gevolgen van klimaatverandering voelbaar. Het wordt warmer, periodes van droogte nemen toe en als er regen valt, dan valt er veel meer in kortere tijd. Bovendien worden orkanen krachtiger. Hoe moeten de eilanden zich hieraan aanpassen? Welke uitdagingen spelen er allemaal? En wat gebeurt er om de eilanden en eilandbewoners voor te bereiden op de toekomst? In de rubriek ‘Eilanders aan het woord’ vertellen bewoners van verschillende eilanden en met verschillende expertises over hoe zij tegen klimaatverandering en klimaatadaptatie aankijken.

In dit tweede interview vertelt Pédzi Flores-Girigori, Hoofd Operationele Meteorologie bij de Meteorologische Dienst Curaçao, waarom zij klimaatadaptatie belangrijk vindt, wat haar motiveert en hoe zij tegen de toekomst van Curaçao aankijkt.

Wil je meer weten over klimaatadaptatie op de Caribische eilanden? Op het kennisportaal vind je nu ook een onderdeel over het Caribisch deel van ons koninkrijk.

Sinds wanneer houd je jezelf met klimaatadaptatie op Curaçao bezig?

“In 2011 en 2012 heb ik vanuit de Meteorologische Dienst het eerste onderzoek gedaan naar de toekomst van het klimaat op Curaçao, op basis van honderd jaar data die we hadden over temperatuur en neerslag. Ik was bezorgd over de resultaten van dit onderzoek: het zag er niet goed uit voor Curaçao. Het was duidelijk dat het eiland droger wordt en de temperaturen stijgen. De laatste honderd jaar is het gemiddeld twee graden warmer geworden. Maar ik ben echt een ‘problem solver’ en zag het als een uitdaging om de toekomst van Curaçao veilig te stellen. In de jaren erna heb ik gesprekken gevoerd met mensen over klimaatverandering en een simpel waarschuwingssysteem helpen oprichten om de mensen te informeren over bijvoorbeeld zware buien en hitte. Ik heb bij de Meteorologische Dienst daarnaast een programma opgericht om kinderen meer bewust te maken van wat de dienst doet en wat meteorologie is, met daarin ook altijd aandacht voor klimaatverandering. Op een gegeven moment ben ik me op beleid gaan richten. Ik besefte dat je als wetenschapper een heel andere taal spreekt dan degenen die het beleid maken. Maar dankzij mijn technische achtergrond en mijn talent om complexe vraagstukken in simpele taal uit te leggen, kon ik het technische verhaal heel makkelijk omzetten in een beleidsverhaal dat aansluit op het dagelijkse leven.”

En zet je dat talent in om beleidsmakers in actie te laten komen?

“Ja. Wat me echt beweegt is dit: ik heb gestudeerd en ik zie dat ik een bijdrage kan leveren aan mijn eiland. Dat probeer ik binnen mijn ‘circle of influence’ te doen, binnen mijn invloedssfeer. Je kunt niet op de stoel van politici gaan zitten. Maar als je het verhaal goed en duidelijk brengt, dan krijg je ze wel mee. Dat heeft een enorme meerwaarde: een verhaal dat makkelijk te begrijpen is, heeft een veel groter bereik. Mijn motivatie blijft dat ik problemen wil oplossen. Daarin zit ook een ‘mental challenge’ voor mezelf, een uitdaging waarvan ik zelf ook kan genieten.”

Kun je nog iets meer vertellen over het programma rond bewustwording bij kinderen dat je hebt opgericht?

“Dat was een mooie opstap om het onderwerp klimaatverandering op de kaart te zetten. Mede door dat programma kwam er meer aandacht binnen de dienst voor klimaatverandering en klimaatadaptatie. Om een beter overzicht te krijgen over alles wat er op het eiland aan klimaatadaptatie gebeurde, hebben we het Curaçao Klimaatplatform opgericht. Als beleidsmedewerker heb ik me daarna onder andere beziggehouden met de invloed van klimaatverandering en met de geschiedenis van het waterbeheer op Curaçao. Curaçao is namelijk van oudsher heel droog. Hoe gingen de bewoners vroeger met water om en wat kunnen wij daarvan leren? Wat moeten we doen nu neerslagpatronen veranderen? Ik heb altijd in alles wat ik deed klimaatverandering op een slimme manier proberen mee te nemen als verhaal van de toekomst. Vanaf 2018 hield ik me ook op een hoger niveau bezig met klimaatverandering en ik heb beleid gemaakt voor het integraal beheer van water op Curaçao waarin verschillende adaptatiestrategieën benoemd worden.”

Wat heeft Curaçao nu nodig om klimaatbestendiger te worden?

“Ik moet zeggen dat we al heel veel vooruitgang hebben geboekt. Onze minister-president Gilmar Pisas heeft beloofd dat Curaçao zich zal binden aan het klimaatverdrag van de Verenigde Naties. Dat verdrag is door Nederland ondertekend. Maar omdat Curaçao een autonoom land is binnen het Koninkrijk, mag het eiland zelf bepalen of het zich aan het verdrag wil houden. Dat dit nu gaat gebeuren, is heel mooi. Dat maakt ons werk ook zichtbaarder. Er is meer aandacht voor klimaatverandering op Curaçao gekomen. Bewoners gaan ook bewuster om met het milieu. Om als astronaut Neil Armstrong te spreken: het zijn kleine stapjes maar ze vormen samen een ‘giant leap’, een enorme sprong vooruit.”

Welke rol verwacht je daarbij van Nederland?

“De relaties binnen het Koninkrijk vormen een heel lastige discussie, waarbij het slavernijverleden steeds terugkeert. Door de slavernij is een bepaalde cultuur ontstaan, met een bepaald gedrag. Praktijken op de eilanden die als niet duurzaam worden gezien, zijn vaak een uiting van welvaart voor de eilanders. Tegelijk wordt de westerse manier van denken en doen als het ideaal gezien. Klimaatadaptatie houdt in dat de eilanders hun gewoontes en gedrag moeten gaan veranderen. Onze grootste uitdaging is om dit gedrag om te buigen naar duurzaam gedrag. Dat lukt niet automatisch via de westerse of Europese manier van doen. Het is heel erg belangrijk dat de Nederlandse overheid dat begrijpt en respecteert. De Europese manier stuit op passief verzet en is soms niet toe te passen bij een kleine gemeenschap zoals je die op een eiland hebt. Als mensen gedwongen worden dingen op de westerse manier te doen, zijn ze niet meer bereid om open en eerlijk over hun problemen te praten. Ze zetten hun hakken in het zand en werken mogelijke oplossingen tegen. Daarvoor moet de Nederlandse overheid oppassen. Respecteer de kennis en kunde op de eilanden, en maak daar vooral gebruik van.”

Kun je een voorbeeld geven van een cultuurverschil?

“Nederland heeft een sterke cultuur van lezen en rapporten maken. Dat heeft het ambtenarenapparaat van Curaçao deels overgenomen. Maar wat je merkt, is dat er daardoor heel veel plannen ontstaan die vervolgens niet worden uitgevoerd. Of dat er om de plannen uit te voeren veel meer ambtenaren nodig zijn dan Curaçao heeft. Met die beperkingen aan capaciteit en middelen moet je rekening houden. Verder zie ik dat de eilanden bezig zijn hun eigen weg te vinden en dat ze zelfstandiger proberen te werken. Die ontwikkeling zou Nederland moeten steunen zonder er de hele tijd bovenop te willen zitten. Natuurlijk kunnen er dan soms fouten gemaakt worden. Maar door fouten te maken leer je ook hoe je verder moet groeien in een relatief jonge democratie.”

Wat zou je willen nalaten aan toekomstige generaties?

“Een probleem waar ik zelf mee worstel is dat er zo veel jongeren van Curaçao naar Nederland gaan om te studeren, maar dan niet terugkeren. Ik vind dat heel jammer, want zij kunnen veel bijdragen aan de ontwikkeling van de eilanden. Daarvoor hoeven ze niet eens per se op de eilanden te gaan wonen. Je kunt ook een bijdrage leveren vanaf een andere plek. Ik zet me ervoor in om ze dat te laten inzien. Dat je kunt bijdragen aan de klimaatopgave op Curaçao als je ergens anders gestudeerd hebt. Als ultiem doel zie ik een Curaçao voor me dat altijd genoeg water heeft en waar we nog steeds kunnen genieten van onze baaien en stranden. En waar ik, als ik oud ben, op een stoeltje langs de kust kan vissen, en dat de vissen die ik in mijn jeugd ving, er dan nog steeds zijn.”

Over Pédzi Flores-Girigori

Pédzi is geboren en getogen op Curaçao. Ze heeft een masterdiploma in natuurkunde en klimaatstudies van de Universiteit Utrecht, met een specialisatie in sterrenkunde en deeltjesfysica. Daarnaast heeft ze een diploma als operationeel meteoroloog van de Koninklijke Luchtmacht.

Ze begon haar professionele carrière op 23-jarige leeftijd in 2008 als junior meteoroloog bij het Meteorologisch Dienst van Curaçao, waar ze sinds 2014 Hoofd Operationele Meteorologie is. Ook is ze secretaris van de Geïntegreerde Watercommissie van Curaçao en lid van het Stuurcomité van het Platform Klimaatverandering van Curaçao. Haar werk bestaat uit capaciteitsopbouw, bewustwording en beleidsontwikkeling. Haar passie ligt in het proberen een brug te slaan tussen beleidsmakers en wetenschappers. Ze heeft expertise op het gebied van water, rampenbeheer, klimaatimpacts en -adaptatie, en duurzame ontwikkelingsdoelen.