Vraag en antwoord index
Wie kan aanspraak maken op subsidie vanuit de Impulsregeling DAW?
Het waterschap kan het geld vanuit de impulsregeling gebruiken voor maatregelen op het gebied van waterbeheer waar het waterschap samen met agrariërs aan werkt..
Wie kan een aanvraag indienen?
Het waterschap is penvoerder en dient dus de aanvraag in. Het waterschap ontvangt ook de beschikking en de subsidie.
Wie mag de aanvraag ondertekenen?
De aanvraag wordt door of namens de bestuurders van het waterschap ondertekend.
Er mag ook een aanvraag namens meerdere waterschappen gedaan worden. Hoe werkt dat precies?
Er mag inderdaad een aanvraag ingediend worden namens meerdere waterschappen. Eén waterschap is dan de penvoerder. Een penvoerder mag in totaal maximaal drie aanvragen indienen. In de aanvraag moet je voor elk deelproject beschrijven hoe de maatregelen bijdragen aan het oplossen van de opgaven uit de Gebiedsaanpak Agrarisch Waterbeheer (GAW) van alle betrokken waterschappen. En de aanvraag moet worden ondertekend door of namens het bestuur van alle betrokken waterschappen. Moet er ook budget uit de Impulsregeling DAW overgeheveld worden van de andere betrokken waterschappen naar de penvoerder? Dan moet de penvoerder dat in de aanvraag aangeven. Het ministerie zal dan in de beschikking aan de penvoerder de middelen van de andere waterschappen toevoegen.
Hoe is het totale budget voor de Impulsregeling DAW verdeeld over de waterschappen?
Bij de verdeling van het totale budget voor de Impulsregeling DAW is de verdeelsleutel aangehouden van het Stimuleringsbudget Emissiebeperking Open Teelten en Veehouderij. Deze verdeelsleutel is afgeleid van de oppervlakte agrarisch gebied per waterschap.
Wat is de actuele stand van het beschikbare budget voor jouw waterschap?
Wil je weten wat het beschikbare budget is voor jouw waterschap? Kijk dan in het Excelbestand met een overzicht van de beschikbare budgetten (xlsx, 9.8 kB).
Tot wanneer en hoe vaak kun je een aanvraag indienen?
Tot uiterlijk 31 december 2025 mogen er aanvragen ingediend worden. Dan is er nog voldoende tijd om de deelprojecten uit te voeren voor het einde van de regeling op 31 december 2027. Elk waterschap mag maximaal 3 aanvragen doen. Maar het is zeker ook toegestaan om het beschikbare budget in één keer aan te vragen.
Mogen waterschappen ook samen projecten uitvoeren of budget overdragen?
Ja een waterschap mag budget overdragen aan een ander waterschap. Eén waterschap is dan penvoerder. Dat waterschap dient dan namens twee of meer waterschappen een aanvraag in, met een beschrijving van het deelproject. Voorwaarde is wel dat de maatregelen waarvoor de subsidie wordt aangevraagd bijdragen aan een verbeterde waterkwaliteit of -kwantiteit van alle betrokken waterschappen. En dat dit gebeurt volgens de Gebiedsaanpak Agrarisch Waterbeheer (GAW). Ook moeten alle waterschappen die meedoen de aanvraag ondertekenen.
Elk waterschap mag maximaal drie aanvragen doen. Geldt die regel ook als je als waterschap meedoet aan een gezamenlijke aanvraag en je daarbij niet de aanvrager bent?
Nee. De aanvraag telt alleen mee voor het waterschap dat penvoerder is.
Hoe ziet een aanvraag er precies uit? Welke documenten moet je toevoegen?
Een aanvraag bestaat uit het ondertekende aanvraagformulier (docx, 24 kB) en 4 bijlagen. Het aanvraagformulier is een samenvatting van de deelprojecten uit het projectpakket met de kosten en de aangevraagde bijdrage. En dit zijn de 4 bijlagen:
- Kopie van een recent bankafschrift of een ander bewijs dat het vermelde bankrekeningnummer op naam van de aanvrager staat.
- Aanvraaggegevens van deelproject. Gebruik hiervoor het Excel-format (xlsx, 46 kB).
- Projectpakket met deelproject(en). Gebruik hiervoor het Word-format (docx, 57 kB).
- Liquiditeitsbegroting. Gebruik hiervoor het Excel-format (xlsx, 46 kB). Je kunt een voorschot tot 80% ontvangen, op basis van de liquiditeitsbegroting per jaar.
Voor welk type maatregelen kun je subsidie krijgen?
De Impulsregeling DAW is bedoeld voor versnelling van maatregelen die de doelen op het gebied van waterkwaliteit en waterkwantiteit uit het Gebiedsdocument Agrarisch Waterbeheer dichterbij brengen. Daarin onderscheiden we vijf typen maatregelen:
- fysieke maatregelen: dat kunnen middelen zijn die het waterschap aanschaft en waar het zelf eigenaar van wordt. Het kunnen ook middelen zijn die het waterschap van een ander gebruikt tegen een marktconform tarief. Verder kan het gaan om de aanleg van voorzieningen in het kader van een pilot.
- het organiseren van de samenwerking tussen de waterbeheerders en agrariërs
- het ontwikkelen of delen van kennis en geven van advies
- het monitoren van de voortgang van de uitvoering van de deelprojecten uit het projectpakket en waar van toepassing het meten van het effect van de uitvoering hiervan
- de voorbereiding om te komen tot een projectpakket
Kun je eerder gemaakte kosten ook al laten meetellen voor de subsidie?
Ja, je kunt eerder gemaakte kosten laten meetellen voor de subsidie. Bij de meeste typen maatregelen kan dat tot drie maanden voor de indieningsdatum. De startdatum van de uitvoering van de maatregelen is daarbij leidend. Alleen het laatste type kosten, om een projectpakket voor te bereiden, mag je laten meetellen tot een jaar voor de indieningsdatum.
Voor welke kosten kun je geen subsidie krijgen?
Je kunt geen subsidie vanuit de Impulsregeling DAW krijgen voor de volgende kosten:
- vaste kosten van het waterschap, zoals de kosten van periodiek en achterstallig onderhoud en de aanleg van voorzieningen.
- kosten van grondverwerving
- kosten van de aanschaf van middelen en aanleg van voorzieningen waar het waterschap geen eigenaar van wordt of tegen een marktconform tarief worden gehuurd door het waterschap.
- kosten van personeel van de eigen organisatie en van agrariërs die meedoen in het project.
- kosten die al gesubsidieerd worden op basis van deze impulsregeling, een andere regeling van het Rijk of van de Commissie van de Europese Unie, of kosten die langs een andere weg doorberekend kunnen worden.
Wat is het verschil tussen ‘maatregelen’ en ‘deelprojecten’?
Maatregelen zijn onderdeel van het deelproject dat subsidie krijgt en deze maatregelen dragen stuk voor stuk bij aan het verminderen van de opgaven uit de Gebiedsaanpak Agrarisch Waterbeheer (GAW). Maatregelen die passen binnen de kaders van de Impulsregeling DAW kunnen een bijdrage krijgen tot 100% van de kosten. Er mag ook een deel eigen financiering tegenover staan.
Zijn er maatregelen in andere deelprojecten die niet binnen de kaders van de Impulsregeling DAW passen maar wel bijdragen aan het verminderen van de opgaven uit de GAW? Dan tellen deze maatregelen mee voor de cofinanciering. Zo’n maatregel ontvangt dan 0% bijdrage uit de Impulsregeling DAW, maar telt 100% mee in de cofinanciering. Bij de beoordeling kijkt IenW naar de verhouding aangevraagd budget/cofinanciering. Je kunt maximaal 50% bijdrage krijgen op het totale projectpakket.
Wat als een maatregel toch niet uitgevoerd kan worden? Mag je dan in plaats daarvan een andere maatregel uitvoeren?
Blijkt nadat je de subsidie hebt gekregen dat een maatregel binnen het gesubsidieerde deelproject toch niet uitgevoerd kan worden? Dan kunnen de partijen van het project samen besluiten een andere maatregel in de regio uit te voeren die wordt ingezet voor hetzelfde doel in het deelproject. De regeling staat dit toe. Het is daarvoor ook niet nodig om de beschikking te veranderen.
Maar blijkt dat een deelproject niet volledig of helemaal niet wordt uitgevoerd? En wil je in plaats daarvan een vervangend deelproject uitvoeren? Dan moet je als waterschap een wijzigingsverzoek indienen bij IenW via ImpulsregelingDAW@rws.nl. IenW toetst dan het vervangende deelproject en je krijgt dan een aangepaste beschikking.
De activiteit ‘Educatie en kennisverspreiding’ waarvoor je subsidie kunt aanvragen heeft als doel om bewustzijn te creëren bij meer boeren zodat ze maatregelen gaan nemen. Hoe kun je aangeven wat het meetbare effect van deze activiteit is op het verkleinen van de agrarische opgave?
In de aanvraag en rapportage moet je kwalitatief beschrijven hoe je verwacht dat deze activiteit zal bijdragen aan het doel.
Stel dat de aanpak of het thema van een (deel)project al door een ander waterschap in een ander gebied onder deze regeling is ingediend of uitgevoerd. Mag je voor die aanpak of dat thema dan nog een keer een aanvraag doen?
Ja. Alleen niet als pilot, want pilots hebben een innovatief karakter.
Mag je een deelproject indienen dat alleen bestaat uit het organiseren of opstarten van samenwerking tussen partners in een gebied? Bijvoorbeeld samenwerking tussen waterschap, gemeente, LTO, enzovoorts?
Ja, dat mag. Het is aan de partners in het gebied om de maatregelen daarna ook uit te voeren.
De maatregelen moeten bijdragen aan de opgaven uit de GAW. Wat is de GAW en waar kun je deze vinden?
De Gebiedsdocumenten Agrarische Wateropgave (GAW’s) zijn werkdocumenten van het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer (DAW). Deze werkdocumenten zijn de afgelopen jaren per waterschapsgebied opgesteld in het kader van de DAW Impuls. In de GAW staat wat de wateropgave voor de agrarische sector is in een waterschapsgebied. Elke GAW is tot stand gekomen met gebruik van informatie van kennisinstellingen, waterschappen, RVO en LTO. Ze zijn opgesteld vanuit het DAW in samenwerking met LTO en de waterschappen. Je vindt de GAW’s op https://agrarischwaterbeheer.nl/gaw.
Toetst IenW of de maatregelen uit de aanvraag bijdragen aan de opgaven uit het GAW?
Nee, IenW toetst dit normaal gesproken niet. Het waterschap prioriteert en beslist voor welke maatregelen uit deelprojecten het subsidie gaat aanvragen. IenW beoordeelt de aanvraag vanuit vertrouwen. Op het aanvraagformulier beschrijft het waterschap wel op welke manier de maatregelen in de deelprojecten bijdragen aan het verbeteren van de waterkwaliteit en/of kwantiteit of een van de andere doelen. Als die bijdrage onvoldoende lijkt te zijn, kan IenW wel om meer onderbouwende informatie vragen.
Moeten de deelprojecten die alleen meetellen als cofinanciering ook bijdragen aan het oplossen van de opgaven uit het GAW?
Ja. Dit is een harde voorwaarde voor alle deelprojecten in de aanvraag. Ook voor de deelprojecten waarvoor je geen subsidie aanvraagt.
Er wordt als harde eis gesteld dat de projecten bijdragen aan de doelen die het Gebiedsdocument Agrarische Wateropgave (GAW) stelt voor dat gebied. Maar de GAW-documenten zijn niet juridisch bindend en zelfs niet altijd bestuurlijk afgestemd, niet binnen de waterschappen en niet met de agrarische sector. Tegelijk kan de uitvoer van een maatregel of project in een gebied buiten het focusgebied van het GAW door kennisdeling wel bijdragen aan de opgaven in dat focusgebied zelf. Mag een maatregel in zo’n geval buiten het gebied van een GAW uitgevoerd worden?
Ja, dat mag. De harde eis heeft betrekking op de opgave uit het GAW. De maatregel of het project mag ook buiten het GAW-gebied vallen, zolang het maar bijdraagt aan de doelen in het GAW.
Moet je de kosten in het kostenoverzicht inclusief of exclusief btw noteren?
Waterschappen hebben geen toegang tot het btw-compensatiefonds. Daarom wordt de rijksbijdrage via de Impulsregeling DAW inclusief btw toegekend. De kosten in het kostenoverzicht moeten daarom inclusief btw zijn.
Welke kosten komen als cofinanciering in aanmerking?
Bij de Impulsregeling DAW is er veel ruimte voor cofinanciering. Cofinanciering kan bijvoorbeeld ook komen van deelprojecten die niet in aanmerking komen voor deze subsidie. Cofinanciering moet aan de volgende eisen voldoen:
- Komt cofinanciering van een deelproject? Dan telt alleen het deel van de maatregelen mee die maximaal drie maanden voor de indiening van de aanvraag lopen. Daarnaast moet dat deelproject afgerond zijn voor 31 december 2027, net als de deelprojecten die een bijdrage krijgen vanuit de Impulsregeling DAW.
- De cofinanciering mag niet direct of indirect uit het Deltafonds komen, zoals uit de Zoetwatervoorziening Oost-Nederland. Ook mag de eigen cofinanciering bij zo’n regeling niet meegeteld worden in de cofinanciering bij de Impulsregeling DAW.
- Het mag niet gaan om regulier beheer en onderhoud of grondverwerving. Ook inkomstenderving mag niet opgevoerd worden.
- Komt cofinanciering van een deelproject? Dan draagt dat deelproject bij aan de opgaven die staan in het Gebiedsdocument Agrarische Wateropgave (GAW).
Er staat dat er bij de subsidie minimaal 50% cofinanciering nodig is. Wordt daarmee bedoeld dat de cofinanciering door decentrale overheden voor de totale aanvraag 50% moet zijn? Of moet voor elke losse maatregel de cofinanciering 50% zijn?
Het gaat om het totaalplaatje per aanvraag. Doe je bijvoorbeeld drie aanvragen met verschillende deelprojecten in drie jaar? Dan moet elke aanvraag bij het Rijk maximaal 50% van de totale kosten zijn. Je mag ook minder aanvragen. De verhouding per losse maatregel in een project en ook de verhouding tussen deelprojecten binnen de aanvraag is vrij. Je mag dus bijvoorbeeld voor het ene deelproject een bijdrage van 100% vragen en voor het andere deelproject een bijdrage van 0%.
Stel dat de provincie ook financieel bijdraagt aan een regeling die je als cofinanciering wilt opgeven. Hoe moet dat in de verantwoording? Het provinciale deel gaat namelijk niet via de kas van het waterschap?
Draagt een provincie bij aan een regeling die je als cofinanciering wilt opgeven? Het waterschap verantwoordt over zowel de kosten die het zelf heeft gemaakt als de kosten die door derden (bijvoorbeeld provincies of agrariërs) zijn gemaakt. De kosten van derden moeten in een projectdossier worden bijgehouden zodat de accountant deze kan beoordelen.
Hoe kun je cofinanciering opgeven? En hoe moet je dit verantwoorden?
Wordt een project gecofinancierd door het waterschap of een andere betrokken partij? Dan moet dat via de SiSa-methodiek van het waterschap verantwoord worden. Het waterschap moet dus zowel de eigen gemaakte cofinancieringskosten als de cofinancieringskosten van anderen via de SiSa-methodiek verantwoorden. De kosten moeten blijken uit het projectdossier van het waterschap. Om de kosten van anderen inzichtelijk te maken, verzamelt het waterschap urenbriefjes en facturen. De factuurkosten van agrariërs worden exclusief BTW opgenomen omdat de agrariër deze BTW terug kan vragen.
In veel deelprojecten zitten meerdere (deel)bedragen vanuit andere regelingen, subsidies of bijdragen van niet-overheidspartijen. Mag je die bedragen bij elkaar optellen voor de cofinanciering?
Ja. Cofinanciering kan bestaan uit alle bijdragen die niet direct of indirect uit het Deltafonds komen.
DAW-subsidies voor projecten van waterschappen en provincies worden nu vaak via de provincie uitgekeerd aan de boeren die meedoen. Is het voor de cofinancieringsverklaring in de aanvraag genoeg als waterschap en provincie deze uitkering bevestigen? Of moet ook worden verantwoord via welke route het bedrag aan de boer wordt uitgekeerd, via een urenregistratie? Dat laatste zou voor boeren en waterschap een administratieve last zijn.
De cofinanciering is een bijdrage vanuit de partners in het gebied. Deze kan op verschillende manieren geleverd worden. Bij cofinanciering vanuit een andere organisatie, zoals de provincie, is de intentie om deze te verlenen voldoende voor de aanvraag. Bij de verantwoording achteraf moet je dan wel aantonen dat de cofinanciering ook echt is uitgekeerd.
Fysieke middelen, zoals machines, kunnen alleen een bijdrage krijgen als ze aangeschaft worden door het waterschap. Maar is het niet beter als machines eigendom van de boer worden?
Dit heeft te maken met het Deltafonds. Daaruit kunnen alleen bijdragen gedaan worden aan waterbeheerders vanuit de Waterwet. Bedrijven en burgers kunnen geen bijdrage krijgen. Er zijn wel andere regelingen voor boeren en tuinders om bedrijfsmiddelen aan te schaffen. De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) heeft een heel palet aan regelingen voor boeren en tuinders, zoals MIA/Vamil, SABE, GLB, ANLb, Ecoregelingen, Life en POP4. Meer informatie hierover vind je op de website van RVO. Je mag bijdragen uit deze regelingen wel opgeven als cofinanciering in de Impulsregeling DAW.
Kunnen projecten die al worden uitgevoerd vanuit een andere subsidieregeling ook gebruikt worden als cofinanciering?
Bij de beoordeling van de aanvraag wordt getest of de maatregelen of projecten passen binnen de Impulsregeling DAW en kunnen meetellen als cofinanciering. Maatregelen die vanuit ander subsidieregelingen worden uitgevoerd en die als cofinanciering meetellen, kunnen tot drie maanden voor de indieningsdatum van de aanvraag meetellen. Ook mogen deze maatregelen uiterlijk lopen tot 31 december 2027.
Hoe beoordeelt IenW of het ingediende projectpakket voldoet aan de criteria?
IenW beoordeelt de aanvraag op basis van de informatie die is ingevuld in het aanvraagformulier. Zodra de aanvraag formeel is ingediend, kan het beoordelingsteam nog aanvullende informatie opvragen.
Is het mogelijk om een ‘pre-beoordeling’ te laten uitvoeren?
Ja, je kunt een 95%-versie voorleggen aan het beoordelingsteam. Dit is zelfs aan te raden. Het team kijkt dan of alle maatregelen binnen de regeling passen en of de omschrijvingen van voldoende kwaliteit zijn. Je kunt de concept-aanvraag voorleggen via het mailadres ImpulsregelingDAW@rws.nl. De reactietijd is afhankelijk van de drukte, maar houd rekening met een gemiddelde van twee weken.
Hoelang duurt het voordat je een reactie krijgt op een ingediende aanvraag?
Dit is de aanvraagprocedure:
- Je dient de aanvraag in bij ImpulsregelingDAW@rws.nl, eventueel nadat je eerst een concept-aanvraag hebt voorgelegd aan het beoordelingsteam.
- Is de aanvraag compleet? Dan wordt hij beoordeeld en krijg je binnen 13 weken de beschikking.
- Daarna is beroep en bezwaar mogelijk.
- Heb je de beschikking gekregen? Dan krijg je snel daarna een voorschot. Het voorschotbedrag is hetzelfde als het bedrag uit de aanvraag. Alleen in het geval er onvoldoende kasbudget bij het ministerie resteert, zal het voorschotbedrag afwijken.
Hoe wordt de voortgang van de maatregelen in de deelprojecten gemonitord?
In de aanvraag hoeft nog niet te worden beschreven hoe elke maatregel in een deelproject gemonitord wordt. Zodra je na de aanvraag de beschikking hebt gekregen, moet je voor alle deelprojecten een monitoringsfiche invullen. Daarin beschrijf je de maatregelen die uitgevoerd gaan worden. Ook beschrijf je in het monitoringsfiche wat je tijdens de looptijd van een deelproject monitort en meet en hoe dat gebeurt. En als bij maatregelen een nulmeting gedaan moet worden, schrijf je het resultaat daarvan ook hierin op.
Hoe ziet het monitoringsfiche eruit?
Het monitoringsfiche bestaat uit een verplicht deel en een optioneel deel:
- Onderdeel A: het verplichte deel waarin je beschrijft welke gesubsidieerde maatregelen je gaat uitvoeren en hoe je deze gaat monitoren.
- Onderdeel B: het optionele deel waarin je beschrijft welke aanvullende (niet-gesubsidieerde) maatregelen je gaat uitvoeren en hoe je die gaat monitoren.
Het monitoringsfiche moet uiterlijk 6 weken na ontvangst van de beschikking worden ingediend. Daarna moet je het monitoringsfiche elk jaar updaten en inleveren voor 31 maart ingeleverd. En als het deelproject is afgerond, moet je het monitoringsproject inleveren voor de verantwoording.
Op welke manier moet er worden verantwoord?
De verantwoording gebeurt via twee sporen:
- De inhoudelijke verantwoording van de deelprojecten gebeurt via de monitoringsfiches.
- De financiële verantwoording gebeurt via SiSa. Zie voor meer informatie over SiSa de vragen en antwoorden hieronder.
Kan de uitkering na de verantwoording worden verlaagd?
Meestal komt de uiteindelijk vastgestelde uitkering overeen met het bedrag dat in het besluit staat. Maar in bepaalde gevallen kan de uitkering ook worden verlaagd. Bijvoorbeeld als de werkelijke kosten van het projectpakket lager blijken te zijn dan er bij de aanvraag was begroot. Er is nog een situatie waarin de uiteindelijke uitkering wordt verlaagd: als de cofinanciering lager is dan bij de aanvraag was begroot. De uitkering moet dan ook worden verlaagd, om te voorkomen dat de rijksbijdrage boven de 50% uitkomt. Verder kan een uitkering nog worden verlaagd als blijkt dat de maatregelen niet of niet volledig zijn uitgevoerd. Of als niet is voldaan aan de verplichtingen die aan de uitkering zijn verbonden. Dit staat in artikel 4:46 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
Stel dat uitkering na verantwoording lager wordt vastgesteld. Moet je het geld dat je te veel hebt ontvangen dan meteen terugbetalen?
Wordt de uitkering uiteindelijk lager vastgesteld? Dan kan IenW het bedrag dat te veel is betaald terugeisen. Dat kan ze doen op basis van artikel 4:57, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). En stel dat activiteiten niet zijn uitgevoerd of er bij de aanvraag onjuiste informatie is doorgegeven. Dan kan IenW de uitkering verlagen of zelfs de beschikking helemaal intrekken en in dat geval het hele bedrag terugeisen. Dat kan op basis van artikel 4:48 van de Awb. IenW kan het bedrag terugvorderen tot vijf jaar nadat de uiteindelijke uitkering is vastgesteld. Zie hiervoor ook artikel 4:57, vierde lid, van de Awb.
Wat als een maatregel toch niet uitgevoerd kan worden? Mag je dan in plaats daarvan een andere maatregel uitvoeren?
Blijkt nadat je de subsidie hebt gekregen dat een maatregel binnen het gesubsidieerde deelproject toch niet uitgevoerd kan worden? Dan kunnen de partijen van het project samen besluiten een andere maatregel in de regio uit te voeren die wordt ingezet voor hetzelfde doel in het deelproject. De regeling staat dit toe. Het is daarvoor ook niet nodig om de beschikking te veranderen.
Maar blijkt dat een deelproject niet volledig of helemaal niet wordt uitgevoerd? En wil je in plaats daarvan een vervangend deelproject uitvoeren? Dan moet je als waterschap een wijzigingsverzoek indienen bij IenW via ImpulsregelingDAW@rws.nl. IenW toetst dan het vervangende deelproject en je krijgt dan een aangepaste beschikking.
Is verantwoording via SiSa verplicht? Of kun je ook kiezen voor een verantwoording die aansluit bij de eigen subsidieverordening?
Ja, het is verplicht om de uitkering te verantwoorden via SiSa. Bij specifieke uitkeringen aan gemeenten en provincies is dat al verplicht volgens de Wet Financiële Verhoudingen. Omdat er ook steeds meer rijksmiddelen via specifieke uitkeringen naar waterschappen gaan, hebben het ministerie van IenW en de Unie van Waterschappen afgesproken dat de verantwoording van die middelen zoveel mogelijk aansluit bij de bestaande SiSa-methode.
Hoe werkt SiSa precies?
Het waterschap verantwoordt elk jaar de besteding van de rijkssubsidies en de cofinanciering via de jaarrekening met SiSa-bijlage. Deze stuurt het waterschap in zijn geheel naar het CBS. Het CBS stuurt de informatie door naar het juiste kerndepartement. Heeft het waterschap in de verantwoording aangegeven dat alle deelprojecten klaar zijn? Dan kan het kerndepartement de uiteindelijke uitkering vaststellen.
Het waterschap verantwoordt over zowel de kosten die het zelf heeft gemaakt als de kosten die door derden (bijvoorbeeld provincies of agrariërs) zijn gemaakt. De kosten van derden moeten in een projectdossier worden bijgehouden zodat de accountant deze kan beoordelen.
Wat moet er precies verantwoord worden via SiSa? Welke indicatoren worden er gevraagd?
In de SiSa-verantwoording moet je de volgende indicatoren invullen:
- Besteding ten laste van rijksbijdrage (jaar T)
- Besteding rijksbijdrage cumulatief (jaar T)
- Besteding ten laste van cofinanciering (jaar T)
- Besteding cofinanciering cumulatief (jaar T)
- Afgeronde deelprojecten (jaar T)
- Eindverantwoording: zijn alle maatregelen afgerond en worden er geen maatregelen meer getroffen met resterende middelen? (Ja/Nee)
- Zelfstandige uitvoering (Ja/Nee)
- Correctie besteding (Jaar T-1)
Is een accountantsverklaring nog noodzakelijk?
Ja, de accountantsverklaring is zeker nog noodzakelijk. De cofinanciering wordt verantwoord via de SiSa-methode. De accountant beoordeelt de jaarrekening van de ontvanger, inclusief de SiSa-verantwoording die daarbij hoort.
Waar vind je meer informatie over de SiSa-methode?
Wil je meer weten over de SiSa-methode?