“We werken allemaal aan een meer klimaatbestendige samenleving”
Hoe kunnen we Nederland sneller klimaatbestendig maken? Binnen het programma LIFE-IP Klimaatadaptatie werken 23 partners aan het wegnemen van belemmeringen bij de uitvoering van de Nationale Adaptatiestrategie (NAS). In dit interview vertellen programmamanagers Sandra Boekhold (RIVM) en Katja ten Hove (IenW) over de kracht van dit LIFE-IP-programma en blikken ze terug op de programmadag van 18 maart.

Wat is het doel van LIFE-IP Klimaatadaptatie?
Katja: “Het doel van het programma is het versnellen van de implementatie van de NAS. Daarom hebben we eerst in kaart gebracht wat de belangrijkste belemmeringen zijn om Nederland klimaatbestendig te maken. Met 23 partners verspreid door heel Nederland werken we in dit LIFE-IP-programma aan verschillende projecten om te kijken hoe we die belemmeringen kunnen wegnemen. Dit hebben we georganiseerd rondom vier zogenaamde tandwielen.”
Tandwielen? Wat zijn dat precies?
Sandra: “De tandwielen zijn vier hoofdthema’s die de kern vormen van LIFE-IP Klimaatadaptatie. Het gaat om financiering, bewustwording, governance en kennisdoorwerking. We noemen het tandwielen omdat ze alle vier tegelijkertijd moeten draaien om de motor aan te jagen en écht versnelling te bereiken. Er wordt nu gewerkt aan een nieuwe NAS en die moet in 2026 klaar zijn. De opgedane ervaringen in de verschillende LIFE-IP-projecten zijn daarmee ook gelijk waardevolle input voor die nieuwe NAS.”

Op 18 maart organiseerden jullie een LIFE-IP-programmadag in Arnhem. Wat hopen jullie op dit soort dagen te bereiken?
Sandra: “Met de halfjaarlijkse programmadagen willen we samenhang binnen het programma stimuleren en de verschillende projectpartners met elkaar in verbinding brengen. We begonnen de dag met een keynote over klimaatpsychologie. Het was heel inspirerend om de dag zo te beginnen. Ook hebben we met elkaar gewerkt aan aanbevelingen voor de nieuwe NAS. Een vraag die we daarbij stelden is: hoe kan de NAS jou helpen om de belemmeringen die je ervaart weg te nemen? De verschillende tandwielwerkgroepen hebben hun ideeën gepresenteerd. Daarna volgde een interactieve sessie waarbij deelnemers hun aanvullingen op een speelse manier konden delen.”
Katja: “De opkomst was heel goed en ook de programmadag afgelopen najaar in Friesland was goed bezocht. Dat laat voor mij zien dat de betrokkenheid groot is en dat er echt een community begint te ontstaan.”
Wat hoorden jullie veel terug over de NAS ’26?
Katja: “We hoorden vaak terug dat er behoefte is aan meer sturing van het Rijk. Denk aan duidelijke regelgeving rondom bouwen. Ook klonk de behoefte om over de NAS te communiceren in duidelijke taal. Het is soms best complexe materie, maar toegankelijke communicatie is heel belangrijk om mensen echt mee te krijgen.”
Sandra: “Het viel mij op dat er vaak aandacht werd gevraagd voor klimaatrechtvaardigheid. Dus: hoe zorg je dat ongelijkheid door klimaatverandering niet toeneemt? Maar ook: hoe neem je maatregelen voor de bewoners die dat het meest nodig hebben?”
Als je kijkt naar de projecten zie je grote verschillen: van alternatieve verdienmodellen op veengrond tot bewustwording rondom hitte. Wat is de gemene deler in LIFE-IP?
Sandra: “De projecten zijn inderdaad inhoudelijk superdivers, maar dat vind ik juist onze kracht. We werken allemaal aan het versnellen van de NAS en daarmee ook aan een meer klimaatbestendige samenleving. In de LIFE-IP-projecten gaat het vooral om hoe je dat organiseert in een ingewikkeld speelveld met veel belangen en betrokken partijen. De belemmeringen hebben daar vaak mee te maken, en met LIFE-IP zoeken we samen naar manieren om die te overwinnen.”
Jullie zijn veel op pad. Kunnen jullie daar iets over vertellen?
Katja: “We gaan bij alle projecten langs en die veldbezoeken zijn heel leuk, zeker als het weer een beetje meezit. Zo zijn we in Noord-Brabant gaan kijken naar een beekdal dat hersteld wordt en gaan we binnenkort langs in Groningen. Daar werken ze aan een buurtmonitor om partijen bewust te maken van de gevolgen van klimaatverandering.”
Sandra: “Ik vind die veldbezoeken ook heel waardevol. We krijgen echt de kans om mee te kijken wat er gebeurt. In Amsterdam liepen we mee met klimaatcoaches. Toen waren we welkom bij een bewoner en liepen we met zijn twaalven door haar huis om in de tuin te kijken. Deze bewoner vertelde ook iets over haar ervaringen met dit project. Dat perspectief vind ik heel leuk om mee te krijgen.”

LIFE-IP loopt nog tot en met 2027. Wanneer is het programma wat jullie betreft een succes?
Katja: “Ik heb niet de illusie dat door ons LIFE-IP-programma de NAS ineens volledig uitgevoerd gaat worden. Er zijn zoveel factoren die daarbij meespelen. We gaan echt niet alles oplossen, maar ik hoop dat we een bijdrage kunnen leveren om te versnellen rondom de thema’s van de tandwielen. Ook vind ik het belangrijk dat we de opgedane kennis kunnen delen met anderen zodat zij ook kunnen leren van de ervaringen.”
Sandra: “Voor mij is het belangrijk dat we de link tussen klimaatadaptatie en gezondheid nog sterker maken. Binnen LIFE-IP zijn twee GGD’en betrokken als partner, en ook in veel andere projecten speelt gezondheid een grote rol. Je kunt klimaatadaptatie niet los zien van gezondheid, denk bijvoorbeeld aan de impact van hittegolven op kwetsbare groepen. Daarom willen we ook concrete hulpmiddelen ontwikkelen die helpen om die verbinding te leggen.”