Integrale ontwerpmethode openbare ruimte

De Gemeente Amsterdam heeft de Integrale Ontwerpmethode Openbare Ruimte ontwikkeld. Deze nieuwe methode kan stedenbouwkundige ontwerpers helpen bij het programmeren en ontwerpen van de openbare ruimte en ondergrond.

Waarom een nieuwe methode?

Amsterdam en omgeving groeien. Gebouwen staan steeds dichter op elkaar. Hierdoor moet de gemeente duurzame oplossingen bedenken voor hittestress en de afvoer van regenwater. Daarom werkt Amsterdam samen met haar partners om een nieuwe manier van gebiedsontwikkeling te bedenken.

Wat houdt de nieuwe methode in?

In de nieuwe methode is de ondergrond erg belangrijk, waar onder andere veel kabels en leidingen lopen. Ook staat meervoudig functiegebruik centraal. Dat betekent dat je met één oplossing verschillende doelen bereikt. Kies je er bijvoorbeeld voor om bomen niet te dicht bij elkaar planten? Dan bereik je meteen twee doelen: de bomen zorgen dan niet alleen voor schaduw, maar geven ook ruimte aan de wind om verkoeling te brengen.

Hoe is de nieuwe methode opgebouwd?

De Integrale Ontwerpmethode Openbare Ruimte bestaat uit twee delen. Het eerste deel is een casus over het gebied Amstel-Stad in Amsterdam en past daar de ontwerpmethode toe. Het tweede deel is het werkboek waar ontwerpers in heel Nederland mee aan de slag kunnen. Het werkboek onderscheidt zes gebiedsthema’s: leefmilieu, water, flora en fauna, energie, bodem en ondergrond, en materialen. Per thema vind je een overzicht van alle mogelijke maatregelen, uitwerkingen en technieken. Deze worden ook toegelicht met afbeeldingen, tekeningen en praktijkvoorbeelden uit Amsterdam en daarbuiten.